Timothy Dupont van Bingoal Pauwels Sauces WB kent tot dusver een lastig seizoen. Hoewel hij toch al een pak ereplaatsen wist te vergaren, is hij zelf niet echt tevreden. De 34-jarige Dupont, die in 2016 pas doorbrak met winst in Nokere Koerse, wist sinds februari 2021 niet meer te winnen. Frustrerend, zeker voor een sprinter. Toch weigert Dupont bij de pakken te blijven zitten en haalt hij er zijn fysieke ongemakken bij. “Ik sukkel al vanaf mijn val in Nokere vorig jaar met mijn rug.”

Geen topseizoen
“Voor mijzelf heb ik zeker nog geen topseizoen achter de rug”, benadrukt Dupont. “Vorig jaar was mijn start een stuk beter met winst in de Ster van Bessèges”, licht hij toe. “Helaas kan je niet altijd pieken wanneer je dat exact wilt. Ik probeer zo goed mogelijk te zijn, al is dat niet altijd even makkelijk.”
Toen vormde die dagoverwinning de opmaat naar enkele mooie ereplaatsen in de grotere koersen. Dupont finishte kort in Clasica de Almeria (5e), Le Samyn (9e), GP Jean-Pierre Monseré (3e) en Oxyclean Classic Brugge-De Panne (5e). Tussendoor leek hij ook nog – achter zijn winnende ploegmaat Ludovic Robeet – op weg naar een mooie podiumplaats in Nokere Koerse, tot hij van zijn fiets werd gekwakt door ene Max Walscheid (Cofidis) en keihard op het asfalt smakte.
Diafragma
Een val met gevolgen, die Dupont nog altijd parten speelt. “Het zit niet goed in mijn diafragma (middenrif, red) en dat hindert me op de fiets. Het is een beetje dubbel”, vervolgt hij. “Mijn voorjaar is tot dusver gewoon niet goed geweest, dan helpt het niet als je ook nog steeds wat op de sukkel bent. Mijn eerste en enige goede koers dit jaar was de Bredene Koksijde Classic, daar werd ik 6e. De week voordien reed ik nog podium in Rucphen, maar dat schaar ik niet echt onder de klassiekers. Ik had daar ook meer verwacht.”
In Rucphen (UCI 1.2) werd hij geklopt voor de 2e plaats – Maikel Zijlaard was al ribbedebie en solo op weg naar winst – door SVB-renner Sasha Weemaes, iemand waarvoor Dupont normaliter geen schrik hoeft te hebben. Het is illustratief voor zijn prestaties tot nu toe. Toch verandert dat niets aan de intenties van de Gistelnaar. “Mijn ambitie blijft winnen, alleen is dat vandaag de dag niet vanzelfsprekend.”
“Mijn insteek is dat wanneer je top 3 kunt rijden in welke koers dan ook, je ook kans maakt om te winnen. Ik ben er van overtuigd dat het me nog eens gaat lukken”, klinkt het vastberaden. “Mijn doelen liggen wat verderop in het jaar, richting de zomer en het najaar.”
Loyale vent die nimmer zeurt
Rood omcirkeld in de agenda van Dupont staat het Belgisch kampioenschap in Middelkerke. Een kolfje naar de hand voor welke sprinter dan ook. Voor Dupont extra bijzonder omdat hij in de buurt woont. “Daar zou ik graag op het podium willen eindigen.”
Op dat BK ondervindt hij alvast geen interne concurrentie van zijn teamgenoot Stanisław Aniołkowski. De Pool is net als Dupont een sprinter binnen Bingoal Pauwels Sauces WB en rijgt de ereplaatsen eveneens aaneen. Toch is er geen enkele sprake van een strijd tussen de 2. Sterker nog, de nog jonge Aniołkowski (24) rijdt normaliter in dienst van Dupont. “Stan is een heel gemakkelijke jongen om mee samen te werken. Ene die tevens ook presteert. In de wat grotere sprinterskoersen zet hij mij in eerste instantie af en mag dan zelf verder sprinten.”
“Als ik mijzelf goed voel, ben ik in principe degene voor wie gereden wordt”, legt Dupont uit. “Voor hem is het dan natuurlijk super dat hij alsnog zijn eigen kans kan gaan. Maar Stan is erg loyaal aan mij. Ook wanneer ik wat minder ben en dat richting hem communiceer, weigert hij om enkel voor zichzelf te rijden. Ik wil hem dan de kans geven, maar daar peinst hij niet over. Het is echt een goede gast met een goede mentaliteit. Een loyale vent die nimmer zeurt.”
Parijs-Roubaix
Tot slot koerst Dupont de komende weken onder meer in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. De rest is voorlopig nog een vraagteken. Zelf is hij realistisch over zijn rol in De Ronde. “Die rijd ik enkel om koershardheid op te doen voor de rest van mijn seizoen”, geeft hij toe. “Een rol spelen in de klassiekers is ook niet altijd makkelijk, al is Parijs-Roubaix wat meer mijn ding. Als het voorjaar achter de rug is hoop ik dat de resultaten komen!”