Als 1 van Frankrijks veelbelovende opkomende talenten sinds de junioren, is Juliette Labous (Team DSM) elk jaar een beetje hoger opgeklommen in de hiërarchie van de beste klimsters. Met haar 23 jaar draagt ze de grootste Franse hoop op een goed resultaat in het algemeen klassement in de Tour de France Femmes op haar schouders.
Labous voelt zich klaar om voor de top 5 te gaan in deze 1e Tour de France Femmes, een jaar nadat ze 7e werd in de Giro Rosa. De inwoonster van Bisonta heeft net een vertrouwensboost gekregen na het winnen van haar 1e WorldTour-wedstrijd, de Ronde van Burgos, half mei, net voor haar trainingsstage in Tignes (25 mei tot 15 juni).
Je bent geboren in Besançon en hebt altijd in deze streek gewoond, maar Labous is een Bretonse achternaam (spreek de S uit), en het was in Finistère, in Kerlouan, dat je broer je leerde fietsen op het geplaveide terras van een gîte.
Juliette Labous: “Ja, ik moet 3 jaar oud geweest zijn. Ik weet nog dat ik in een bloempot viel. Er waren een paar valpartijen, maar toen de schrik was voorbij, en sindsdien ben ik nooit meer gestopt. Elke zomer brachten we een week door in Finistère. Mijn grootvader van vaderskant komt daar vandaan. Maar voor de rest, ben ik franc-comtoise!
Je hebt een zus die 10 jaar ouder is en een broer die 5 jaar ouder is. Het is dankzij hem dat je een passie voor wielrennen hebt ontwikkeld. Van je broer heb je de wielermicrobe?
Juliette Labous: “Ja, door Quentin wilde ik het doen. Ik volgde hem overal. Hij was mijn rolmodel. Quentin begon met BMX, en ik volgde hem. Dat was hetzelfde voor mountainbiken en daarna voor de weg. Onze ouders steunden ons, maar dwongen ons nooit. Op een dag bracht een vrachtwagen grond aan om onze tuin om te toveren in een mini-BMX baan.”
Je broer stopte met zijn studies toen hij 18 was om zichzelf een kans te geven om prof te worden. Het is hem niet gelukt, maar jou dus wel.
Juliette Labous: “School paste niet meer bij Quentin. Het was nu of nooit, maar het is niet gelukt. Maar het had gekund. Door dit zelf te bereiken, heb ik een beetje het gevoel dat ik een droom voor twee heb vervuld. Mijn broer heeft me veel geleerd en gaf me altijd het juiste advies. Hij had niet het geluk dat hij de juiste mensen ontmoette en dat alles vlot verliep, wat bij mij wel het geval was.”
Je werd opgeleid in het hopefuls-center in Besançon, onder leiding van Matthieu Nadal, voordat je de junioren verliet voor DSM. Was dit het allereerste team dat contact met je opnam?
Juliette Labous: “Ja, dat deden ze na het WK in Richmond, toen ik 1e jaars juniore was. De sportdirecteur van het team had contact met me opgenomen via Facebook. Ik wist eerst niet of het echt was! Hij regelde dat ik trainingskampen kon doen aan het begin van het volgende seizoen. Onze relatie ontwikkelde zich op natuurlijke wijze. Ze namen elk jaar jongeren mee naar het scoutingkamp ‘Talent Days’. Het ging goed, en ik pakte een podium in Albstadt in de Nations Cup. Daarna zeiden ze me dat ik welkom was in het team. FDJ nam contact met me op, maar met Liv-Plantur (de vroegere naam van Sunweb en Team DSM, red) was het zo goed als rond. Ik wilde bij hen komen omdat ze een buitenlandse ploeg waren, en ik wilde de Nederlandse wielercultuur ervaren. Het was een droom, daar was weinig twijfel over.”
In die tijd was Marianne Vos een bijzondere inspiratie voor je, niet?
Juliette Labous: “Ja, want zij won alles! Het vrouwenwielrennen kreeg in die tijd niet veel aandacht in de media. In de weinige wedstrijden die we zagen, was het zij of Pauline Ferrand-Prévot. MTB’ster Julie Bresset inspireerde me ook met haar Olympische titel in Londen. Ik had mijn idolen in BMX toen ik jonger was, zoals Laetitia le Corguillé. Ik ging met haar op de foto toen ik nog heel jong was. 2 jaar geleden kwam ik Laetitia weer tegen tijdens een seminarie in Dijon. We hebben samen een foto genomen en we hebben gelachen. Ik vernam dat ze haar dochter Juliette had genoemd!”
Kon je je als kind identificeren met de mannelijke renners die naar de Tour keken?
Juliette Labous: “Nee, niet echt. Ik keek graag, maar omdat er geen meisjes waren, kon ik niet zeggen dat ik het wilde doen. Het was net als prof worden; dat idee kwam pas later. Maar ik ging naar de Tour kijken als die langs ons huis kwam. Dat gebeurde 2 of 3 keer. Ik herinner me de tijdrit in Besançon in 2012. We gingen de dag ervoor fietsen om de profs te proberen zien. Dat heeft een indruk op me achtergelaten.”
“Er is nog iets: tijdens een trainingskamp met het comité van Franche-Comté nam Sandrine Guironnet ons mee om de Route de France in Arc-et-Senans te bekijken.… Ik sprak er onlangs nog met Evita Muzic over, want zij was er ook bij. Het kijken naar al die vrouwelijke ploegen motiveerde me. Ik had de indruk dat het profs waren, ook al was dat op dat moment niet het geval.”
Je bent de beste Franse kanshebster voor het algemeen klassement in deze Tour. Wat vind je van de druk, met nog een maand te gaan voor de openingsetappe?
Juliette Labous: “Ik voel dat het begint op te lopen. Ik hoor er steeds meer over van het grote publiek en de mensen rondom mij, maar ik denk dat ik er klaar voor ben. Vorig jaar was ik de enige vertegenwoordigster op de Olympische Spelen, toen voelde ik de druk al. Over het algemeen is het niet iets dat me tegenhoudt. Het beangstigt me niet te veel.”
Heb je hier met Romain Bardet over gesproken? Hij zit al lang in deze rol en rijdt sinds vorig jaar ook voor Team DSM….
Juliette Labous: “Nee, maar het zou inderdaad iets zijn om over te praten. We zien elkaar wel eens. Het was vorig jaar ingewikkeld door corona en de te respecteren bubbels. Tijdens de laatste bijeenkomst met de mannenploeg hebben we een goed gesprek gehad met alle Franse renners, inclusief de nieuwkomers Romain Combaud en Léa Curinier.”
Heb je al een idee wat je vrienden en familie in petto hebben voor de 2 etappes in de Vogezen? La Planche des Belles Filles is maar 100 kilometer van Besançon.
Juliette Labous: “Nee, maar ik denk dat er veel volk zal zijn! Het wordt iets speciaals.”
Je kunt rekenen op de steun van je ouders. Je broer heeft verteld dat ze gezegd hebben dat ze maar een paar etappes willen volgen. Maar hij denkt dat ze liegen en, de hele Tour zullen doen!
Juliette Labous: “Dat is niet onmogelijk! Ik denk niet dat ze er in Parijs zullen zijn, het is een beetje moeilijk, al is het maar logistiek. Ik denk dat ze te gretig zullen zijn om te komen na het bekijken van een etappe of 2 op tv. Ze zijn al van hun oorspronkelijke plan afgeweken. Eerst hadden ze het alleen over de laatste 3 etappes. Ze beginnen nu te zeggen dat ze de ploeg kunnen komen helpen op de witte wegen van de 4e etappe. Ik ben benieuwd!”