Op haar 10e reed Ilken Seynave haar eerste wedstrijden op de mountainbike. Intussen is de West-Vlaamse uit Geluwe van alle markten thuis met een voorkeur voor veldrijden. Annemarie Worst geldt als haar grote voorbeeld. Deelname aan het WK in Tábor is op dit moment het grote streefdoel van de renster van Maes CT Glabbeek.
Geen lachertje
Ilken Seynave stamt uit een wielernest, zodat het niet verwonderlijk is dat ze ook in de koers terecht kwam. “Ik kon nog maar net fietsen toen ik al mee naar de koers trok in het spoor van mijn vader Vincent, die zelf koerste”, vertelt ze. “Ik peddelde tijdens de koersen dan al rond op mijn 1e fietsje. Later begon ook mijn oudere broer Yentl te koersen en trokken we met de familie ook naar zijn wedstrijden. Yentl is inmiddels 1e jaars belofte terwijl ik als 1e jaars bij de junioren aan de slag ben.”
De 16-jarige renster uit Geluwe betwistte haar eerste wedstrijden op haar 10 in het MTB-circuit. 2 jaar geleden debuteerde haar broer Yentl in de kleuren van de nationale ploeg in het Tsjechische Nové Město na Moravě en dat was een stichtend voorbeeld. “Ik kroonde me in het MTB meermaals tot West-Vlaams en Vlaams kampioene en op BK’s haalde ik doorgaans podium”, vertelt Ilken Seynaeve. “Intussen ontdekte ik ook andere disciplines. Ik reed mijn eerste crossen en amuseerde me meteen kostelijk in het veld. Maar ook op de weg wil ik me verder bekwamen.”
Ze volgt op school in Menen de richting ‘Zorg’, maar ze droomt vooral weg bij de koers. “Het is mijn droom om later prof te worden. Ik herschik wel mijn prioriteiten. Ik weet nog niet of ik blijf mountainbiken. Dat zal afhangen van mijn programma. De focus verschuift alvast naar het veldrijden en de weg. In de cross maak ik deel uit van het UCT Cycling Team. Op de weg geniet ik steun van het GMS Cycling Team Glabbeek. De weg wordt volgend jaar een stuk belangrijker. Als 16-jarige opboksen tegen de oudere eliterensters is wel geen lachertje.”
Contact met Worst
Sanne Cant was jarenlang het boegbeeld die Belgische crossertjes inspireerde, maar de Nederlandse dominantie bracht daar intussen wat verandering in. Ilken Seynave dweept met de Nederlandse Annemarie Worst. “We raakten na een cross eens aan de praat en er onstond een goede band tussen ons. Na elke cross sturen we sms’jes naar elkaar. We steunen elkaar door dik en dun. Soms geeft Annemarie me ook wel eens raad. Het is mijn droom om een carrière uit te bouwen zoals zij. We babbelen ook graag. Mijn West-Vlaamse tongval blijkt geen struikelblok terwijl haar Nederlands best te begrijpen valt.”
Seynaeve stortte zich op de cross en toont zich best ambitieus. “Het ligt in de bedoeling om de nationale selectie te halen. Ik zou graag deelnemen aan de crossen in de Wereldbeker. Het WK in Tábor spookt ook al door mijn achterhoofd. Dat zou de bekroning van mijn veldritseizoen betekenen. Technisch trek ik me al heel goed uit de slag. Mijn verleden in het mountainbike betekent uiteraard een hulpmiddel. Ik moet wel nog wat snelheid en kracht kweken.”
Met Filip François beschikt Seynaeve ook over een eigen trainer. “Ik ben bijzonder tevreden over mijn trainer, met wie ik intussen al 3 jaar samenwerk. Hij bezorgt me oefenschema’s en staat me bij met raad en daad. Op de weg houd ik me voooralsnog overwegend op in het peloton en moet ik nog stappen zetten. In de cross straal ik meer vertrouwen uit. Daar is het renner tegen renner en eindig je ook op de plaats die je verdient.”
Namen
Ilken Seynaeve hoeft niet lang na te denken wat haar favoriete cross is. “Namen vind ik een buitengewoon mooie cross”, zegt ze. “Ik reed er nog nooit, maar woonde er wel al eens een cross bij en was geweldig onder de indruk. Namen is bijzonder technisch, maar ook loodzwaar met al die hoogtemeters. Het wordt uitkijken naar de selecties van de bondscoach. Indien ik opgeroepen zou worden voor Namen, spring ik vast een gat in de lucht. Ook Antwerpen vind ik trouwens een mooie cross, maar geen enkele veldrit geniet de uitstraling van Namen.”
In eigen gouw in Kortrijk eindigde Seynave 23e op 42 deelnemers. Haar anonieme rol kan de ambitieuze meid best kaderen. “Ik moet het als 1e jaars juniore opnemen tegen de oudere en rijpere eliterensters. In Kortrijk eindigde ik als 1e jaars juniore en ook daar trek ik me aan op. Ik bekijk de cross tevens als voorbereiding op de weg. Daar wil ik nieuwe stappen voorwaarts zetten. Ik ben dan wel een crosser, maar de weg wordt een stuk belangrijker.”
Seynave sneed dit jaar 2 Nederlandse rittenkoersen aan met de nationale ploeg en dat inspireert haar naar 2024 toe. “Ik wil straks in een blakende vorm aan de start staan in de wegkoersen. Ik denk dan onder meer aan de Ronde van Vlaanderen, een wielermonument waar deelnemen al een hele eer betekent maar waar ik me ook wil tonen. Ook buitenlandse koersen staan gepland tijdens mijn wegcampagne. Dat wordt ook weer een nieuwe ervaring. Van mijn hobby ooit mijn beroep maken, is de ultieme droom.”