Het zit er weer op. Voor de 3e keer hebben we The Ride gereden. Het bucketlist-event bracht ons weer van de Stelvio naar de Cauberg. Over 1.300 km stuurde de organisatie ons door 6 landen met zowat 20.000 hoogtemeters. Van sneeuw en bakken regen tot tropische temperaturen. Blij dat we terug zijn. Blij vooral dat de schema’s en de oefeningen van T-Care resultaat hebben opgeleverd. En dat ondanks de slechte voorbereidingsperiode van de laatste tijd. Elke dag hebben we persoonlijke records verbeterd en zaten we steevast bij de beteren van onze leeftijdscategorie. Een resultaat dat helemaal op conto van de T-Care jongens mag worden gezet.

Shimano Service Center
Voor de 7e keer trok The Ride en diens karavaan van een historische wielerplek weer naar de Cauberg in Valkenburg. Nadat ze aanvankelijk steeds vanuit de Stelvio vertrokken, kiest organisator Carlo van Nistelrooy om in de toekomst alternerend aan de Stelvio en aan de Mont Ventoux te vertrekken. “Het biedt ons veel meer mogelijkheden om nieuwe routes te zoeken. Wie terugkeert, kunnen we dus ook nieuwe streken laten ontdekken.” Want terugkeerders zijn er heel wat. Je herkent ze aan het zilveren of gouden stuurbordje. Ook het percentage vrouwen is de laatste tijd behoorlijk gestegen. Dat wil niet zeggen dat de rit makkelijk is, maar eerder dat de vrouwen zich steeds beter voorbereiden en erg goed getraind aan de start verschijnen. En ja, er waren enkele vrouwen die de kaap van de 60 voorbij waren. Respect!
De start lag deze keer dus weer aan de voet van de Stelvio. In Prato is het verzamelen geblazen voor de meer dan 300 deelnemers. Voeg daar nog dik 100 medewerkers aan toe en plots nemen zowat 450 wielerhongerige Nederlanders en Belgen – en enkele Britten – camping Kiefernhain over. De jongens van Shimano Service Center hebben al dadelijk de handen vol. Voor het transport met de bus moet het stuur worden gedraaid en heel wat fietsen hebben speling op het balhoofd. En dan zijn er nog die jongens die pas op het laatste moment besluiten om een fiets op te bouwen. Omdat ze daar niet in slagen, krijgen Tom en Michon van het Shimano Service Center in Koppel er nog een behoorlijke klus bij. Morgen worden ze versterkt met de komst van Johan. Die komt van Shimano zelf en zal met de motor voor technische ondersteuning zorgen.
Het weer voorspelt overigens niet veel goeds. Donkere wolken en enkele druppels regen waarschuwen ons al dat zonnebaden op de top van de Stelvio uit den boze is. Wanneer Carlo bij de Avondetappe, zo heet de briefing van elke dag, aangeeft dat er op de top nog een pak sneeuw ligt en de temperatuur rond het vriespunt schommelt, zijn we gewaarschuwd. Wanneer we ons de volgende ochtend voorbereiden, gaan we toch twijfelen. Het weer is vrij aangenaam en hier en daar is er zelfs iemand die in korte broek en korte mouwen wil vertrekken. We kiezen voor arm- en beenstukken, een wat dikker merino-onderhemd en een stevig regenjasje. Lange handschoenen lijken ons dan wat te veel van het goede. En hebben we daar spijt van gehad!














Sneeuw
De klim verloopt behoorlijk goed. We vinden al snel ons tempo en vormen met 2 Nederlanders en een andere Belg snel een groepje. Wanneer we de midden-bezemwagen in het zicht krijgen, weten we dat we nog goed zitten. In totaal doen we 2 uur 37 minuten 33 seconden over de 24 km lange klim langs 48 bochten. 10.800e plaats op 19.330 rijders all time, niet slecht voor een 66-jarige. Maar dan volgt het echte afzien. Wanneer we ons boven op de top bevoorraden, begint het te sneeuwen. Ouch. We vertrekken wat sneller in de hoop dat het tijdens de afdaling wat beter wordt. Niet dus.
We dalen af via de Umbrail-pas, maar in plaats van genieten en snelheid maken, wordt het bibberen en remmen. Constante koude regen tovert het asfalt om tot een gladde en weinig vertrouwenswekkende aanblik. We dalen met constant 2 vingers op de remgrepen, maar de striemende ijskoude regen laat het gevoel in de vingers steeds minderen. Wanneer een vinger van de hendel glijdt, krijgen we hem er gewoon niet meer op. Buiten enkele blauwe vingertoppen en nagels bereiken we na 131 km en 2.777 hm zonder kleerscheuren de finish. Wat jammer genoeg niet kan gezegd worden van enkele deelnemers die na een lang stuk niet meer tijdig kunnen remmen. Einde verhaal voor 1 van hen.
Gelukkig wordt het de dag erna weer wat beter weer. De route brengt ons van Pfunds over de Arlberg naar Dornbirn. 156 km en zowat 2.300 hm wachten ons op. Ter hoogte van de Arlberg loopt het echter allemaal vast. De tunnel onder de Arlberg is gesloten en daarom moet alle verkeer vanaf St-Anton over de pas. Te gevaarlijk voor fietsers, besluit de politie. En dus moet de organisatie in korte tijd een heus autotransport in elkaar boksen om iedereen over het gevaarlijkste deel te krijgen. Lokale taxi’s, vrijwilligers en begeleiders worden ingezet om iedereen net onder de top weer af te zetten. Een stevige pluim voor de organisatie die ervoor zorgt dat iedereen veilig en relatief snel weer op de fiets kan. En in Dornbirn krijgen we zowaar een zonnetje te zien.
25 buitenbanden in 4 dagen
Dag 3 brengt ons van Dornbirn via het zuiden van de Bodensee naar Geisingen. We voelen ons goed en na de 1e bevoorrading sluiten we aan bij een wat uitgebreider groepje. De snelheid zit er meteen in. Vooraan spotten we een rijzige Nederlander die langdurig op kop sleurt. 1 voor 1 houden onze metgezellen het voor bekeken en na een tijdje blijven we maar met z’n 3’en over. Samen met Richard en Jim blijven we lekker doorgassen en op het vlakke draaien we constant tussen 30 en 35 per uur. En enkele keren zelfs richting de 40. Op de klimmetjes stampt Richard in een veel te grote versnelling naar boven, terwijl we daarna op Jim wachten. Wanneer we in de verte een groepje ontwaren, gaat Richard in tijdrijdersmodus en rust hij niet tot we die bende hebben ingehaald. Zelf zijn we al blij dat we mee waren.
We spreken af om de volgende dagen samen te rijden. 2 jonge Nederlanders en een oude Belg. Het zou het begin van een flauwe grap kunnen zijn, maar we hebben ons de rest van de week erg goed geamuseerd. We leren elkaar wat beter kennen en helpen elkaar door de moeilijke momenten. Want die zijn er de volgende dag, met dank aan het effe doorgassen de dag voordien. 197 km en 2.800 hm brengen ons van het Zwarte Woud naar de Vogezen. Door werken aan de Col de la Schlucht moeten we echter een ommetje maken. Dat resulteert in een rit van 212 km met dik 3.000 hm. En een beklimming van de Col du Wettstein als extra.
Normaal gezien is die best te doen, maar na de kilometers van de vorige dagen en de lange tocht van vandaag voelt die bijna aan als de Stelvio. Met enige zin voor overdrijving toch. Bovendien is de zon nu helemaal van de partij. We zitten al boven de 25° en de sportdrank vloeit gretig. Hydrateren is het codewoord. Tom, Michon en Johan van Shimano Service Center Koppel hebben ondertussen de handen vol. Een derailleurtje bijregelen hier, een spaak vervangen ginder of een geplooide pad weer richten, je kan het niet verzinnen of ze krijgen het voor de voeten geworpen. Om maar niet te spreken van banden vervangen. Na 4 dagen zijn er al 25 buitenbanden de deur uit. Ook wij delen in de bandbreuken. Een stukje hout doorboort onze achterband terwijl we aan 56 door een bocht naar beneden denderen. Na veel schrik en veel gewiebel komen we veilig tot stilstand. Een hachelijk moment.




4 liter sportdrank
Vanuit de Vogezen trekken we richting Duitsland. 168 km en 1.950 hm brengen ons naar Losheim am See. De route is gewoon schitterend. Weidse zichten lossen elkaar in hoog tempo af. Het is genieten. Hier en daar zorgt een venijnig klimmetje ervoor dat het geen wandeling wordt, maar de streek heeft heel wat moois te bieden. In Losheim krijgt iedereen even een vakantiegevoel. Een camping aan het water, 30° in zicht en Kwaremont in de koelkast. Wat wil je nog meer?
De volgende dag gaat het via Luxemburg richting België. Goed voor 181 km met 2.544 hm. We rijden centraal door Luxemburg en weer valt op wat een mooie route routebouwer Gijs Bruinsma heeft uitgedokterd. We vermijden zoveel mogelijk de drukke wegen maar krijgen ook hellingen te verwerken. De temperatuur gaat al een 1e keer boven de 30°. We werken zo 4 liter sportdrank en water weg. Het enige belabberde zijn onze Belgische wegen. Zelfs wanneer we over de oude spoorbaan van Wiltz naar Bastogne over de grens gaan, voelen we het verschil. Om maar niet te spreken van de lappendekens die we daarna voor de wielen geschoven krijgen. Jammer! In La Roche wordt er nog een (klein) feestje gebouwd. Onze laatste avond met de gehele bende moet waardig worden afgesloten. Maar om 23 uur is het wel stil. Morgen volgt de laatste dag.
Een dag van 143 km en 2.250 hm. In normale omstandigheden een stevige tocht. Nu een mooie afsluiter. Kwestie van perceptie, zeker? Samrée, Rozier, Gulperberg, Epen en natuurlijk de Cauberg sluiten een schitterende week af. Behoorlijk choco, dat wel. Maar ook trots dat we dit weer tot een goed eind hebben geschopt. Volgend jaar Mont-Ventoux slash Alpe d’Huez. Hmm, verleidelijk!
Schrijf hier nu al in voor de editie van 2024!

1 comment
Echt serieus? “Ook het percentage vrouwen is de laatste tijd behoorlijk gestegen. Dat wil niet zeggen dat de rit makkelijk is, maar eerder dat de vrouwen zich steeds beter voorbereiden en erg goed getraind aan de start verschijnen.”
Het is algemeen bekend dat vrouwen goede duursporters zijn, dus het feit dat je denkt je eigen prestatie te moeten gaan verdedigen als er ook vrouwen aan mee doen, is onnodig. The Ride is een knappe prestatie, voor iedereen! Acht dagen op een zadel zitten, 1300 km, 17000hm, de cijfers spreken voor zich.