Net als vorig jaar in Gavere kroonde Thibaut Van Damme (15) zich in Waregem tot Belgisch kampioen tijdrijden bij de nieuwelingen. Voor de Kruisemnaar van het Avia-Rudyco Cycling Team 2 kampioenschappen in eigen streek. Hij bracht ze allebei tot een goed einde. Nochtans werd de topfavoriet de voorbije dagen door de rivalen getreiterd. Hij kon de rust bewaren.
Explosief
Over 11,5 km op een volledig vlak parcours – op een brug over de E17 en een tunneltje na – reed Van Damme 17 seconden sneller dan Yoram Knaepen. Edouard Claisse, winnaar van het brons, gaf 8 tellen meer toe. Deze laatste duwde Rune Boden van het podium. Van Damme, vorig jaar kampioen bij de 1e jaars, bouwde een uitstekende parcourskennis op.
“Ik heb hier veel verkend”, geeft de 2e jaars nieuweling toe. “Van bij mij thuis tot op dit parcours is het 8 km. Vorige week woensdag kwam ik met de Topsportschool verkennen. Intussen kon ik de bochten blindelings nemen. Er staken wat lange rechte stukken in de omloop. Wat me ligt. De korte bochten waren me op het lijf geschreven want ik ben redelijk explosief. Na een bocht kan ik snel optrekken. Winnen met 17 seconden voorsprong is mooi.”
Ook in Gavere won Van Damme met een bonus van 17 tellen. Toen pakte Thor Michielsen zilver op een golvende omloop. Vorig jaar gaf de Kruisemnaar na de zege toe dat hij eigenlijk bijzonder nerveus aan dat BK was begonnen. In Waregem trok hij een stuk rustiger naar het startpodium.
Bert Van Poucke
“Nochtans voelde ik opnieuw heel veel druk”, aldus Van Damme. “Vooral de renners rond mij zadelden mij met wat druk op. Via kleine dingetjes. Je moet zeker 20 seconden sneller rijden dan de rest, zo’n zaken kreeg ik te horen of te lezen. Zeker nadat ik vorige week in Poperinge de nationale testtijdrit won. Ik denk dat ik mag zeggen dat ik sterk ben in mijn hoofd. Met die druk kan ik redelijk goed om.”
Met eventuele problemen kan Thibaut Van Damme bij de sportpsycholoog van de Gentse Topsportschool terecht. “Bert Van Poucke reikt ons trucjes aan om rustig te blijven, om klaar te zijn voor een wedstrijd, om ontspannen aan de start te komen”, gaat de tijdritkampioen verder. “De dag van de wedstrijd spreek ik met niemand, behalve met de mensen van de ploeg. Dan negeer ik alles. Dan zit ik, zoals men dat noemt, in de zone en luister ik naar wat muziek.”
Ook zondag, daags voor het BK tijdrijden, probeerde de jonge kerel de rust in zijn hoofd te bewaren. “Zondag heb ik een boek gelezen”, verduidelijkt Van Damme. “Ik lees graag thrillers en oorlogsboeken. Jawel, boeken over het wielrennen lees ik ook. Die over Peter Sagan, Remco Evenepoel en Tim Wellens las ik ook al. Tof om meer te weten te komen over de diverse carrières van zo’n toprenners.”
Gele trui
Nu hij z’n tijdrittitel verlengde, kon hij al 1 van z’n belangrijkste doelen van dit wegseizoen afvinken. Het eindigt niet met deze 3-kleur. Van Damme wil op zondag 21 mei 2023 scoren tijdens de Ronde van Vlaanderen voor nieuwelingen. Ook dat is voor de jonge Oost-Vlaming bijna een thuiskoers want van Kruisem naar de stadskern van Oudenaarde is het hooguit 10 km. De nieuwelingen moeten 2 maal over Achterberg en Berg Ten Stene en in de finale over de Wolvenberg.
“Die bergjes ken ik allemaal”, benadrukt Van Damme. “De Ronde van Vlaanderen wil iedereen winnen. Voor mij is dat een realistisch doel, een stuk realistischer dan dromen van de Belgische titel op de weg. Ook al bewaar ik goeie herinneringen aan Hoogstraten, waar we eind juli om de 3-kleur strijden. Op zo’n vlak parcours kan iedereen winnen. Er kan altijd een verrassende winnaar opduiken. Terwijl de Ronde van Vlaanderen door de sterkste renner wordt gewonnen.”
“Het is wel een hele nerveuze koers”, herinnert Van Damme zich van de 1e editie vorig jaar. ”Toen ben ik gevallen en heb ik mijn kansen niet kunnen verdedigen. Mijn leiderstrui in de Topcompetitie bewaren is een ander doel. Dat wordt ook al het opzet tijdens de Herman Vanspringel Diamond van 14 mei. Die koers draait zo goed als altijd uit op een massasprint. Behalve vorig jaar toen Lomme Van den Meerssche iedereen verschalkte. In een massaspurt ben ik ook redelijk goed. In Vorselaar zou ik geel moeten kunnen houden.”