2022 was allerminst het jaar van Annemarie Worst. De 27-jarige veldrijdster van 777 was in 2020 en 2021 nog 2e geworden op het WK in Oostende en 2022 moest het jaar worden van de bevestiging of zelfs verbetering. Een eerlijke kans heeft ze daartoe nooit gekregen, het werd een grote anticlimax. Hopelijk brengt 2023 haar meer geluk.
Ereplaatsen
Eventjes terug in de tijd. Annemarie Worst had in het seizoen 2020-2021 een degelijke winter met tal van ereplaatsen. Enkel winnen bleek zo moeilijk. Ze zegevierde wel op de Koppenberg, maar dat werd de enige grote overwinning. Verder was het podiumplaatsen verzamelen, zoals op het WK in Oostende. Daar bleef ze haar landgenote Lucinda Brand tot het eind belagen, maar moest ze genoegen nemen met zilver. Dat was haar een jaar geleden ook al overkomen in Dübendorf. “Hier koop ik niks voor”, klonk het toen onder meer.
Helaas voor Worst zou ze in 2022 geen revanche nemen. Erger nog: ze kreeg er niet eens de kans toe. Net voor het WK in Fayetteville testte ze positief op corona. Daardoor mocht ze niet mee op het vliegtuig stappen met de Nederlandse selectie. Een bittere pil, zeker als je weet dat ze vervolgens nog de Parkcross van Maldegem en de Sluitingsprijs van Oostmalle won. De conditie zat dus prima.
Een nieuw seizoen, een nieuwe kans. Worst begon in elk geval met vertrouwen aan de veldritwinter, want in de zomer had ze een mooie ritzege geboekt in de Lotto Belgium Tour. Op de Muur van Geraardsbergen toonde ze haar kunnen. Later in de zomer won ze ook nog het dernycriterium van Putte.
Succes in de VS
Zoals verwacht liep het meteen vlot voor de Nederlandse. In Kruibeke werd ze nog 2e, maar vervolgens won ze 4 keer op rij in de Verenigde Staten. Samen met haar partner Vincent Baestaens was ze daar tijdig naartoe getrokken met oog op de Wereldbekermanches, maar ook omdat Baestaens hier inmiddels een gewoonte van heeft gemaakt. Het is natuurlijk altijd leuk om te winnen en de 2 beleefden een mooie tijd aan de overkant van de oceaan.
Vervolgens reed Worst naar 3e plaatsen in de Wereldbekers van Fayetteville en Tábor, prima resultaten. Tussendoor zat ze met Baestaens en hun trouwe viervoeter in de podcast Cross en keek ze reikhalzend uit naar de rest van het seizoen. Enkele dagen later liep het mis. Op het EK in Namen kwam ze – naar eigen zeggen op domme wijze – ten val en was haar slechte knie geraakt. Daar sukkelde ze in het verleden al mee, dus die valpartij kon ze missen als kiespijn. Er volgde helaas slecht nieuws. Nadat de kniepijn niet verbeterde, liet ze een scan maken en werd een ontsteking vastgesteld. Zo moest de de geboren Nunspeetse er voor onbepaalde tijd uit.
Anderhalve maand later kregen we Worst eindelijk terug te zien in de cross. In Mol vierde ze haar comeback meteen met een 3e plaats. Dat was een opsteker van formaat en top 10-plaatsen in Gavere, Zolder en Diegem bevestigden dat ze nog steeds over een prima vormpeil beschikt. Helaas ging de knie weer opspelen. Daarom moest ze inmiddels ook al passen voor de veldritten van Loenhout en Baal. Over de rest van het seizoen lijkt nog geen duidelijkheid.
Verloren jaar
Wat dus een geweldig jaar moest worden voor Worst, werd een jaar vol pech. Door deze problemen zal het ook lastig worden om dit seizoen nog een niveau te halen dat haar in staat stelt om wedstrijden te winnen. Zo gaat er weer een jaar voorbij en ondertussen is een nieuwe generatie talenten opgestaan, wat het niet gemakkelijker maakt om nog ooit dat fameuze WK te winnen. Of ze in 2023 überhaupt aan de start zal staan, is nog onduidelijk. Ze kan eventueel een keertje denken aan Niels Albert, die in de winter van 2008-2009 zijn milt scheurde maar net op tijd herstelde en wereldkampioen werd in Hoogerheide.
Het is op termijn vooral hopen dat Worst richting het volgende veldritseizoen volledig verlost raakt van haar knieklachten. Verder kan ze altijd een voorbeeld nemen aan haar landgenote Brand. Zij was ook al de 30 gepasseerd toen ze de regenboogtrui veroverde. Er is dus nog tijd, al zal dat momenteel de pijn niet verzachten.