Hij volgde z’n hart! Afgelopen zomer besliste Yorben Lauryssen (20) om terug te keren naar het veldrijden. De belofte uit Roksem (Jabbeke) haalde als 2e jaars junior de WK-selectie, maar begon bij de overstap naar de U23 wat te twijfelen en koos voor een wegcarrière. Deze winter is hij opnieuw crosser. Zijn definitieve keuze!

Leidersplaats
In 2018 won hij bij de U19 de Koppenbergcross, in 2019 de Hotondcross, 2 veldritten in de Vlaamse Ardennen. Het toont zijn aanleg voor dergelijke parcoursen. Maar 2 jaar geleden besliste hij het te proberen op de weg. Wim Feys gaf hem bij EFC-L&R-Vulsteke en opvolger EFC-L&R-AGS kansen. Maar ook bij Yorben Lauryssen kruipt het bloed waar het niet gaan kan.
“Ik miste de cross”, verklaart de jonge West-Vlaming de terugkeer naar z’n 1e liefde. “Ik ben heel content dat ik deze stap heb gezet. De idee borrelde al een tijdje. Toen Mario De Clercq mij vroeg om opnieuw bij Pauwels Sauzen-Bingoal te komen crossen, was ik heel blij met dat voorstel. Zonder de steun van een specifieke crossploeg zou deze stap heel moeilijk zijn.”
Door opnieuw bij het team van manager Jurgen Mettepenningen te rijden, kreeg hij 3 cross- en 1 wegfiets ter beschikking. Intussen speldde hij deze winter al 16 keer een rugnummer op. In het Zwitserse Schneisingen mocht hij zelfs al eens het zegegebaar maken. Het leverde hem de leidersplaats in de Swiss Cyclocross Cup, een regelmatigheidscriterium over 5 veldritten in Mettmenstetten, Schneisingen, Bulle, Hitnau en Meilen, op.
Om de eer
“De 1e manche reed ik niet, de 2e won ik en na de huldiging mocht ik een 2e keer het podium op”, vertelt Lauryssen. “Toen pas ik kreeg ik te horen dat er in Zwitserland een regelmatigheidscriterium was. Na 4 van de 5 proeven sta ik aan de leiding met 10 punten voorsprong op Loris Rouiller. Het zal op 2 januari 2023 in Meilen nog een spannende bedoening worden. Ik heb de omloop al eens opgezocht. Het lijkt mij een typisch Zwitserse weidecross met heel wat hoogtemeters. Dat heb ik het liefst, maar Rouiller kan dat ook.”
Haalt hij dat eindklassement binnen, dan wordt Lauryssen 700 Zwitserse frank rijker. Wellicht zullen z’n onkosten – hij zal in totaal 4 keer met de mobilhome naar Zwitserland hebben gereden – niet volledig vergoed zijn met die geldprijs. Want per wedstrijd – net als Lauryssen miste Rouiller 1 cross van die Swiss Cup – overbrugt hij heen en terug circa 1.500 kilometer.
“Om de centen is het mij niet te doen, wel om de eer”, benadrukt de student Sport en Bewegen aan de hogeschool in Brugge. “Ik denk wel dat ik de juiste keuze maakte door naar het veldrijden terug te keren. Het voordeel aan rijden voor een crossploeg als Bingoal-Pauwels Sauzen is dat ik in de zomer ook een heel mooi wegprogramma zal afwerken. Waarin ik me ook wel eens wil laten zien. Tot het einde van mijn beloftenperiode loopt mijn contract bij het team.”
Geen WK
Daarna ziet Lauryssen wel wat het wordt. Over de resultaten die hij de eerste 3 maanden van het veldritseizoen haalde, is hij niet ontevreden. In de manche van de Exact Crossen in Essen afgelopen zaterdag werd hij 13e. “Ik had graag de top 10 gehaald, zat een groot deel van de wedstrijd binnen de top 8, maar in de finale zakte ik er een beetje door”, blikt hij terug. “13e is ook niet slecht. Het was best een zware cross, in droge modder op vele lange rechte stukken. Het was echt 1 uur à bloc.”
De Zilvermeercross in Mol op vrijdag 23 december 2022 wordt z’n volgende opdracht. Daarna trekt hij naar Heusden-Zolder (27/12) en Diegem (28/12). Na het Zwitserse Meilen (2/1) doet hij ook Koksijde (5/1) en indien geselecteerd de Wereldbeker in Zonhoven (8/1). Daarna volgt het BK in Lokeren (15/1).
“In beloftenveldritten focus ik op een plaats binnen de top 10”, beweert Lauryssen. “Op de Koppenberg is dat met een 8e plaats gelukt. En in Kortrijk werd ik 10e. Neen, aan een selectie voor het WK U23 in Hoogerheide denk ik niet. Als je ziet hoeveel Belgische beloften bij de profs top 10 halen, zal ik niet in aanmerking komen. Misschien kan ik volgend seizoen nog een stapje vooruit zetten en weer Wereldbekers rijden. Dat zit wel in mijn achterhoofd.”