Aan wereldkampioene Lotte Kopecky was op het BK 2024 tussen Sint-Lievens-Houtem en Zottegem niets te doen. Toch fietste ex-kampioene Jesse Vandenbulcke zich in de kijker. Als enige clubrenster glipte de Oost-Vlaamse van De Ceuster-Bonache mee in een elitegroepje van 11. Ze overleefde zelfs een volgende schifting en sloot als 6e af. Goed voor de 3-kleur bij de clubrensters, zeg maar de Elite 2, haar 2e wegtitel ooit.
Menselijkheid
De 28-jarige Vandenbulcke, donderdag 2e op het BK Tijdrijden voor clubrensters, liet tijdens het nationaal wegkampioenschap zien dat ze op een hoger niveau kan koersen. De voorbije jaren verdedigde ze altijd de kleuren van een continentaal team, vorig seizoen zelfs van de WorldTour-ploeg Human Powered Health. Een week voor het BK 2023 in Izegem brak ze bij een val in een kermiskoers haar voet.
“De enige vraag die ik toen van de ploeg kreeg, was wanneer ik terug zou zijn”, beweert Vandenbulcke. “Hoe het met mij ging werd niet gevraagd. Terwijl ik donderdag al van De Ceuster-Bonache berichtjes kreeg om mij succes te wensen op de kampioenschappen. Het zijn maar kleine dingen, maar die zijn zo belangrijk. Het gaat om een beetje menselijkheid. Bij deze ploeg voel ik me geen nummer, dat is het voornaamste.”
Met andere woorden: Jesse Vandenbulcke lijkt niet zo maar terug te keren naar een team op continentaal of WorldTour-niveau. “Er is al een ploeg die gevraagd heeft om eens rond de tafel te zitten”, geeft ze toe. “Maar ik ben gelukkig waar ik nu zit, dat is voor mij het belangrijkste.”
10 keer gestorven
Het zou kunnen dat die ploeg dankzij haar interessante prestatie tijdens het BK 2024 nog meer interesse krijgt om Jesse Vandenbulcke naar het internationale niveau terug te halen. Want toen wereldkampioene Kopecky na ongeveer een kwart van de wedstrijd een 1e keer aan de boom schudde, glipte de Gentse met West-Vlaamse roots mee.
“Voor de start van dit BK had ik 2 doelen”, vertelt Vandenbulcke. “De titel bij de clubrensters pakken was mijn 1e ambitie. Een goeie plaats tussen de profs halen was een 2e streven. Het scenario was ideaal. Ik moet toegeven dat ik niet had verwacht dat Lotte zo vroeg in de aanval zou gaan. Op een klimmetje ging ze. Met de ploeg zaten we goed vooraan. Het was voor mij redelijk diep gaan om mee te zijn, maar dat lukte. En toen de kopgroep van 11 verder was uitgedund, bleven we nog met 5 over en was ik opnieuw mee.”
Vandenbulcke liet zich niet verrassen, maar plooide toen Kopecky zowat 35 km van de finish nog eens versnelde en alleen richting de streep reed. “Ik ben vandaag wel 10 keer gestorven”, zucht Vandenbulcke. “Ik besefte dat de andere rensters in de finale ook choco zaten. Behalve Lotte, die leek altijd fris. Ze is niet voor niets wereldkampioene.”
Lippenhovestraat
Toen ze voor Doltcini-Van Eyck koerste, kroonde Vandenbulcke zich al eens tot Belgisch kampioene. In Gent was ze de favorietes te snel af. “Toen was het toch helemaal anders dan nu, want in 2019 kwam die Belgische titel totaal onverwacht”, vertelt ze. “Nu is er tegen Lotte Kopecky niets te beginnen. Zelf ben ik heel tevreden over de koers die ik reed. Want ik veroverde een plaatsje in een vlucht met niets dan rensters uit WorldTour-ploegen.”
In de laatste rechte lijn moest Vandenbulcke nog Marion Norbert Riberolle laten passeren. “Omdat het bij mij volledig op was”, geeft ze toe. “Toen Sanne Cant bij de laatste doortocht op de kasseien van de Lippenhovestraat versnelde, moest ik passen. In de finale heb ik gevoeld dat ik niet meer gewend ben om op hoog niveau te koersen. Ik rijd wel 1.1-koersen en clubwedstrijden, maar in de WorldTour is het voortdurend brommeren. Dat mis ik nu.”
Bovendien beweert Vandenbulcke dat de gevolgen van de voetbreuk die ze iets meer dan een jaar geleden opliep nog niet helemaal voorbij zijn. “Vooral in een tijdrit ondervind ik nog altijd hinder”, beweert ze. “In een wegwedstrijd niet, want in een peloton kan je af en toe de benen stilhouden.”