Op het WK en tijdens de Champions League baanwielrennen moesten liefhebbers het stellen zonder Nicholas Paul. Een groot gemis, want de sprintbom uit Trinidad en Tobago is op zijn 24e 1 van de publiekstrekkers op de piste. In 2019 verbrak hij het wereldrecord op de 200 meter met vliegende start en de komende jaren moeten de grote titels volgen.
Teniel Campbell
Trinidad en Tobago is een land met 1,4 miljoen inwoners en plaatste zich in 2006 voor het WK voetbal als kleinste land ooit. Inmiddels raakte het die titel kwijt aan IJsland, maar voetbal blijft er wel een populaire sport, net als cricket. Wielrennen is er eerder een marginale sport, al houdt de bevolking er wel van baanwielrennen. Al in de jaren ’40 was er ene Compton Aloysius Gonsalves, die in 1948 zelfs deelnam aan de Olympische Zomerspelen in Londen. Later zou hij de nationale wielerfederatie oprichten in zijn land en staat hij zo aan de wieg van deze discipline in Trinidad en Tobago.
1 van de succesvolste Trinidadiaanse teams zijn wellicht de teamsprinters op de baan. Op de Pan-Amerikaanse Spelen van 2019 behaalden ze goud, maar werden ze geschrapt nadat Njisane Phillip de dopingregels overtrad. Kwesi Browne mocht op zijn beurt in 2021 als 1 van de 24 Trinidadianen naar de Spelen van Tokio en werd verdienstelijk 9e in de Keirin. Op de weg is er Teniel Campbell, renster bij Team BikeExchange-Jayco en vorig jaar ritwinnares in de Tour Cycliste Féminin International de l’Ardèche.
Nicholas Paul is echter van een ander niveau. In zijn jeugd was hij vooral actief als voetballer en zoals wel vaker kwam hij op de fiets terecht na een blessure. De fietsgenen kreeg hij vooral mee van zijn grootvader, verder zat het niet bepaald in de familie. Het fietsen ging zo goed dat de lokale club vroeg om lid te worden en vervolgens een aantal wedstrijden te rijden. In 2015 werd hij bij de junioren kampioen van zijn land in de Kilometer op de baan, een jaar later volgde de Pan-Amerikaanse titel in de sprint.
Olympische sprint
Op dat moment werd Paul ook opgenomen in het programma van het World Cycling Center, dat wereldwijd atleten ondersteunt. Dit centrum is gelegen in Aigle en lanceerde ook Chris Froome en Biniam Girmay. In 2019 werd hij plotsklaps wereldberoemd toen hij tijdens Pan-Amerikaanse kampioenschappen in Bolivia het wereldrecord op de 200 meter met vliegende start verbrijzelde. Aan een snelheid van meer dan 79 km/u (9.100) knalde hij over de baan. Nochtans was het record al 7 jaar in handen van de Fransman François Pervis (9.347), maar records zijn er om gebroken te worden.
Met zijn prestaties inspireerde Paul veel inwoners van zijn land om op de fiets te kruipen en logischerwijze begonnen ook veel supporters zijn prestaties te volgen. Zijn volgende grote doel werden de Olympische Spelen. Nadat hij erin geslaagd was om zich te plaatsen, ging hij vol voor een ereplaats in de sprint. Hij reed in de kwalificaties de 4e snelste tijd van allemaal en schakelde meteen de Australische wonderboy Richardson uit. Awang en Wakimoto volgden snel, maar tegen Dmitriev liep het mis. Er was wel wat discussie over de beslissende sprint omdat de Rus hem de pas zou hebben afgesneden, maar de medaillehoop kon wel degelijk de prullenmand in. Paul werd uiteindelijk 6e in de Olympische Sprint.
Later nam de sprinter wel wraak door op de Nations Cup in het Colombiaanse Calí goud te halen in de Kilometer, de Keirin en de Sprint. Eind oktober reed hij in Roubaix naar zilver op de Kilometer, de 1e WK-medaille voor T&T in 30 jaar. Voor zijn voorganger moeten we al terug naar 1991 toen Gene ‘Geronimo’ Samuel brons haalde in dezelfde discipline. In de Keirin strandde Paul overigens op de 4e plek na het Nederlandse duo Lavreysen en Hoogland en de Russische Israëli Mikhail Iakovlev.
Record verbroken?
Die laatste zou Paul nog wel vaker op zijn pad kruisen. Op 22 mei dit jaar zou de Rus immers zijn wereldrecord op de 200 meter hebben verbeterd met 1 duizendste van een seconde. De UCI moet deze poging wel nog goedkeuren. Dat de prestatie werd gerealiseerd in Moskou doet natuurlijk wel een beetje de wenkbrauwen fronsen in tijden als deze.
Niet dat Paul het echt aan zijn hart laat komen, want deze zomer haalde hij op de Commonwealth Games opnieuw 3 medailles (goud in de Keirin, zilver in de Sprint en brons in de Kilometer), gevolgd door 3 keer goud op de Pan-Amerikaanse kampioenschappen. Dat zag er dus enorm goed uit richting WK, tot hij een week ervoor zijn sleutelbeen brak op training. Dat was al voor de 2e keer dit jaar, want ook tijdens de Nations Cup in Schotland liep hij deze blessure op na een valpartij in de halve finales van de Sprint. Geen WK dus voor de Trinidadiaan en ook geen Champions League voor de man die op dat moment 2e stond in de UCI-ranking van de Sprint en de Keirin. Het laatste hebben we echter nog niet van hem gehoord.
Paul liet onlangs in een Facebookupdate weten dat hij zware maanden had beleefd, maar inmiddels goed kon herstellen en snel weer op de fiets zal zitten. Hij zegt dat hij zich zal klaarmaken voor ‘a big 2023’, al liggen de doelen natuurlijk vooral bij Parijs 2024 en Los Angeles 2028. Het grote doel: geschiedenis schrijven en zijn land opnieuw op de wereldkaart zetten.
Maak nu al kennis met de WielerVerhaal-columnisten voor 2023!