In het interbellum was de Duitser Albert Richter 1 van de beste sprinters ter wereld. Legendarisch waren zijn duels met Jef ‘Poeske’ Scherens met wie hij samen rondreisde op zoek naar startgeld. ‘De 8-cilinder Duitser’ bleek echter een grote tegenstander van het Naziregime. Rond de jaarwisseling begin 1940 kwam hij in verdachte omstandigheden om het leven. Erik Schaap vertaalde zijn levensverhaal naar het Nederlands omdat dit nog steeds verteld moet worden. ‘Ongewenst’ is zo aangrijpend dat je het misschien wel in 1 sprint uitleest.

Wielerpiste in Keulen
Voor de aanleiding van het boek moeten we terug naar 1990 toen de originele schrijfster Renate Franz op de Duitse tv-zender ARD de documentaire ‘Op zoek naar Albert Richter’ bekeek. Meteen was ze gefascineerd door het levensverhaal van deze bijna vergeten Keulse baanwielrenner. In haar voorwoord vertelt Franz hoe ze behalve zijn graf op de Ehrenfelder begraafplaats nergens een herinnering aan hem vond. Samen met enkele lokale wielrenners pleitte ze voor de vernoeming van de wielerbaan in Keulen naar Albert Richter, wat in 1996 ook werd gerealiseerd. Een boek was het logische gevolg, al was het een enorme uitdaging om een onderscheid te maken tussen feiten en legendevorming.
Schaap vertaalde ‘Der vergessene Weltmeister’ naar het Nederlands. “Ten 1e verdient deze markante wereldkampioen wielrennen ook een publiek buiten Duitsland en Frankrijk. Ten 2e kwam er, door het toegankelijk worden van eerder gesloten bronnen, nieuwe informatie boven water”, zo legt hij uit.
Het succesverhaal van Richter start in Rome 1932. Die 3e september kroonde Richter zich tot held van de wielerbaan. Nadat hij eerder al de Grand Prix de Paris had gewonnen, versloeg hij nu de Italiaan Nuno Mozzo in de finale van het wereldkampioenschap sprinten voor amateurs. Ondanks zijn pogingen dat succes stil te houden, werd hij bij zijn thuiskomst overladen met applaus en bloemen. Een nieuwe ster was geboren en zijn professionele carrière was nu echt gelanceerd.
Ernst Berliner
Het was de joodse trainer en manager Ernst Berliner die een belangrijke rol zou spelen in het verhaal van de renner. Hij was direct overtuigd van het bijzondere talent van de renner en was erg streng als het aankwam op discipline. Er ontstond een hechte band tussen de 2 en Berliners dochter Doris stelt in het boek dat Albert de zoon was die haar vader nooit heeft gehad. “Hij heeft hem verzorgd, getraind, gemasseerd en geleerd een fatsoenlijk leven te leiden.”
Tussen 1933 en 1939 stond Richter 6 jaar na elkaar op het podium van het WK sprint, evenwel zonder 1 overwinning. Omwille van de dominantie van Scherens in die periode worden de 2 verhalen vaak aan elkaar gelinkt. Aan die periode houdt hij ook zijn bijnaam ‘de 8-cilinder Duitser’ over, die zou bedacht zijn door zijn concurrent Louis Gérardin.
Bij de opkomst van het nazisme wordt het verhaal wat grimmiger. De nazi’s verboden meerdaagse wielerspektakels in Duitsland en een aantal Duitse Zesdaagse-renners gingen hun geluk beproeven in Amerika. Ze verschenen er massaal in nationaalsocialistische wedstrijdkleding op de banen en brachten er ook zonder verpozen de Hitlergroet. Richter was echter een felle tegenstander. In 1934 had hij op het WK in Leipzig al voor een schandaal gezorgd door deze begroeting niet te brengen en hij bleef zich ook laten trainen door Berliner, terwijl joden waren uitgesloten van het Arische sportbedrijf.
Op de vlucht
De openlijke provocaties van Richter werden wat minder en hij groette op advies van Berliner ook met ‘Heil Hitler’, maar gebruikte een zodanige ironische ondertoon dat zijn ware mening duidelijk was. Optrekken met het Duitse team deed hij amper nog, hij werd met Berliner een ploeg op zichzelf. Zijn manager moest Duitsland noodgedwongen verlaten omdat de situatie onhoudbaar werd. Hij reisde met zijn vrouw en dochter naar Nederland. ‘De Jood is er vandoor’, stond er later te lezen op een pamflet. Ook Richter zou het buitenland opzoeken en vestigde zich in Zwitserland.
De oorlog had heel Europa steeds meer in zijn macht. Het WK sprint in Milaan moest op 1 september 1939 zelfs worden afgebroken net voor de finale tussen Scherens en Arie van Vliet (Richter was al zeker van een bronzen medaille). Op 9 december van dat jaar reed Richter met de Grote Prijs van Berlijn zijn laatste wedstrijd, die hij won voor zijn vriend Scherens. Met de trein trok hij op de laatste dag van het jaar van Keulen op weg naar Zürich. Een aantal Nederlandse collega’s zagen hoe hij aan een strenge controle werd onderworpen. In de banden van zijn fiets werden bankbiljetten gevonden. Richter zou daarop zijn flauwgevallen en weggebracht.
Zoektocht
Richter belandde in de gevangenis van Lörrach. Zijn familie werd hier pas na Nieuwjaar op de hoogte van gebracht. Josef probeerde zijn broer te bezoeken maar werd afgewimpeld. Een dag later kreeg hij het bericht dat Albert zich verhangen zou hebben in zijn cel. In de kelder van het ziekenhuis zagen ze zijn lichaam in een plas bloed. Met het lichaam reed Josef weer naar huis en ondanks het verbod opende hij de kist zodat hij zeker wist wat hij al vermoedde: Albert was gedood.
Vanuit de Duitse hoofdstad werd later zelfs bericht dat Richter om het leven gekomen zou zijn bij een skiongeluk. Dat nieuws werd door veel buitenlandse media overgenomen. Allerlei verhalen zouden op die manier ontstaan, maar wellicht komt het boek het dichtst bij de waarheid. Lange tijd werd zijn verhaal stilgehouden en zou Richter niet erkend worden als nazislachtoffer. Gelukkig had Berliner de oorlog wel overleefd en bleef hij aandringen op onderzoek. Zo bleef het verhaal overeind en kunnen we er vandaag nog steeds over lezen. Een aanrader voor iedereen die houdt van een zoektocht naar de waarheid.
Je kan het boek ‘Ongewenst’ hier kopen!
Maak nu al kennis met de WielerVerhaal-columnisten voor 2023!