Hij torende er dit voorjaar letterlijk en figuurlijk bovenuit. Ben Turner (22) reed tussen de Omloop Het Nieuwsblad en de Brabantse Pijl wellicht het meest in beeld van alle renners. Ondanks zijn dienende rol leverde dat mooie ereplaatsen op. Wordt hij de komende jaren de ultieme luitenant van Tom Pidcock? Een langdurig contract lijkt in elk geval een kwestie van tijd.
Liefde voor de cross
Het leven van Ben Turner loopt in grote lijnen samen met dat van Pidcock, zeker wat betreft het sportieve luik. De 2 kennen elkaar al sinds hun 13e omdat ze allebei uit Yorkshire komen: Turner uit Doncaster, Pidcock uit Leeds. Aan Cycling Weekly vertelde die eerste eens dat hij zijn maatje altijd al als een winnaar heeft gekend en hem slechts een 4-tal keer ‘versloeg’. Gent-Wevelgem was de 4e keer, de Brabantse Pijl bijgevolg nummer 5.
De kleine en de grote uit Yorkshire delen behalve hun geboortejaar (1999) nog een andere passie: hun liefde voor de cross. Turner liet zich voor het eerst bij ons gelden in de winter van 2015, toen hij uiteindelijk ook naar het WK in Heusden-Zolder mocht en er 27e werd bij de junioren. Een jaar later stond hij op het podium in Bieles, logischerwijze een trapje onder zijn hypergetalenteerde leeftijdsgenoot.
Waar Pidcock bij de beloften meteen opnieuw aan de top meestreed, was het voor Turner wat meer zoeken. Talent was er zeker wel, zo stond hij ook als 1e jaars belofte al op het podium in de Druivencross en won hij een jaar later ook de Jaarmarktcross in Niel, de Azencross in Loenhout en de GP Sven Nys in Baal. In die periode werd hij aan boord gehaald door Corendon-Circus en verbleef hij in Limburg om zich verder te ontwikkelen als veldrijder.
Bijna oog verloren
In zijn 3e jaar bij de beloften trok Turner naar Trinity Racing, de ploeg die mee werd opgericht door Pidcock. Hoewel hij in zijn eerste 2 seizoenen op de weg op internationaal niveau hoegenaamd niets had gepresteerd, werd hij een regelrechte sensatie. Het hoogtepunt was wellicht de Baby Giro. Nadat hij er 3 keer in 4 dagen bij de eerste 7 eindigde, mocht hij 1 dag het roze dragen. Helaas werd de Toekomstronde geen herhaling van dat succes. Bij een zware val tijdens de proloog liep hij meerdere breuken op in zijn gezicht. “Ik was 100% zeker mijn oog verloren als ik geen vizier op mijn helm gedragen had”, postte hij achteraf op Instagram.
In het najaar werd de Brit aangekondigd bij INEOS. Het leek een transfer voor de toekomst, maar Turner knokte zich meteen in de klassieke ploeg en werd zelfs een cruciale figuur. In de Omloop Het Nieuwsblad rijdt hij in de prefinale attent vooraan en doet hij nuttig werk voor Pidcock en Narvaez, dat herhaalt hij een dag later. Dat gebeurt nog allemaal in de schaduw. Daar treedt hij uit in de GP Denain, waar hij samen met ploegmaten Narvaez en Sheffield een aanval op poten zet en pas in de slotkilometers wordt gegrepen.
Turner rijdt vervolgens een prima E3 Saxo Bank Classic (27e) en Gent-Wevelgem (28e) waarin hij telkens een goede renner in de breedte blijkt te zijn voor INEOS. Luke Rowe noemt hem na Wevelgem zelfs “the rider of the day” omwille van zijn werkkracht. Zijn naam is dan al gemaakt, maar in Dwars door Vlaanderen doet Turner er nog een schepje bovenop. Samen met ploegmaat Pidcock en 6 medevluchters rijden ze de rest van de deelnemers, Tourwinnaar Pogacar incluis, op meer dan 2 minuten. Zelf wordt Turner 8e na werk voor zijn maatje.
Langdurig contract?
Ook in de Ronde van Vlaanderen is Turner attent wanneer er een grote groep wegsluipt op de Berendries. Hij wordt uiteindelijk 35e. In de Amstel Gold Race voert Turner zowat in zijn eentje de forcing op het drieluik Kruisberg-Eyserbosweg-Fromberg en plaveit zo de weg voor Pidcock en de uiteindelijke winnaar Kwiatkowski. Het orgelpunt volgt in de Brabantse Pijl waarin hij wederom een hele koers in de aanval rijdt. Eerst met 5 in de aanval, later solo na een aanval op de Moskesstraat op 53 km van de meet en uiteindelijk als lid van de kopgroep die strijdt voor de overwinning. Ploegmaat Sheffield wint, Turner zelf eindigt nog als 4e.
Het is ongelofelijk aan welk voorjaar de jonge Brit inmiddels bezig is. Zelf is hij ook verbaasd, hij had niet gedacht nu al deze finales te kunnen rijden. Bij de ploeg zijn ze minder verrast, Teammanager Rod Ellingworth voorspelde al dat de profs hem beter zouden liggen dan de beloften. De allrounder voelt zich helemaal thuis in de klassiekers en nu Pidcock een contract van 5 jaar tekende, lijkt het een kwestie van tijd voor ook Turner voor een lang engagement wordt gestrikt. De vergelijking met Luke Rowe, maar ook met Ian Stannard, wordt veelvoudig gemaakt. Om zelf te winnen heeft hij naar eigen zeggen nog tijd genoeg. Aan dit tempo kan het ook gewoon zondag in Roubaix al prijs zijn.