Toen ze begin dit jaar begon te koersen bij Restore Ladies, een clubteam uit Pijnacker (Zuid-Holland), had Eva van Agt een brave droom. De gewezen hockeyspeelster hoopte tegen eind 2024 haar fiets gesponsord te krijgen. Het gaat veel sneller dan gehoopt. De kleindochter van de voormalige Nederlandse premier Dries van Agt is nu al prof bij Team Jumbo-Visma Women.
Illinois
Als je jong bent, mag je stoute dromen koesteren. Eva van Agt, intussen 25, hoopte met de Nederlandse hockeyploeg ooit aan te treden op de Olympische Spelen. “Een kinderdroom, meer was dat niet”, verduidelijkt ze. “Ik begon te hockeyen in eigen Nijmegen. Bij mijn debuut speelde de club nog in de hoogste afdeling, maar we degradeerden. Neen, nationale selecties haalde ik nooit, regionale selecties wel. Toen ik 18 was, besloot ik met een sportbeurs in Amerika te gaan studeren.”
In Illinois, waar ze ook hockey speelde, haalde ze een bachelordiploma economie en wiskunde. “Toen ik terugkeerde was ik van plan weer te hockeyen bij mijn oude ploeg in Nijmegen”, gaat Eva van Agt verder. “Door de pandemie waren er toen geen hockeywedstrijden. Op mijn 15e had ik een koersfiets gekregen, maar daar deed ik enkel recreatieve tochtjes mee, niet langer dan 30 km. Om bezig te blijven toen de hockeycompetitie stillag, begon ik meer te fietsen. Het werd een nieuwe uitdaging, mijn liefde voor de fiets werd alleen maar groter.”
Hoeft niet te verbazen, het zit in de genen. Dries van Agt, van 1977 tot 1982 Nederlands minister-president en intussen 91 jaar, is een groot wielerliefhebber. In 1980 was hij er als de kippen bij om Joop Zoetemelk te feliciteren met z’n Tourzege. “Opa volgt mij zoals elke grootvader z’n kleindochter volgt”, vertelt Eva van Agt, die amper 2 maanden na haar competitiedebuut bij het Restore Ladies Cycling Team overstapte naar de Britse UCI-ploeg Le Col-Wahoo. Ze bracht onder meer, als 52e in het eindklassement, de Ronde van Frankrijk voor vrouwen tot een goed einde.
Salaris
“Plan A was proberen meegroeien met Le Col-Wahoo, want de ploegleiding had de ambitie ooit door te stoten naar het niveau WorldTour”, vertelt Van Agt. “Ik voelde mij er heel goed. Maar 3 weken geleden kregen we plots een mail. Er waren problemen om het budget voor 2023 rond te krijgen, we kregen het advies een andere ploeg te zoeken. Ik ging onmiddellijk aan de slag en begon teams op te bellen. Ook Team Jumbo-Visma Women.”
De omkadering van het Nederlandse WorldTour-team had gezien dat Eva van Agt het, ondanks een gebrek aan ervaring, niet onaardig deed op geaccidenteerde parcoursen. “Ik mocht testen en daarna tekenen”, glundert de renster die in Maastricht data science (wiskunde en artificiële intelligentie) studeert. “Plots zit ik bij 1 van de topploegen in het vrouwenwielrennen, een team dat ooit het beste van de wereld wil worden. De droom waarmee ik aan mijn wielercarrière begon, heb ik al meer dan waargemaakt. Want niet alleen mijn fiets is gesponsord, ik krijg zelfs een salaris om te koersen.”
Deze week maakte Eva van Agt kennis met haar ploegmaats. Team Jumbo-Visma Women werkt in het Spaanse Girona een 1e stage af. Nog zonder de toppers Marianne Vos en Fem van Empel, want zij concentreren zich op de topafspraken van het veldrijden. “In het begin voelde ik me wat onwennig”, geeft ze eerlijk toe. “Dat ging snel voorbij. De sfeer op dit trainingskamp is hartstikke goed. De kamer deel ik met Riejanne Markus, ook een topper en iemand met veel ervaring. We zijn hier met 14 rensters. De eerste dagen van de stage waren hier ook 14 stafleden. Enkelen zijn intussen al vertrokken.”
1e voorjaar
In januari is er een 2e teamkamp. “Daar verneem ik hoe mijn programma er zal uitzien”, besluit Eva van Agt. “Doordat ik vorig jaar bij een clubteam koerste heb ik nog geen voorjaar gereden. Daar kijk ik naar uit. Ik vermoed dat niet al te lange hellingen mij liggen. Volgens mij ben je goed in wat je bijna dagelijks traint. Bij mij is dat in de buurt van Maastricht. Neen, dromen van de Olympische Spelen doe ik niet meer. In het hockey zou het al heel moeilijk geweest zijn daar te geraken. In het wielrennen is de concurrentie in Nederland zo mogelijk nog groter.”