Een regelrecht boerenjaar hebben ze erop zitten, de jongens van Crabbé Toitures – Chevigny CC. Met Jarno Widar en Lars Vanden Heede reden ze van de ene zege naar de andere ereplaats. Maar de ploeg scoorde vooral in de breedte ook erg sterk. Manager en hoofdsponsor Jo Van Gossum blikt trots terug op 2023 en kijkt met honger vooruit naar seizoen 2024, waarin de ploeg Crabbé-Dstny zal heten.
Topseizoen
We spreken Jo Van Gossum als hij net een doorgedreven training achter de rug heeft met een 20-tal van zijn jongens. “Ik fiets er voorlopig nog altijd tussen”, lacht de 49-jarige manager, “maar dat ga ik niet lang meer volhouden. Tot nu hebben we nog geen enkele training gehad onder de 34 km/u gemiddeld. Dat is puffen, hoor. Waarom ik nog met die mannen meefiets? Om meteen in te grijpen en bij te sturen wanneer nodig. Hen duidelijk maken dat de wind van links komt bijvoorbeeld, en hoe ze elkaar uit de wind moeten zetten. Vanuit een auto gaat dat gewoon een pak moeilijker. We zullen in de toekomst toch eens moeten kijken voor gemotoriseerde hulp.” (lacht)
“We hebben inderdaad een onevenaarbaar seizoen achter de rug”, gaat de Truienaar verder. “Jarno Widar en Lars Vanden Heede waren uiteraard de speerpunten, maar ik kan heel veel jongens opnoemen die het schitterend deden. Victor Vaneeckhoutte reed een pak ereplaatsen bij elkaar. Kamiel Eeman reed fantastisch in de Valromey Tour. Milan Donie, die we trouwens pas overnamen in augustus nadat hij geen contract meer had bij AG2R, deed het nog erg goed. En als 1e jaars deed Cas Hermans het verrassend sterk, bijna uit het niets. Er zijn er nog die boven zichzelf uitstegen. We scoorden collectief in de breedte.”
“Hoe dat komt? Tja, goede renners trekken elkaars niveau uiteraard omhoog. Als kanjers als Widar en Vanden Heede al heel wat kastanjes uit het vuur halen, dan is die spanning er voor anderen ook van af. Hierdoor kunnen ze vrijer koersen en aanvallen. Dat is trouwens waar we als ploeg vaak goede reacties op krijgen, onder meer van bondscoaches Carlo Bomans en Serge Pauwels. Onze renners durven aan te vallen, durven de koers te maken. Akkoord, ze kunnen het deksel op de neus krijgen, maar net zo goed blijven ze weg en sprinten ze voor de zege.”
Nieuwe cyclus
Met Jarno Widar, Kamiel Eeman, Victor Vandenhoutte, Milan Donie (Lotto Dstny) en Lars Vanden Heede (Soudal Quick-Step) vertrekt er flink wat rennerskapitaal naar de development teams van de grote ploegen. 2024 betekent het begin van een nieuwe cyclus voor Van Gossum, die net daar de schoonheid en tegelijk de moeilijkheid van zijn functie ziet.
“Het is fijn om te zien dat die jongens worden opgepikt. Het betekent dat je als ploeg goed werk hebt geleverd”, kijkt Van Gossum enthousiast terug. “Met Widar en Vanden Heede vertrekken 2 absolute goudhaantjes, die veel meer hebben gebracht dan wat we normaal verwachten. Dat is genieten. De moeilijke kant van het verhaal is dat je weer moet bouwen. Dat is uiteraard de taak van een opleidingsploeg. Je krijgt nieuw talent binnen, dat je weer moet kneden tot betere renners.”
“Niet dat het altijd makkelijk was, om eerlijk te zijn. Met Widar en Vanden Heede hadden we 2 toppers in de rangen, met hun eigen belangen en karakter. Het was zaak om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Typisch uiteraard voor de jongens die er nationaal en internationaal bovenuit steken in hun categorie en zelf hun weg willen zoeken naar de top.”
Kapitaalsinjectie Dstny
Met nieuwe co-sponsor Dstny krijgt de opleidingsploeg er een mooie kapitaalsinjectie bij. “Klopt, we hebben een contract van 3 jaar onderhandeld”, licht Van Gossum, zelf hoofdsponsor, toe. “Ik heb een goed contact met CEO Daan De Wever. Zijn visie en onze ploegvisie matchen zeer goed: investeren in jong talent om hen beter te maken. We hadden elkaar snel gevonden”
“Qua prestaties zullen we ongetwijfeld aan kwaliteit moeten inboeten”, is hij duidelijk. “Jongens als Widar en Vanden Heede komen niet op bestelling. Maar ik ben er wel zeker van dat we erg competitief zullen zijn. Met renners zoals Seppe Geerinck, Jenthe Verstraete, Nio Vandervorst, Cas Hermans en nog anderen kunnen we zeker wedijveren. Is het niet voor winst, dan voor ereplaatsen. We hebben renners die het kunnen vanuit de aanval, in een tijdrit of in een sprint.”
“Ik ben trouwens ook erg benieuwd naar de evolutie van Edouard Claisse, een nieuwe 1e jaars”, sluit Van Gossum af. “Een jonge Waal, die met de Tour de l’Ain al een klimkoers won met anderhalve minuut voorsprong. Een kerel die een grote toekomst wordt voorspeld en die we hebben kunnen binnenhengelen. Heel benieuwd hoe hij bij ons verder zal evolueren.”