Oscar Riesebeek is het prototype van een wielrenner die gestaag aan zijn carrière bouwt. Afgelopen seizoen werd hij bijna beloond met een klinkende etappeoverwinning in de Giro. Zijn seizoen doofde uiteindelijk echter als een nachtkaars uit, ten gevolge van een bekkenbreuk tijdens de verkenning van Parijs-Roubaix in de herfst.

Driemaal is scheepsrecht
“Ik kijk er naar uit om na een lange winter mijn seizoen te starten”, vertelt Riesebeek. “Sinds half oktober herstel ik al van mijn bekkenbreuk. Ik had een andere winter dan normaal, maar alles is terug op niveau. Ik heb nergens last meer van en voel me net zo goed als voordien. De eerste 2 tot 3 weken kon ik niets en lag ik enkel op bed. Dat was het meest lastige, maar daarna heb ik mijn blessure niet echt als iets vervelend ervaren. Het hoort erbij”, is de Nederlander nuchter. “Het was wat dat betreft de meest gunstige periode in het seizoen om deze blessure op te lopen.”
Tijdens een verkenning van Parijs-Roubaix viel Riesebeek hard en brak daarbij zijn bekken. Na het aflassen van Roubaix anderhalf jaar eerder zag hij wederom een deelname in rook opgaan. “Het was dermate vervelend dat ik weer een deelname aan Roubaix aan me voorbij zag gaan. Ik heb intussen al zo’n 3 à 4 verkenningen van Parijs-Roubaix gedaan, maar nog nooit de koers gereden. Je leeft er tijdens die momenten écht naar toe. Ik keek er enorm naar uit, maar helaas gebeuren dat soort dingen. Ik hoop op een herkansing dit voorjaar. Driemaal is scheepsrecht”, knipoogt hij.
In de Algarve heeft Riesebeek deze week in 1e instantie een rol als helper. Hij is verantwoordelijk voor het vakkundig deponeren van de sprinttrein in de laatste kilometers. “Tim (Merlier, red) is gewoonweg een topsprinter van wereldformaat. Zeker tijdens de 1e etappe is de kans bijzonder groot dat het een massaspurt gaat worden. Ook rit 3 oogt op papier als een sprintersrit. Met Jay Vine hebben we dan nog een renner voor de aankomsten bergop. Ik denk dat we hier met een hele mooie, sterke ploeg aan de start staan.”
Mathieu van der Poel
Riesebeek mikt dit seizoen vooral op het Vlaamse voorjaar, waarin hij na de Algarve in het openingsweekend de Omloop en Kuurne rijdt. Praktisch iedere kasseikoers staat in principe op het programma voor de renner van Alpecin-Fenix, waarvan het echter maar de vraag is of kopman Mathieu van der Poel op tijd fit is. Diens slepende rugblessure is al maanden onderwerp van gesprek. “We hopen natuurlijk allemaal van harte dat Mathieu er alsnog bij is, maar we zullen wel realistisch moeten zijn.”
“Het gaat allemaal kort dag zijn voor hem”, vervolgt hij. “Ik weet nog niet wat mijn rol bij zijn afwezigheid wordt. Het is een beetje aftasten momenteel, onze tactiek is toch vaak op hem afgestemd. Als hij mee koerst is het natuurlijk allemaal heel helder. Maar uiteindelijk zal er wel een duidelijk plan zijn, mét of zonder Mathieu.”
Toch is de ploeg zonder MVDP niet direct onthoofd. Zo beschikt Alpecin-Fenix over sterke afmakers als Tim Merlier en Jasper Philipsen. Ook Oscar Riesebeek kon het afgelopen voorjaar sterke papieren voorleggen. Hij ziet de kracht van de ploeg dan ook in de breedte. “Ik ga er in ieder geval van uit dat we in de breedte sterk genoeg zijn in de klassiekers, ook wanneer Mathieu ontbreekt. Daar liggen dan onze voornaamste kansen en zullen we met velen tot diep in de wedstrijd aanwezig moeten zijn. Daar kunnen we het met een overtal de échte favorieten wellicht moeilijk maken.”
Tour de France
Nadat hij vorig jaar voor het eerst zijn opwachting mocht maken in de Giro d’Italia staat de naam van Oscar Riesebeek dit jaar met potlood opgeschreven voor de Tour de France. “Ik hoop zeker op een selectie voor de Tour en die intentie is er ook vanuit de ploeg”, beaamt Riesebeek. “Ik denk dat ik daar ook wel mijn rol kan spelen, in dienst van de ploeg. Maar we beseffen allemaal dat de focus allereerst op het voorjaar ligt. Ook ben ik realistisch genoeg dat het allemaal ineens kan veranderen.”
Dat Riesebeek tot grote dingen in staat is bleek afgelopen mei des te meer. Nadat zijn ploeg met Merlier al een ritzege op zak had, kwam Riesebeek in de 15e etappe dicht bij een volgende. In de etappe naar een nat Gorizia, vóór de Giro al met rood omcirkeld door Riesebeek, werd hij in een sprint-à-deux echter verslagen door Victor Campenaerts. Toch berust hij in die nederlaag.
Stervende zwaan
“Ik heb alles goed gedaan die dag, het liep perfect. Ik wist echter dat het ontzettend moeilijk ging zijn in een sprint met Campenaerts, die explosiever is dan mezelf. Ik probeerde hem er continu af te rijden, en andersom ook. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om er een hele sprint van te maken, gebaseerd op hoe ik me voelde. Ik hoopte op een sprint van stervende zwanen, helaas was ik de 1e en werd ik 2e in die rit”, lacht hij.
“Ik ben die dag op mijn waarde geklopt. Natuurlijk baalde ik aanvankelijk wel, zeker toen ik over de streep kwam. Maar aan de andere kant liep alles perfect en was het een bevestiging van mijn goede voorjaar. Ik heb afgelopen seizoen een grote stap gezet en ik weet zeker dat ik nog een zo’n kans zal krijgen”, sluit hij overtuigend af.