Ontdekten de Grote Prijs Mazda Schelkens in Borsbeek en de Spar Flanders Diamond Tour in Nijlen een nieuwe Belgische sprintsensatie? Het zou zo maar eens kunnen. Na een 3e en 2e plaats blijft Marthe Truyen (22) heel bescheiden. Ze beseft dat Lorena Wiebes, de Nederlandse spurtbom, nog van een ander kaliber is.
6e in Leiedal Koerse in Bavikhove waar ze met het peloton om de 5e plaats sprintte. In de Omloop der Kempen in het Nederlandse Veldhoven 4e in een massaspurt. Aan het einde van de Veenendaal-Veenendaal Classic mocht ze sprinten om plaats 4 en werd ze 7e. Nadien een 8e plaats in Dwars door de Westhoek in Boezinge. Daarna 2 podiumplaatsen in de spurt want 3e in Borsbeek (na Danique Braam en Marith Vanhove) en 2e in eigen Nijlen (na Chiara Consonni, eerder dit seizoen winnares van Dwars door Vlaanderen en Dwars door de Westhoek).
“Toch zie ik mezelf niet als een nieuwe Belgische sprintster”, reageert Marthe Truyen. “Ik wist dat ik in de spurt redelijk rap ben. Rensters als Lotte Kopecky en Lorena Wiebes staan toch nog een trapje hoger. Echt trainen op de sprint doe ik niet. Met Plantur-Pura hebben we geen trainingen op de vorming van een sprinttrein ingepast. In finales proberen we het wel. Onder meer in Dwars door de Westhoek, maar onze spurttrein ontspoorde circa 1 km van de streep. Daar was het een lead-out voor Sanne Cant.”
Met als gevolg dat Plantur-Pura in Boezinge 3 pionnen in de top 10 had: Christina Schweinberger 6e, Marthe Truyen 8e, Sanne Cant 10e. In de Spar Flanders Diamond Tour werkte de sprinttrein van het team van Heidi Van de Vijver wel goed. Alleen was Consonni iets sneller dan Truyen.
Goeie zaak
“Kim De Baat en Christina Schweinberger zetten me perfect af”, blaast Truyen de loftrompet voor haar teamgenoten. “Eigenlijk dacht ik te moe te zijn om een goeie sprint te doen. Blijkbaar lukte het me toch. En dan nog voor eigen publiek. De streep van deze 1.1-wedstrijd ligt anderhalve kilometer van waar ik woon. Zondag ben ik 11 keer aan mijn deur gepasseerd. Vroeger kwam ik altijd naar buiten gelopen bij de passages. En hoopte ik een drinkbus te bemachtigen. Zondag stond ik zelf op het podium.”
Niet alleen met de trofee voor de 2z plaats, maar ook als leider van het algemeen klassement van de SKM Ladies Cycling Cup én van de ranking voor Belgische rensters. In dit nieuwe regelmatigheidscriterium moeten nog 3 wedstrijden worden afgewerkt: de 2-Districtenpijl in Deurne op 10 juli, de Grote Prijs Yvonne Reynders in Noorderwijk op 15 augustus en de finale in Aartselaar op 4 september. Dat weekeinde gaat ook het veldritseizoen van start.
“De SKM Ladies Cycling Cup is een goeie zaak voor het vrouwenwielrennen”, benadrukt Truyen. “De 2-Districtenpijl zal ik zeker rijden, de andere proeven weet ik nog niet. Dat zal afhangen van het programma van de ploeg. De Baloise Ladies Tour van 13 tot 17 juli 2022 staat op mijn kalender, dat weet ik al. Zaterdag rijd ik de kermiskoers in Erembodegem, een week later het Belgisch kampioenschap in Middelkerke. Hoe we het daar als ploeg zullen aanpakken, is nog niet duidelijk. Tegen dan zal Julie De Wilde terug zijn. Zij beschikt ook over een goeie spurt. Net als Sanne Cant en Kim De Baat. Ik maak er geen probleem van om mij weg te cijferen voor 1 van de ploegmaats.”
Top 20
Truyen, die nog een masterjaar industrieel ingenieur voor de boeg heeft, is van plan om de weg en het veld zo lang mogelijk te combineren. De 2 recente podiumplaatsen in Belgische UCI-wedstrijden doen haar niet vol voor de weg kiezen. Ook in de cyclocross heeft de renster van IKO-Crelan een duidelijk doel.
“De voorbije winter haalde ik enkele keren de top 20 van een veldrit om de Wereldbeker”, verwijst Truyen naar haar 18e plaats in Zonhoven en 20e plaatsen in zowel Koksijde als Flamanville. “Ik hoop dat dit komende winter mijn standaard wordt. Uit de resultaten die ik recent liet noteren, blijkt dat ik op de weg een stap voorwaarts zette. Ik hoop dat die stap ook in het veldrijden volgt. Lukt dat in de cross niet, dan kan ik misschien eens nadenken over een verdere carrière in het wegwielrennen. Nu is dat niet aan de orde. Ik blijf beide disciplines combineren.”