Na 2 jaar te focussen op de Giro heeft Romain Bardet het algemeen klassement van de Tour de France weer in zijn vizier voor 2023. Met dat doel rijdt hij deze week Parijs-Nice. 10 jaar na zijn debuut in de ‘Koers naar de Zon’ rijdt de Fransman voor het eerst in de Nederlandse DSM-trui, waar hij sinds 2021 voor uitkomt. Als 5e in het algemeen klassement in 2019 krijgt hij dit jaar de kans om zich te meten met Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar.

Hoe voel je je na je seizoensstart in het zuiden van Frankrijk?
Romain Bardet: “Ik denk dat Tour des Alpes Maritimes et du Var, Faun-Ardèche Classic en Faun Drôme Classic het beste programma was om me voor te bereiden op Parijs-Nice, de beste manier om in vorm te komen. Ik ben nog niet op mijn hoogtepunt, maar mijn benen zijn goed. Ik moet over een virusje heen dat me vorig weekend verzwakte, maar dat zal snel weg zijn. Ik had een mechanisch probleem in de Ardèche, waardoor ik niet voor winst kon gaan, en de volgende dag in de Drôme Classic had ik het gevoel dat ik wat pit miste in de aanloop naar de finish. Maar ondanks de koude was het toch een zeer intense wedstrijd, en dat was nuttig werk.”
Herinner je je de Parijs-Nice van 2013 en je 6e plaats in Brioude, nog altijd je beste resultaat in een etappe?
“Dat gaat inderdaad ver terug. Het was mijn 2e profjaar, maar vooral het jaar waarin ik echt het eliteniveau ontdekte. Alles was nieuw en ik begreep maar al te goed dat ik een andere dimensie betrad. De omstandigheden waren moeilijk voor de etappe van Brioude, maar ik was er klaar voor. Ik besefte al snel dat Parijs-Nice een zeer veeleisende wedstrijd is.”
Verklaar je nader.
“Ik denk dat het de zwaarste wedstrijd van 1 week is op de hele kalender. Het is niet waar ik me het meest op mijn gemak voel, maar er is altijd een mooie strijd. Er is constant sportieve spanning. Het is een moeilijke wedstrijd, met altijd een steile etappe vroeg in de week, dan is er de factor wind, dan een tijdrit, en dan het laatste weekend met een reeks beklimmingen. De Dauphiné bijvoorbeeld is makkelijker voor mij omdat de beklimmingen progressiever zijn. En Tirreno-Adriatico heeft meer dagen gereserveerd voor de sprinters, wat het minder zwaar maakt.”
Heb je van deze Parijs-Nice een tussendoel gemaakt?
“Het is vooral een essentiële wedstrijd in de aanloop naar mijn seizoen. Mijn draai vinden in een nieuwe groep zal 1 van de uitdagingen zijn. Ik heb wat tijd doorgebracht met mijn teamgenoten op training. We hebben uitstekende jonge renners en best goeie talenten. Casper van Uden en Pavel Bittner zijn meer sprinters. Zij moeten hun tanden erin zetten. En Max Poole is pas 19 jaar oud, maar hij is een grote klimmer in wording. Hij viel afgelopen zondag, maar ik hoop nog steeds dat hij erbij kan zijn, zodat hij het diepe in kan springen.”
Het is uitkijken naar de rit met aankomst op de Col de la Couillole, maar heb je de route al in detail kunnen bestuderen?
“Eerst zal ik een verkenningsrit maken van de openingsrit, die goed zou kunnen zijn. Vervolgens is de ploegentijdrit een mes dat langs 2 kanten snijdt vanwege de de grote ploegen die aanwezig zullen zijn. Voor de rest ken ik de regio van de laatste 3 etappes heel goed. En ik kan je zeggen dat de beklimming van La Colle-sur-Loup enorm moeilijk is, en dat je die dag niet op het appèl mag ontbreken. Wat betreft de Couillole-klim, die heb ik al verschillende keren gereden, en ik heb hem vorige week nog eens gedaan.”
Is het realistisch om als klassementsrenner te mikken op de zege, met favorieten als Vingegaard en Pogacar?
“We zullen zien. Ze zijn beide al sinds het begin van het seizoen in topvorm. En ze zitten ook bij grote teams, dat is zeker. Maar wat er ook gebeurt, er zijn altijd sterke renners en er heerst altijd pittige strijd in Parijs-Nice. Dus ik ga er nog steeds heen om mijn koers te rijden. Ik moet eerst vertrouwen op mijn eigen benen en mijn eigen vorm.”
Organisatoren van etappekoersen innoveren soms de manier waarop ze tijdritten rijden. Dit jaar experimenteert Parijs-Nice met een speciale stijl van ploegentijdrit – daar lees je hier op WielerVerhaal maandag meer over), waarbij de tijden van elke renner worden gebruikt voor het dagklassement. Een individuele tijdrit door teams, kortom, is een vreemd idee.
Maar in de geschiedenis van de wielersport ontbreken ongewone pogingen tot tijdrijden niet. De officiële website van Paris-Nice biedt een overzicht van de meest creatieve initiatieven: de aparte starts in de jaren 1920, het voorgerecht van de Tour van 1988, of recenter de chrono-pursuit die in 2017 in Marseille door vrouwen werd gereden. Hier vind je daar meer informatie over!