Door de coronabesmetting van Wout van Aert stond de 22-jarige Mick van Dijke deze zondag aan de start van zijn allereerste Monument. Hij reed zowaar een tijdje in de vuurlinie en toonde zich een nuttige kracht voor Jumbo-Visma. Uiteindelijk bolde hij op bijna 10 minuten als 75e over de meet: “De Ronde van Vlaanderen is de mooiste klassieker die er is, als je dan bij jouw debuut in de kopgroep zit, is dat erg mooi!”
Veel power
Mick van Dijke, tweelingbroer van Tim, was al in de beginfase te zien toen de vroege vlucht gevormd werd en hij een controlerende functie uitvoerde. Op de Berendries schoof hij mee toen een groepje met onder meer Mads Pedersen, Zdenek Stybar en Alberto Bettiol zich losrukte van het peloton. Samen met zijn ploegmaat Nathan Van Hooydonck zette hij zijn kopmannen op die manier kilometerslang in de spreekwoordelijke zetel.
“Ik beleefde vandaag een droom”, straalde de Nederlander achteraf. “Ik moest invallen voor Wout en hoopte dat ik een goede dag zou hebben. Dat was ook wel zo. Ik beschikte over veel power. Op een bepaald moment merkte ik wel dat ik nog niet de inhoud heb voor een koers van 270 km. Als ploeg hebben we een wedstrijd koers gereden. Toen Nathan voorop zat en ik mee kon met de achtervolgers, zat ik erg goed. Ik ben trots op deze prestatie. Ook in Dwars door Vlaanderen was ik al goed, maar raakte ik helaas betrokken bij een valpartij. Deze koers is nog wat anders.”
Improvisatie
De Zeeuw had met zijn ploegmaten een plan opgemaakt. “We misten de beste renner ter wereld, dus dat was even moeilijk. Als ploeg mochten we de kopjes niet laten hangen. We wilden tonen hoe sterk we zijn. Om Pogacar en Van der Poel te kunnen kloppen, moet je ook geluk hebben. We hadden een plan gemaakt om weg te rijden en hen op die manier uit de tent te lokken. Daar hebben we ook alles voor gedaan, maar Mathieu wint toch. Hij was dus de beste man in de koers.”
Van Dijke had zelf ook niet verwacht om in de vuurlinie te belanden. “Ik wilde vooral Tiesj (Benoot, red) en Christophe (Laporte, red) helpen. Het ultieme doel was om hen nog af te zetten voor de 2e passage op de Kwaremont. Toen ze na de Berendries wegreden, moest ik gewoon mee. Soms moet je ook improviseren in een wedstrijd. We hadden daar een mooie situatie gecreëerd.”
Ook voor de jonge twintiger waren het bewogen dagen. “Na Dwars door Vlaanderen, mijn 1e WorldTour-koers, had ik gevraagd of ik met de ploeg nog mee de verkenning mocht doen voor de Ronde van Vlaanderen, bij wijze van les richting de toekomst. Toen ik ’s morgens aankwam, was al duidelijk dat Wout zich niet lekker voelde en ik wel eens zou moeten invallen. Uiteindelijk heb ik bewezen dat ik hier mijn plaats wel heb.”
Ereplaatsen
Voor de Nederlanders werd het uiteindelijk een mooie dag. “Mathieu is een goede vriend en ik kijk met bewondering naar wat hij doet”, geeft Van Dijke aan. “Als land moet je trots zijn op zo’n renners, we hebben hen nodig in de sport. Van een blessure terugkomen en dit doen, dat is heel sterk. Ook Dylan van Baarle maakte indruk. Hij is eveneens een sterke gast.”
Van Dijke trekt nu normaal gezien naar het Circuit Cycliste Sarthe – Pays de la Loire. Hij is in zijn 1e jaar bij de profs bezig aan een degelijk seizoen met ereplaatsen in de Visit Friesland Elfsteden Race (2e), de Albert Achterhes Profronde van Drenthe (6e) en de 4e etappe van de Settimana Internazionale Coppi e Bartali (5e). Ook die laatste werd gewonnen door… Mathieu van der Poel. De man van het moment, maar de toekomst van het Nederlandse wielrennen is mede dankzij Van Dijke ook verzekerd.