Wie wereldkampioene kan worden, mag ook in staat worden geacht om op de Olympische Spelen een medaille te halen. Nicky Degrendele kroonde zich 5 jaar terug in Apeldoorn tot wereldkampioene Keirin, maar greep naast een ticket voor de Olympische Spelen in Tokio. Parijs 2024 moet lukken. Op het WK in Glasgow haalde ze weer de finale en werd ze 5e. Op de Olympische ranking bouwde ze intussen vrij ruime marge op.
Weer onder contract
De regenboogtrui voor de toen amper 21-jarige West-Vlaamse leek een beetje behekst. Valpartijen en jurybeslissingen hielden haar weg van de Spelen in Tokio. Terwijl ze vanaf zondag 4 maart 2018, de dag dat ze WK-goud veroverde, door iedereen als een potentiële medaillekandidate werd gezien. Die niet-kwalificatie en een paar mindere resultaten hadden ook gevolgen voor haar statuut. Intussen lijkt Degrendele, in oktober 27 geworden, weer het juiste traject te volgen.
“Het missen van Tokio heb ik een plaats kunnen geven”, benadrukt de Keirinspecialiste. “Als atleet evolueer je door de jaren heen. Elke dag leer je bij. De dag dat je niet meer bijleert, moet je stoppen. Maar ik leer nog elke dag bij. Inderdaad, wielrennen is niet goedkoop. Ik ben even mijn ondersteuning van Sport Vlaanderen kwijt geweest. Logisch, want ik haalde geen resultaten. Dat is een faire manier van werken. Intussen heb ik dat contract terug. Ondersteuning door Belgian Cycling is er al die tijd wel gebleven.”
Voor Degrendele en alle andere Belgische pistiers met Olympische dromen staan nog 4 hele belangrijke competities op de internationale kalender. De Europese baankampioenschappen in Apeldoorn van 10 tot 14 januari 2024 vormen de 1e grote afspraak. Daarna volgen nog 3 Nations Cups: in het Australische Adelaide (2-4 februari 2024), Hongkong (15-17 maart 2024) en het Canadese Milton (12-14 april 2024). In theorie doet Degrendele ze allemaal.
Opnieuw in finales
“Nog 4 belangrijke competities”, beaamt ze. “Mijn kwalificatie voor de Spelen hangt niet uitsluitend af van het EK in Apeldoorn. Op Nations Cups vallen meer punten te verdienen. Het systeem zit wat eerlijker in elkaar dan 4 jaar geleden. Toen was het aandeel van de continentale kampioenschappen groter. In Europa starten we de Keirin altijd met 24 rensters. Oceanië is veel kleiner. Daar begonnen ze continentale kampioenschappen soms met 7 of 8.”
Zodat dezelfde punten in Oceanië makkelijker werden verdiend dan in Europa. “Het klopt dat de 3 resterende Wereldbekermanches allemaal heel ver zijn”, gaat Degrendele verder. “Het is de bedoeling dat ik ze alle 3 afwerk. Stel dat ik in Adelaide en Hongkong win, zal ik wellicht voldoende punten hebben en kan ik mijn deelname in Milton schrappen. Het komt erop aan hard verder te werken. Om in april goed af te sluiten en mij van dan af voor te bereiden op de Spelen.”
Het lijkt erop dat Degrendele sedert de komst van de Nieuwzeelander Tim Carswell als pistecoach enkele stappen vooruit heeft gezet. Begin dit jaar werd ze in het Zwitserse Grenchen 4e op het EK. In augustus werd ze op het WK in Glasgow 5e. 2 keer net geen medaille op een internationaal toernooi. Het was al een tijdje geleden dat ze finales haalde. Op het WK in Roubaix in oktober 2021 overleefde ze de herkansingen niet. Een jaar later overkwam haar in Parijs precies hetzelfde.
Extra sprintster?
“Die 4e plek op het EK begin dit jaar was goed”, blikt Degrendele terug. “Het was een mooie 4e plaats, in Grenchen deed ik een goeie sprint. Waardoor ik met vertrouwen aan het seizoen begon. Dat nam ik mee naar het WK. Ook dat verliep supergoed, alleen maakte ik een klein foutje. In een Keirin is het dikwijls heel snel beslist, het moet allemaal een beetje meezitten. Hopelijk is dat volgend jaar in Parijs het geval.”
Daar geraken zou geen probleem mogen zijn. De beste 8 landen in de Teamsprint – sedert enkele jaren wordt deze discipline met 3 rensters gereden – plaatsen zich voor de Spelen in Parijs. Deze 24 gekwalificeerden worden aangevuld met de 7 best geplaatste landen op de Olympische ranking voor de Sprint. Waarbij de landen die reeds geplaatst zijn via de Teamsprint niet meer worden meegerekend. Ook de 7 beste landen op de ranking voor de Keirin zijn geplaatst voor Parijs 2024. Waarbij de via de Teamsprint gekwalificeerde landen evenmin worden meegeteld. België staat nu 7e op de Olympische ranking voor de Keirin.
“Als we alle rankings uitfilteren staan we in de Keirin op dit ogenblik, met nog 4 belangrijke competities te gaan, op plaats 4”, verduidelijkt topsportcoördinator Koen Beeckman. “Redelijk veilig wat deelname aan de Spelen betreft, want Tsjechië is in die uitgefilterde ranking 8e en telt als 1e niet gekwalificeerde land bijna 900 punten minder dan ons. In de uitgefilterde Olympische ranking voor de Sprint staan we momenteel 7e. Weliswaar met slechts 150 punten meer dan de VS. Wat betekent dat we eventueel zelfs een 2e Belgische sprintster naar Parijs kunnen sturen.”