De Remco Evenepoel van EDH, de Waalse nevenbond l’Echappée du Hainaut. Zo kan je de 26-jarige Gauthier Ronsse omschrijven. De wielrenner uit Olsene kroonde zich vorig jaar in Callenelle, in de leeftijdsgroep 18 tot 26 jaar, tot wereldkampioen bij de Henegouwse federatie van Marc Bouillon. Het John Saey Cycling Team liet voor de amateurwielrenner bij Verge een mooie regenboogtrui maken.

Minder opgefokt
Zaterdag werkte Ronsse, werkzaam bij de sportdienst van de gemeente Zulte, al een 1e wedstrijd af. In Pommeroeul werd hij 15e. Ploegmaat Bjorn De Decker won. “Al de 2e overwinning van mijn maatje”, glundert Ronsse. “Zaterdag raakten ze met 3 voorop. Ik zat in een achtervolgende groep met 12 renners. Het begon wat te regenen. Ik kan met de fiets rijden, maar de meest stuurvaardige ben ik niet. Dus nam ik geen risico’s en bolde ik als laatste van de achtervolgende groep over de streep.”
Daarna spoedde hij zich naar het werk in de gemeentelijke sporthal van Zulte. Het klinkt een beetje vreemd dat een amateur zich verplaatst naar de provincie Henegouwen om te gaan koersen. Terwijl in Oost- en West-Vlaanderen diverse nevenbonden actief zijn. Zoals WAOD, LWU en OVWF.
“Ik heb altijd liefst in Wallonië gekoerst”, verduidelijkt Ronsse. “Daar is alles wat minder opgefokt, de sfeer op de koersen is leuker. Bij de WAOD zijn de parcoursen zo goed als allemaal biljartvlak. En de wedstrijden bij de LWU vind ik wat tekort. 60 km is te weinig. De koersen bij EDH zijn 80 tot 90 km lang. Wedstrijden van circa 2 uur, dat is perfect.”
Van Peteghem
Nochtans heeft Gauthier Ronsse een verleden bij Cycling Vlaanderen. “Ik heb ook een verleden in het voetbal”, verrast hij. “Ik denk dat ik een betere doelman dan renner was. In 2011 pakte ik in het jeugdvoetbal nog de titel, maar in augustus begon ik bij de nieuwelingen te koersen. In Zingem, ik weet nog goed waar. Meteen had ik de smaak te pakken, ik ben blijven koersen.”
In 2020 en 2021 waagde hij zijn kans bij het team van Gaspard Van Peteghem, die met Cibel enkele jaren een continentale ploeg runde maar na het einde in 2019 een clubploeg opstartte. Door de pandemie kon er in 2020 weinig gekoerst worden. In 2021, nadat het seizoen op 9 juni op gang werd gebracht, reed de Wase ploeg wel een programma. Het avontuur van Gauthier Ronsse eindigde ongemakkelijk.
“Plots kreeg ik van de federatie bericht dat mijn vergunning niet werd verlengd”, herinnert hij zich. “Eerst dacht ik dat het een vergissing was. In de krant had Van Peteghem zich nog lovend uitgelaten over mijn werk voor de ploeg tijdens een rittenkoers in Frankrijk. Het bleek toch niet om een fout te gaan. Ik mocht niet blijven.”
John en Luc Saey
Meteen bewandelde hij een ander pad. Dat van de elite 3, de vroegere amateurs en masters. “Bij Cycling Vlaanderen rijd ik nog wel eens een open koers”, vertelt Ronsse. “De kermiskoersen bij de elite zonder contract doe ik niet meer. Daar gaat het er eigenlijk een beetje oneerlijk aan toe. Sommige renners gaan jaarlijks 3 of 4 keer naar Spanje om te trainen. Ik ben maar een gewone werkmens, dat lukt me niet.”
In de loop der jaren leerde Gauthier Ronsse zichzelf beter kennen. “Ik besef dat ik niet het grote talent heb”, karakteriseert hij zichzelf. “Bij de elite zonder contract kon ik 2 of 3 keer per maand top 20 rijden. Maar dan was ik volledig choco en had ik enkele dagen nodig om te herstellen. Dus vraag ik me geen vergunning elite 2 meer aan.”
Wat niet betekent dat hij met beperkte ambitie naar het EDH-circuit trekt. “Vorig jaar kon ik 2 keer winnen”, glundert Ronsse. “Ik hoop opnieuw een zege te kunnen pakken. Belgisch of wereldkampioen, dat wordt moeilijk. Vorige zomer kon ik met de hulp van David Motte en Carrera Coppens mijn grootste opponenten in de categorie 18 tot 26 jaar op het WK eraf gooien. We reden samen met de 26- tot 34-jarigen. Die dag werd ik 6e, goed voor de wereldtitel in mijn leeftijdscategorie. Win ik niet, maar maatje Bjorn De Decker wel, haal ik daar evenveel voldoening uit.”
Geld valt bij de Waalse nevenbond niet te verdienen, wel naturaprijzen. “Bij het John Saey Cycling Team wordt geen premiestelsel gehanteerd”, benadrukt Ronsse. “Een onbeperkt kledijpakket bij Verge, dat krijgen we wel. En op het einde van het seizoen organiseren John Saey en z’n zoon Luc een mooi ploegfeest. Het is de beste ploeg waarvoor ik ooit reed.”