Charleroi staat niet bepaald bekend als het mooiste plekje van België. Onbekend is onbemind, want rond de 4e grootste stad van België liggen zeker een aantal leuke plaatsen die een bezoekje waard zijn. We stelden een route door het Zwarte Land samen die loopt langs het geografische middelpunt van België, een pittige klim bevat en ook oog heeft voor kastelen en abdijen met naam en faam.
Robeet en Taminiaux
Starten doen we in Perwez (Perwijs), in het zuiden van Waals-Brabant. Zoals wel vaker in Wallonië bevindt het sportieve centrum zich aan het Centre Sportif, waar ook voldoende parkeerplaatsen zijn. Via Walhain-Saint-Paul rijden we meteen richting het geografische middelpunt van het land. Dat is gelegen in Nil-Saint-Vincent, een kerkdorpje bij Walhain. Om dat te bepalen kwam er heel wat rekenwerk aan te pas. Eerst lag dit punt namelijk in Ittre (Itter), maar daarbij werd geen rekening gehouden met de Oostkantons die na de Eerste Wereldoorlog aan België werden toegevoegd. Een klein monument verwijst naar deze toch wel speciale locatie, hiervoor moet je wel even over een stukje onverharde weg.
Vervolgens gaat het naar de Rue de Court Saint-Etienne, een vreselijk stukje kasseien dat ook nog eens omhoog loopt. De stenen liggen zeer slecht en zouden in Roubaix niet eens misstaan. In het midden ligt het wegdek hoger dan opzij, maar soms is het moeilijk om hier je evenwicht te houden. Waalse renners als Ludovic Robeet en Lionel Taminiaux vinden hier hun oefenterrein voor de voorjaarsklassiekers terug.
Vreselijke kasseien
Na bijna 30 km gaat het fel naar beneden richting de Thyle. Die rivier leidt ons rechtstreeks naar Villers-la-Ville, vooral bekend van de indrukwekkende ruïnes van de Abdij van Villers. Deze stammen af uit de 12e eeuw. Deze raakten in de 19e eeuw verwaarloosd, waardoor er ook een treinspoor door het gebeid werd aangelegd. Omdat de Belgische Staat ruim 100 jaar geleden toch de nodige inspanningen deed, werden deze ruïnes bewaard en zijn ze vandaag een bekende trekpleister onder de taalgrens.
De omgevingsschoonheid blijft nog even aanhouden richting Le Châtelet en Château de Cocriamont. Wie dicht bij het kasteel wil komen, moet wel over vreselijke kasseien. De keuze is aan de fietser. Zo komen we uiteindelijk aan bij het Kanaal Charleroi-Brussel, dat we in Pont-à-Celles oversteken. Hier volgt een minder fraaie streek. Richting Charleroi merken we waarom deze stad de lelijkste van Europa wordt genoemd. Het industrieel landschap heeft iets desolaat en grijs over zich. Ook langs het water liggen de wegen er wat verloren bij. Via het Kanaal (een 2e keer) en de Samber komen we uiteindelijk terug in de minder bebouwde delen van de regio en belanden we aan de voet van de zwaarste klim van de route.
Tot 18%
Na 85 km zijn we immers aan de Rue Du Petit Try beland. Ruim een kilometer gaat het aan meer dan 7% omhoog. Onderweg zijn er pieken tot 18%. In de Ronde van Wallonië reed Andrea Bagioli hier deze zomer naar de KOM. ‘Giro dell’ora di pranzo’ noemde hij de etappe, die in Fleurus werd beslecht in een sprint. Dylan Groenewegen snelde er naar de overwinning. Ook nu rijden we overigens naar Fleurus, maar ons eindpunt ligt verderop.
Het laatste noemenswaardige punt op de route vinden we ten zuiden van Gembloux (Gembloers) met het Middeleeuws kasteel van Corroy-le-Château. Het werd altijd overgegaan door rechtstreekste afstamming en is een charmant voorbeeld van de middeleeuwse vorstenarchitectuur. Een kasteel zoals je het in de kinderjaren voorstelt dus, al ligt het goed verborgen achter de bomen. 15 km verderop ligt het eindpunt van onze route, opnieuw aan het sportcentrum in Perwijs.
In totaal leg je op de route 120 km en net geen 900 hoogtemeters af. Je doorkruist in totaal 17 gemeenten.
Download GPX WielerVerhaal Fietsroute Het Zwarte Land – 120 km.