In de schaduw van de strijd bij de profs vochten de Elite 2-renners in Meulebeke achterhoedegevechten om een andere 3-kleur uit. Mathijs Wuyts (25) pakte die Belgische titel voor Wout Vervoort en Thomas Verheyen. Voor de goeie vriend van Thibau Nys de 2e titel in 8 dagen. Een week geleden pakte hij in Vilvoorde de Vlaams-Brabantse titel. Dankzij een 2e plek na Thomas Verheyen.
Redder
Wuyts hoorde voor de start niet meteen tot de favorieten op de titel bij de elite zonder contract. De namen van Thomas Verheyen, Jarno Bellens (niet gestart) en Thomas Verheyen werden bij de insiders meest geciteerd. Het BK in deze categorie werd een strijd tussen Verheyen, Vervoort en Wuyts.
“Wout Vervoort nam de beste start”, weet Wuyts. “Zelf kwam ik van plek 7 of zoiets. Meestal hangen we heel dicht in elkaars buurt. Dat was tijdens dit BK niet anders. Voor het overige kregen we weinig informatie. Die moest komen van onze mecaniciens en van begeleiders langs het parcours. Na halfweg bleven we nog met 3 in strijd voor de titel. Pas in de slotronde kon ik tot 12 seconden uitlopen. Dat ik kon meeschuiven met prof Vincent Baestaens was voor mij een gelukje. Zo had ik een goeie brommer in mijn buurt. Waardoor ik aan het einde van de laatste ronde, bij het opdraaien van de atletiekpiste richting aankomstlijn, een geruststellend gevoel had.”
Sedert 1 januari 2024 koerst Mathijs Wuyts individueel. De naar Vlaams-Brabant uitgeweken Beerzelnaar heeft een verleden bij de vroegere crossploeg van Tarteletto-Isorex. In die tijd droomde hij van een profcarrière. Die wens heeft hij definitief opgeborgen. In het zwembad van Tremelo is hij aan de slag als redder. Een job die goed te combineren is met veldrijden.
Dromen
“Was ik 1e jaars elite zonder contract, dan zou ik dankzij deze titel misschien nog een klein beetje hoop mogen hebben op een contract”, beseft Wuyts. “Oud ben ik nog niet, maar toch al 25 jaar. Te laat om nog de stap te zetten. Dat dit eerder niet gebeurde, heeft volgens mij duidelijke redenen. Ik denk dat mijn motor net een beetje te klein is. Bovendien heb ik heel veel moeite om een volledig seizoen hetzelfde niveau te halen. Om prof te kunnen worden moet je wekelijks proberen schitteren. Dat lukt mij niet.”
Want ook dit veldritseizoen kon Wuyts, intussen inwoner van Baal, niet altijd overtuigen. “In september en oktober was ik absoluut niet goed”, geeft hij toe. “Dat is precies elk seizoen het geval. Pas begin december ben ik degelijk beginnen presteren. Als iedereen al een beetje tegen z’n limiet zit, kan ik wel een paar stappen zetten. In Baal en Koksijde presteerde ik degelijk. Doordat ik beter aan het rijden was, begonnen we tijdens onze trainingen met Thibau Nys en Lander Loockx allerlei scenario’s te bedenken. Waardoor ik er ook zelf meer begon in te geloven. Het parcours vond ik vooraf niet ideaal, maar het bezorgde me minder stress dan wanneer het heel snel was geweest. Waar we op training van droomden, lukte. Dat is gewoon geweldig.”
Voor Wuyts is dit het 1e podium op een nationaal kampioenschap. “Bij de beloften ben ik 2 keer 4e geworden”, herinnert hij zich nog. “Na mannen als Timo Kielich, Lander Loockx en Niels Vandeputte. Op zo’n momenten begin je ook wel een beetje te dromen. Die dromen zijn helemaal weg. Zeker als je ziet op welke afstand wij van de profs eindigen. Dat verschilt wel van parcours tot parcours, maar meestal zijn de verschillen redelijk groot.”
Respect
Zo gaf Wuyts meer dan 3 minuten toe op Iserbyt, kampioen bij de profs. “Ook al zal ik nooit prof worden, ik probeer er toch nog altijd het maximum uit te halen”, benadrukt de nieuwe kampioen. “Als elite zonder contract is deze Belgische titel het hoogst haalbare. Daar ga ik proberen van genieten. Jawel, de kans is groot dat ik maandag in mijn 3-kleur naar mijn werk in het zwembad van Tremelo ga.”
Maar in de voormiddag staat een koffieritje met de trainingsmaten gepland. “Dat wordt plezant”, beseft Wuyts. “Inderdaad, Thibau Nys kwam me onmiddellijk feliciteren toen ik als kampioen over de streep bolde. Ook al was hij op dat moment bezig met een tv-interview. Dat typeert hem. Wij hebben veel respect voor profs, maar dat hebben zij ook voor mij. Als we afspreken om samen te gaan trainen, houden ze er rekening mee dat ik nog moet gaan werken.”