Kim Knaeps is een late roeping die pas op haar 35e de weg vond naar het peloton. De 38-jarige renster uit Zemst staat zondag aan de start in Brussel-Opwijk, waar ze in dienst van Belco-Van Eyck haar beste beentje wil voorzetten. De mama van een zoontje van 7 stond tot 3 jaar geleden nog op het hockeyveld, waar ze de kleuren verdedigde van Hombeek.
Laatbloeier
Kim Knaeps is een laatbloeier, maar dat wil niet zeggen dat ze zonder ambitie aan de start komt in 2024. “Ik begon pas te koersen op mijn 35e”, vertelt de Zemstse. “Ik ben 1 van die vele rensters die door de coronagolf als een vreemde eend in de bijt in het peloton rolde. Tot dan speelde ik hockey bij Hombeek, maar de competitie werd toen stilgelegd. Bovendien was ik ook wel wat op de sukkel met beide knieën zodat het hockey stilaan een probleem werd. Ik kan me geen leven voorstellen zonder sport en dus ging ik op zoek naar alternatieven.”
“Fietsen kon op dat moment wel en ik ging vaak recreatief fietsen met mijn vriend Laurens Christiaens. Zo kreeg ik de smaak te pakken. Ik schreef me in een zotte bui in voor de talentenjacht ‘Koers zoekt Vrouw’, een evenement dat werd georganiseerd door het Starcasino CX-team. Ik nam deel aan een testdag waar ik het verbazend goed deed. Ik vernam daar dat sommige deelneemsters een professioneel koersverleden hadden. Nou, ik werd op die testdag geen winnaar, maar behoorde wel tot de beteren. Wat me stimuleerde om voor een plaats in het peloton te kiezen.”
“Ik nam een trainer onder de arm met de boodschap dat ik wilde koersen. Jo Cooman bracht me in contact met Luc Steenackers, voorzitter van de Sprinters Malderen. Onder de vlag van Belco-Van Eyck nam ik deel aan mijn 1e koers. Ik werd meteen in wedstrijden gedropt tussen de profs en haalde begrijpelijk de finish niet. Het BK was de 1e koers waarin ik wel het einde haalde. Na het wegseizoen maakte ik meteen de doorsteek naar de cross. Ik zette een volledige veldritcampagne neer.”
Overbodige inspanningen
Ondanks haar late roeping is Knaeps wel best behendig op de fiets. “Vorig jaar raakte ik geen enkele keer betrokken bij een valpartij. Dat biedt uiteraard geen enkele garantie naar de toekomst toe. Het is steeds hout vasthouden, want het gevaar loert om elke hoek. In de winter reed ik opnieuw flink wat crossen om de behendigheid en stuurvaardigheid te verbeteren. Ik voel me trouwens helemaal niet bang in het peloton, al blijft positioneren nog een heikel punt. Ik mis ook nog de ervaring om de koers goed te kunnen lezen. Daardoor lever ik dus nog te vaak overbodige inspanningen.”
“We starten het seizoen in Brussel-Opwijk zonder kopvrouw. Vorig jaar hadden we die wel met Marieke Meert. We gaan zondag tijdens de koers moeten uitzoeken welke kaart we moeten trekken. Marieke was vorig jaar het boegbeeld van de ploeg en nam alle druk op de schouders. Na haar vertrek naar het professionele VolkerWessels zal die druk moeten verdeeld worden over meerdere rensters en staat misschien wel een nieuwe kopvrouw op.”
“Zelf koester ik absoluut geen dromen meer voor een plaats in het profpeloton. Ik werk als zelfstandig kinesiste in het ziekenhuis van Vilvoorde. Ik werk er deeltijds zodat toch nog wat tijd overblijft om te trainen. De zorg voor mijn zoon Loïc in co-ouderschap is wel mijn topprioriteit. Voor mijn zoon wil ik er uiteraard altijd zijn, maar naast mijn job is ook de koers best belangrijk.”
Brussel-Opwijk
Kim Knaeps bleef haar team Belco-Van Eyck trouw en debuteert in Brussel-Opwijk. “Ik trok deze winter 2 keer op trainingskamp naar Spanje. Ik werkte er een individuele stage af en genoot ook van de goed georganiseerde ploegstage. Ik legde dus een stevige basis, maar ik durf geen prognoses maken over Brussel-Opwijk. Zo’n eerste koers is toch altijd een beetje afwachten. Ik trainde goed en ben tevreden over de vorm, maar ik heb geen idee waar ik sta in vergelijking met de concurrentie. Vorig jaar eindigde ik in Brussel-Opwijk in het midden van het peloton.”
“Ik ben dan ook niet echt een spurter. Vooral in een massaspurt heb ik voorlopig weinig te zoeken. Ik heb totaal geen ervaring met het wringen, wat eigen is aan een sprint. Ik rij liever bergop en heb een voorkeur voor de langere beklimmingen. Dan hoef ik me ook geen zorgen maken om me goed te positioneren. Voor de korte klimmetjes mis ik wat explosiviteit. Die botte ongetwijfeld wat af met de leeftijd. Ik beschik als grootste troef vooral over een grote motor.”
Het was drummen voor een plaats aan de start van de openingsklassieker Brussel-Opwijk, maar Kim Knaeps werd geselecteerd door ploegleider Lies De Vleminck. “Ik dank mijn selectie ongetwijfeld ook wel aan mijn goede voorbereiding. In onze ploeg zitten wel wat studentes en die zagen hun voorbereiding doorkruist door examens. Andere rensters hadden dan weer professionele verplichtingen of pieken later op het seizoen. Zelf heb ik al een Brussel-Opwijk in de benen.”