Ook al wordt ze deze zomer 37, toch wil Loes Sels zich volgende winter in het veld weer laten zien. Iets wat al een paar seizoenen niet meer lukte. De renster uit Zoersel voelt zich tijdens de voorbereidende wegcampagne beter dan de voorbije jaren. Dat stemt haar hoopvol voor het volgende crossseizoen.

“Denken aan veldritten winnen is alles behalve realistisch”, beseft Loes Sels. “Voor mij is een goed gevoel hebben het belangrijkste geworden. Een precieze kalender moet ik nog maken, maar ik ben van plan komende winter de crossen wat te gaan uitzoeken. Ik zal niet alles rijden. Denk dat ik me voornamelijk zal richten op de Belgische veldritten. Neen, Wereldbekers wellicht niet. Die zijn ook vaak vrij ver in afstand. Het lijkt me niet realistisch om die crossen in mijn programma op te nemen.”
In het shirt van Proximus-Alphamotorhomes-Doltcini werkt Sels momenteel een wegprogramma af. Ze hervatte met een paar kleinere koersen en reed zondag in en rond Boezinge de Omloop van de Westhoek. Die 1.1 sloot ze als 70e af. 20 seconden na laureate Chiara Consonni koos ze in de sprint op kasseien voor veiligheid. In Borsbeek reed ze maandag ook de GP Mazda Schelkens, de voormalige Stan Ockers Classic, die de 1e manche was van de nieuwe SKM Ladies Cycling Cup. Sels koerste lang mee voorin, maar haalde de finish niet.
“Mijn 1e grote koers tot een goed einde gebracht”, glundert Sels. “Ik ben vooral blij dat ik veilig thuis raakte. Er waren vrij veel valpartijen, het was best gevaarlijk. Het was denk ik 3 jaar geleden dat ik een wedstrijd over 130 km reed. Door de pandemie heb ik zo’n koersen niet kunnen rijden. Misschien is het dat wat ik gemist heb: diep gaan in zo’n lange wedstrijden. Al moet ik niet ontkennen dat ik wat gezondheidsproblemen kende. Nu heb ik het gevoel dat het weer de goeie richting uitgaat.”
Van 6 naar 241
Eind 2019 begon de sukkelweg van Loes Sels. “Nochtans startte ik het veldritseizoen 19-20 met een 4e plaats in de Grote Prijs van de stad Eeklo”, herinnert de mama van 2 dochtertjes zich nog heel goed. “Daarna trok ik naar enkele Wereldbekers in Amerika, waar het al wat minder begon te gaan. Een goed niveau heb ik nadien niet meer gehaald. Mijn benen liepen altijd heel snel vol. Ik liet een pak onderzoeken uitvoeren, heb heel mijn lichaam laten scannen, maar een echte oorzaak voor het vermoeide gevoel is er nooit gevonden. Ik ondervond wel heel lang hinder van toxoplasmose. Misschien ben ik in die periode te veel blijven doortrainen.”
Sels vermoedt dat ze nooit echt zal weten waarom het de voorbije jaren een pak minder goed liep. Zowel in de winter van 17-18 als in die van 18-19 won ze 4 UCI-veldritten. Respectievelijk Rucphen, Hasselt, Oostmalle en Leuven; de volgende winter Zonnebeke, Gullegem, Contern en Ardooie. Hierdoor en dankzij een pak ereplaatsen in belangrijke crossen klom ze in de wereldranglijst naar de plaatsen 9 (17-18) en 6 (18-19). Terwijl ze nu gezakt is naar plaats 241.
“Logisch, er zijn perioden geweest waarin ik aan amper 4 trainingsuren per week geraakte”, verduidelijkt Sels. “Daar kan je geen goeie wedstrijden mee rijden. Nu gaat het de goeie kant op, is mijn indruk. Ik hou er natuurlijk rekening mee dat ik geen 20 jaar meer ben. Recupereren loopt niet meer zo vlot als toen ik een stuk jonger was. Wat ik nu kan op de weg heb ik de 3 voorbije wegcampagnes niet gekund. Zo’n Omloop van de Westhoek was best pittig, maar ik heb het overleefd.”
Geen einddatum
“Mijn trainingen gaan goed, ik herstel beter”, klinkt het ook. “Vooral op het mentale vlak zijn de voorbije crossseizoenen lastig geweest. Ik heb vaak gedacht of het al die opofferingen nog waard was. Op de een of andere manier sukkel ik steeds toch opnieuw op die koersfiets. Want ik doe het nog altijd graag. Nu het weer beter gaat, moet ik vooral kalm blijven en niet te veel hooi op mijn vork willen nemen. Niet te veel trainen vooral.”
Als het beter loopt, is de verleiding om meer te doen altijd groot. Het nichtje van 3-voudig wereldkampioene Sanne Cant lijkt met nieuwe motivatie naar het veldritseizoen te werken. Wat betekent dat ze helemaal niet bezig is met een afscheidsdatum. “Dat ga ik niet plannen”, beweert Sels. “Met het einde ben ik helemaal niet bezig. Ik vermoed dat ik op een bepaalde dag zal zeggen ‘het is genoeg geweest’ en van de ene dag op de andere zal beslissen om ermee te kappen. Die dag heb ik nog niet in het vizier.”