In 2018 wandelde Stephan Thomas, een vrijwilliger bij wielermuseum KOERS, naar zijn collega Dries De Zaeytijd met de anekdote dat er in het huis van zijn grootvader Camiel een reeks oude prentkaarten en foto’s van renners te vinden waren. Achter de gevel blijkt een geweldig verhaal verstopt over de gelijknamige veloschoenmakerij die de enorme bloei van de wielerwereld mee kleur heeft gegeven. In ‘De Wielerwereld aan je Voeten’ beschrijft De Zaeytijd dit historische pareltje.
Goudmijn
Het bezoek aan de woonst van Thomas blijkt een schot in de roos te zijn. De Zaeytijd en zijn collega’s vinden er in kasten en kieren allerhande documenten en archieven die te maken hebben met de veloschoenmakerij. Wanneer ze deze documenten samen leggen en het nodige zoekwerk hieraan koppelen, komen ze tot een uniek overzicht van een familiebedrijf dat heel koersend België en een deeltje van de rest van de wielerwereld kleur heeft gegeven.
Alles draait natuurlijk om Camiel Thomas, die op 19 oktober 1889 werd geboren als zoon van Elodie Bovyn en Petrus Thomas. Hij groeit op in Roeselare op een moment dat de Belgische schoennijverheid piekt en vooral in deze West-Vlaamse contreien een ‘booming business’ blijkt te zijn. Ook de koers wordt steeds populairder en met Odiel Defraeye levert Rumbeke – toen nog geen deelgemeente van Roeselare – in 1912 zelfs een winnaar van de Tour de France.
In hetzelfde gezegende 1912 maakte Camiel Thomas de overstap van wielersupporter naar wielrenner en een jaar later zegeviert hij op de Velodroom van Evergem. De Eerste Wereldoorlog trekt echter een streep door zijn carrière en na zijn dienst als soldaat neemt hij zijn job als schoenenmaker terug op. Op dat moment zijn er tal van fietsconstructeurs, maar wielerkledij of koersschoenen kennen nog geen specialisten. Een hiaat dat schreeuwt om gevuld te worden. Onder de merknaam ‘Gebroeders Martin en A. Van Hecke’ brengt Thomas rond 1925 zijn eigen schoenen op de markt.
Hector Martin
Op 31 december 1928 ondertekent Thomas een overeenkomst met wielrenner Hector Martin. Die had in de Tour van 1925 3 etappes gewonnen en daar deed hij er 2 jaar later nog eens 2 bij. Bovendien reed hij dat jaar 4 dagen in de gele trui. Met een podiumplek in de Ronde van Vlaanderen van 1925 en winst in Bordeaux-Parijs in 1928 genoot hij al enige bekendheid. Voortaan mocht Thomas onder de merknaam Hector Martin schoenen op de markt brengen.
Al snel resulteert de samenwerking in een brede verkoop in het hele land. Vanaf de Tweede Wereldoorlog wordt het aanbod uitgebreid met petjes en musettes, die niet alleen in binnenland, maar ook in andere wielerminnende landen verkopen als zoete broodjes. De petjes blijken een ideaal middel voor sponsoren om hun merknaam nog beter in de markt te zetten en heel veel van deze exemplaren worden dus in de Roeselaarse Ieperstraat vervaardigd. De ‘veloschoenen’ worden dan weer in grote hoeveelheden verscheept naar het Verenigd Koninkrijk. Onder de klanten van de veloschoenmakerij behoren ook Tom Simpson en Beryl Burton.
Na het overlijden van Thomas in 1964 wordt zijn levenswerk verdergezet door zijn weduwe en dochters. Het zou leiden tot een lange succesperiode. Zo zouden ook profploegen als La Vie Claire, 7-Eleven en Lotto in de jaren ‘tachtig ’80 en ’90 nog rondrijden met de petjes van de firma. Ploegleider van Lotto Jean-Luc Vandenbroucke zorgt ervoor dat zijn team de kenmerkende hoofddeksels ook in de Tour draagt.
Naslagwerk
Uiteindelijk komt aan het werk van Camiel Thomas pas in 2007 een einde. Inmiddels is het 100 jaar geleden dat de veloschoenmaker in de Ieperstraat begon met zijn zaak. Dit bleek het ideale moment voor een boek over dit uitzonderlijk verhaal, dat de passende titel ‘De wielerwereld aan je voeten’ kreeg. Het is verschenen bij Uitgeverij Bibliodroom, kost 24,95 euro en is onder meer te koop in de shop van KOERS. Of hier meteen online bij onze partner boeken.cafe.
In het koersmuseum werd bijhorend ook een tentoonstelling georganiseerd op maat van kinderen. Verspreid over 5 standjes in het museum maak je er kennis met het leven en werk van Thomas. Overal kunnen de kinderen leuke opdrachten uitvoeren en in de huid van de veloschoenmaker en zijn familie kruipen. De tentoonstelling zal normaal gezien ook nog in de Eperon d’Or in Izegem worden getoond.