Een prachtig herfstzonnetje maakte van de nieuwe Wereldbekermanche aan de Beekse Bergen een groot succes. Er stond veel publiek aan het Victoriameer en de supporters werden getrakteerd op heel wat spanning. Martin de Kok van het organiserende Libéma Profcycling kijkt nuchter naar de toekomst. “We willen hier zeker terugkeren en dan nog meer gaan samenwerken met het vakantiepark.”
Veldritverleden
De veldrit aan de Beekse Bergen was een nieuwkomer in de Wereldbeker, al werd er in het verleden ook al aan veldrijden gedaan. In 1973, 1993 en 2013 ontving Hilvarenbeek immers al het Nederlands Kampioenschap veldrijden. “Het is bijna een automatisme”, lacht De Kok. “Libéma is immers eigenaar van verschillende vakantieparken in Nederland, zoals de Beekse Bergen. Ook het terrein van Autotron in Rosmalen is eigendom van Libéma. Daarom konden we er in het verleden de Grote Prijs van Brabant en de Europese kampioenschappen (2018 en 2020) organiseren.”
Ook zonder leeuwen en giraffen spreekt de locatie van de Beekse Bergen aan. “Dat is een reden om naar hier te komen”, geeft De Kok aan. “Het is de bedoeling dat dit ook in Vlaanderen nog meer tot de verbeelding gaat spreken. Daarom kozen we ervoor om hier te kijken wat er mogelijk is.”
Richard Groenendaal werd aangesteld als parcoursbouwer. “We werken al langer samen, ook met de andere partners”, verduidelijkt De Kok. “Daardoor konden we het EK naar Rosmalen halen en nu maken we met deze Wereldbekermanche een nieuw doel waar. We moeten de balans op alle vlakken nog opmaken, maar ik zou nu al durven zeggen dat het een geslaagde organisatie is. Door het prachtige weer, wordt elk kleinigheidje weggelachen. Als ik dan de reacties hoor, is iedereen positief.”
Financiële plaatje
Het moeilijkste aan een Wereldbekermanche is steevast het financiële plaatje. “Het is niet eenvoudig om partners mee te krijgen”, klinkt het ook hier. “In ruil daarvoor is er de enorme uitstraling van dit event, dat telt ook mee. We weten waar we financieel aan beginnen en welke uitdagingen er voor ons staan. We stellen dus een begroting op en spreiden de risico’s met de hoogste brok voor Libéma zelf. Het is mooi dat alles uiteindelijk goed uitpakt.”
Het lijkt er sterk op dat de Wereldbeker volgend jaar opnieuw naar Hilvarenbeek trekt. “We moeten daarvoor nog rond de tafel zitten met Flanders Classics, want we hebben tot dusver maar voor 1 jaar de afspraak gemaakt. Daarnaast hebben we op termijn wel de ambitie om een kampioenschap naar hier te halen.”
“Het EK hebben we eerder al gehad en dat ging goed. We hebben ook goede banden met de UEC. Een WK lijkt me minder realistisch, dat zou sowieso nog een heel aantal jaren duren. Dus de focus ligt nu op de Wereldbeker en het EK, of eventueel een NK.”
Toekomst
“Een organisatie als deze moet je ook niet voor 1 jaar doen”, beseft De Kok. “Je ziet dat er veel enthousiasme is en daar moeten we van profiteren. Dit gebeuren moet de kans krijgen om verder te groeien. Het moet nog beter, al zijn we best tevreden met hoe het nu al leeft. Veel mensen die naar de cross gekomen zijn, gaan dat thuis vertellen aan familie en vrienden en op termijn komen er dan nog meer mensen terug.”
De Beekse Bergen lokt jaarlijks een dik miljoen bezoekers. Een interessant gegeven bij een partner. “We willen die samenwerking nog verder doorvoeren. Je kon nu al de tickets voor de veldrit combineren met een bezoekje aan het Vakantiepark. We hadden dat nog nooit eerder gedaan. De algemeen directeur van de Beekse Bergen ziet kansen en mogelijkheden om er nog iets mooiers van te maken. Dat we een blijver zijn? Dat zou je wel kunnen stellen, ja.”
De Wereldbeker trekt volgende week naar bekend terrein, want dan staat de Vlaamse Druivencross in Overijse op het menu. Ook de Vestingcross in Hulst en de Scheldecross zijn bekende locaties. Daarna gaat het naar Ierland voor de nieuwe cross in Dublin, gevolgd door de sneeuw in Val di Sole. Met Asper-Gavere, Zonhoven, het zonnige Benidorm en Besançon komen we in totaal aan 14 Wereldbekermanches.