Onze nieuwe WielerVerhaal-redacteur Raoul Struyf trok afgelopen weekend zelf zwaar van leer op het Belgisch kampioenschap in Nazareth. De Kruibekenaar pakte tot zijn eigen verbazing de bronzen medaille bij de +63-jarigen. Hoe dat kon, moesten we zelf even uitpeuteren.

Waarom koos je dit jaar voor de LWU?
Raoul Struyf: “Na 3 jaar competitie bij andere bonden en 2 jaar inactiviteit als gevolg van de coronapandemie heb ik voor 2022 gekozen om een vergunning te nemen bij de Landelijke Wieler Unie (LWU). Hun ‘E’-reeks, vanaf 63 jaar, is voor mijn leeftijd het beste wat ik kon kiezen. Tussen de jonge gasten koersen is niks meer voor een ouwe knar, hé.” (lacht)
Met welke ambitie heb je toegewerkt naar het BK?
Raoul Struyf: “Nadat ik mijn vergunning in het najaar van 2021 had aangevraagd, werd mijn ‘kopke’ ook gelijk getriggerd om er in de winter voor te gaan. Ik ben altijd wel iemand geweest met het motto ‘Als je iets doet, doe het dan goed!’ Ik ben alvast niet naar het BK getrokken om top 5 te rijden. Het grote doel is de ‘tricolore’ en podium is het minste wat ik wilde behalen!”
Hoe zagen je trainingen eruit?
Raoul Struyf: “Mijn wintertraining, ongeveer 5 maanden lang, ben ik gestart half november. De eerste 3 maanden waren de trainingen vooral gericht op Sweet Spot Trainingen (SST), omdat deze zorgen voor je aerobe conditie en je vermogen om vermoeidheid te weerstaan en dat terwijl je een redelijk hoog vermogen behoudt. We konden deze perfect binnen op Zwift doen. Ik verplichtte me ook tot 2 rustdagen per week. De kans om niet ziek te worden, was zo groter, dan dat ik buiten zou fietsen in het koude en soms natte weer. Daarna ben ik ook langere maar rustige trainingen beginnen te doen om mijn basis te behouden, en aan te scherpen. Omdat de competitie bij de LWU pas eind april startte, besloot ik om 3 keer per maand te racen op Zwift. Het werd me dan ook snel duidelijk dat ik serieuze stappen voorwaarts had gezet. Nu was ik ook mentaal voorbereid om te gaan koersen.”
Was het parcours in Nazareth op je maat?
Raoul Struyf: “Het parcours was misschien niet selectief en de wind niet sterk genoeg, maar ik wist dat het in mijn voordeel zou zijn. Brede banen afgewisseld door smallere banen, wat zij- en kopwind en goede benen. De enige min-factor was dat de koers misschien te kort zou zijn. Maar elke koers moet gereden worden.”
Hoe verliep de koers en hoe heb je het aangepakt?
Raoul Struyf: “Na de eerste demarrages zagen we al enkele renners lossen. Uiteindelijk bleven we na 2 van de 5 ronden met 8 man vooraan. Natuurlijk krijg je dan het effect dat er renners niet kunnen en/of niet willen meedraaien. Op een BK is dat niet anders. Om mijn kansen op een podiumplaats realistischer te maken, moest ik zelf blijven demarreren of hopen dat iemand anders het op het juiste moment zou doen. Iets gemakkelijker gezegd dan gedaan.”
“Toch had ik nog een laatste plannetje, ik demarreerde nog 1 keer in de voorlaatste ronde en zo had ik warempel een voorsprong. Wie niet waagt, niet wint, hé. We probeerden vooruit te blijven en zo de laatste ronde in te gaan omdat we wisten dat ze dan gingen gokken. Maar dan kijk je achteruit en de renner waarvan je het nooit zou verwachten, reed mijn voorsprong dicht met de andere in zijn wiel. Dat was even slikken, terug op adem komen en hopen op een sprint.”
Beschrijf de finale eens.
Raoul Struyf: “We gingen de laatste ronde in en wisten dat we halverwege ons al in positie moesten zetten om niet verrast te worden. Op enkele kilometers van de finish kwam ik terug op een iets smallere strook en schoof ik op naar de 5e plaats. Op ongeveer 2 km van de finish zag ik de ploegmaat van de latere winnaar op kop rijden met zijn ploegmaat in het wiel. De laatste bocht zou er snel zijn en ik wist dat ik nog moest opschuiven. Het laatste lange stuk naar de laatste bocht kwam er een kamikazerenner me voorbij met een onverantwoord manoeuvre, waardoor ik mijn belangrijke 4e plaats verloor en ook nog even moest inhouden.”
“Ik zag de eerste 3 renners vol door de bocht helemaal naar buiten toe gaan, maar besliste zelf om de binnenkant van de brede baan te nemen om zo voluit naar de finish te sprinten. In principe wist ik al dat ik minstens 1 plaats te ver zaten, maar ik smeet me toch volledig. Ik sprintte al snel de 3e voorbij, passeerde ook de 2e, maar op de meet was het niet te zien of ik nu 2e of 3e werd. De trui was weg, diepe ontgoocheling en dat moest ik even uiten in een harde schreeuw.”
Dus toch ontgoocheld?
Raoul Struyf: “Ja, er zat zeker meer in. Maar elke beslissing gebeurt in fracties van seconden. Achteraf is het altijd gemakkelijk spreken, maar zo werkt het niet. Ik zeg ook altijd dat elke koers gereden moet worden. De sterkste en/of beste in de koers wint niet altijd. Spijtig genoeg heb ik dat deze keer zelf ondervonden. Mijn doel was de tricolore en dat is me niet gelukt, dus ik ben niet tevreden met wat ik behaald heb. Maar ik weet wel dat elke renner op het podium zou willen staan. En daar ben ik dus wel tevreden mee. Ik heb tot hiertoe een schitterend parcours afgelegd. Heb dit seizoen ook al 1 keer op het hoogste schavotje mogen staan en voor de rest bijna altijd een top 5 of top 3. Welke renner zou hier niet mee tevreden zijn?”