Kan hij straks vergeleken worden met Gerben Kuypers? Yorben Lauryssen, een 21-jarige West-Vlaming, lijkt deze winter een flinke stap vooruit te zetten. Zoals Kuypers dat vorige winter deed. Lauryssen werd zaterdag in de Exact Cross in Essen 5e – Kuypers won er vorig jaar: de vergelijking gaat niet helemaal op – en werd 2 weken geleden ook 5e in de U23-Wereldbeker in Dublin.
Twijfels
In het verleden twijfelde Yorben Lauryssen tussen veld en weg. Als 1e jaars junior zette hij, intussen iets meer dan 5 jaar geleden, de Koppenbergcross op z’n naam. Een resultaat dat hij het jaar nadien met een 3e podiumplaats op de puist van Melden bevestigde. Aan het einde van het veldritseizoen ’19-’20 mocht hij het WK in het Zwitserse Dübendorf rijden. Thibau Nys pakte er de juniorenwereldtitel.
Na de overstap naar de beloften begon Lauryssen te twijfelen. Hij stapte over naar EFC-L&R-Vulsteke, 1 van de betere Belgische beloftenteams. Naar een wegploeg dus. Maar eind vorig jaar lokte Mario De Clercq, de 3-voudige wereldkampioen veldrijden, hem terug naar Pauwels Sauzen-Bingoal. Met goed gevolg want vorige winter haalde de hogeschoolstudent al enkele top 10-plaatsen in de betere beloftencrossen.
Een lijn die hij deze winter doortrok. In Spanje en Frankrijk ging hij de eerste maanden van het cyclocrossseizoen op zoek naar UCI-punten. Om een betere startpositie te veroveren. Het leverde hem in Normandië een 1e zege op. De 4e en laatste jaars belofte veroverde nog een paar podiumplaatsen en overtuigde bondscoach Sven Vanthourenhout hem mee te nemen naar het Europees kampioenschap in Pontchâteau. Waar hij als 9e over de streep bolde, 5e Belg bovendien.
Korte broek
Lauryssen bevestigde in de U23-Wereldbeker in het Ierse Dublin. Daar moest hij enkel Tibor del Grosso, Emiel Verstrynge, Europees kampioen Jente Michels en de Fransman Rémi Lelandais laten voorgaan. “Mijn beste resultaat ooit in een Wereldbeker bij de beloften”, glundert de veldrijder uit Roksem (Oudenburg). “Waardoor ik in de tussenstand van die Wereldbeker 6e sta. Het levert me in Namen, op de volgende manche, een plaats op de 1e startrij op. Terwijl ik in Dublin op rij 3 stond en uit de achtergrond moest terugkeren.”
Na Dublin koos Lauryssen voor een eigen traject. Hij ging meteen naar het Spaanse Calpe en sloeg de Superprestigeveldrit in Boom over. “Bewust trok ik een week eerder naar Spanje”, verduidelijkt hij. “In de 1e plaats om daar 9 dagen in korte broek te kunnen trainen en mijn niveau nog een beetje op te trekken. Maar ook om op die manier de Exact Cross in Essen te kunnen rijden. Die 5e plaats bewijst dat ik de juiste keuze maakte. Ik startte heel goed, moest 4 man laten rijden omdat het tempo van Wout van Aert voor mij wat te hoog lag, maar had lang uitzicht op plaats 4. Tot ik lek reed.”
Ondanks die pech sleepte hij nog de 5e plaats uit de brand. “Met die 5e plek in Dublin en 5e in Essen ben ik echt heel content”, benadrukt Lauryssen. “In de Wereldbekers in Namen en Antwerpen probeer ik mijn positie te handhaven. Vooraf is het altijd moeilijk om er een plaats op te kleven. Presteer ik in Namen en Antwerpen opnieuw goed, dan volgt automatisch een degelijk klassement.”
Laatbloeier
Lauryssen moet proberen in de U23-Wereldbeker de top 5 in te duiken. In elk geval kreeg zijn vertrouwen een boost. De oude twijfels lijken verdwenen. “Ik bleef in mezelf geloven en bleef hard werken”, beklemtoont de crosser van Pauwels Sauzen-Bingoal. “Bovendien heb ik op het mentale vlak stappen gezet. Waarvoor ik begeleiding heb gezocht.”
De jonge crosser kwam terecht bij de Kortrijkse sportpsychologe Inez Swinnen, een gewezen zwemster. “Zij heeft me enorm geholpen”, beweert Lauryssen. “In het verleden heb ik enorm aan mezelf getwijfeld. Inez Swinnen drukte me op het hart dat ik naar niemand anders moet kijken, dat ik vooral met mezelf moet bezig zijn en me niets van de buitenwereld moet aantrekken. Ik ben er ook van overtuigd dat ik nog op alle vlakken progressie kan maken. Inzake voeding, inzake krachttraining, enzovoort.”
“Ik ben een laatbloeier. Hopelijk kan ik de komende weken verder bevestigen en mag ik in Tábor het WK voor beloften rijden. De hoop op een profcontract geef ik zeker niet op. Kijk maar naar Gerben Kuypers. Hij heeft er ook een tijd op moeten wachten.”