Sente Sentjens was afgelopen zondag 28 juli 2024 in Brasschaat niet de enige 1e jaars op het podium van het Belgisch beloftenkampioenschap. Tom Crabbe sprintte naar de bronzen medaille. Eigenlijk trok de pion van het devoteam van Bingoal WB de sprint aan voor ploegmaat Joes Oosterlinck. Ze raakten elkaar kwijt en werden 3e en 5e. Een opmerkelijk resultaat voor de snelle mannen.
Groeien als ploeg
De renners van het Bingoal WB devoteam lieten zich tijdens het nationaal wegkampioenschap voor beloften zien. Gaëtan Verleyen trok nog voor halfweg in het offensief, kreeg gezelschap van 6 andere renners en legde de basis voor de voornaamste ontsnapping van deze titelstrijd. Pas 20 km van het einde werd deze vlucht tenietgedaan.
Ook toen Milan De Ceuster 10 km van de finish alleen op avontuur trok, waren de gele truien van de Waalse opleidingsploeg in de kop van het peloton te zien. “Lucas Jacques en Thibaut Bernard hielpen mee om dat gaatje op Milan De Ceuster volledig te dichten”, vertelt Crabbe. “Met de ploeg hebben we een hele goeie finale gereden. Vandaag lieten we zien dat we als ploeg kunnen werken. Dat is iets waarop we nog konden groeien. Dat ik hier op dit podium sta, dank ik voor een belangrijk deel aan de ploegmaats.”
Toch zal de ploegleiding misschien niet helemaal tevreden zijn omdat 2 renners van de ploeg in de top 5 eindigden, maar niet op het hoogste schavotje stonden. Kort na de aankomst was Tom Crabbe wel bijzonder tevreden met brons.
Ploegkoers
“Initieel was het plan om de sprint aan te trekken voor ploegmaat Joes Oosterlinck”, gaat de Merchtemnaar verder. “Ik was voor hem de laatste man. Tot net voor het einde liep alles perfect. Joes kreeg een klein kwakje van een andere renner, verloor wat plaatsen en zat te ver. Bovendien voelde ik dat te laat. Waardoor ik te vroeg aan de leiding kwam. De laatste 50 meter voelde ik dat ik tekort ging komen. Op rang 3 sta ik op mijn plaats. Sente Sentjens en Senne Hulsmans zijn gewoon rapper dan mij.”
Voor de start van het BK had Tom Crabbe niet gedacht dat hij aan het einde op het podium zou staan. Ook omdat z’n debuutseizoen bij de beloften nog niet zo denderend was verlopen. “Door een klein letsel ben ik pas laat kunnen beginnen”, verduidelijkt hij. “Midden december ben ik beginnen trainen. Daarna had ik met Bingoal een heel goed oefenkamp. Toch was het in het begin van het wegseizoen vooral zoeken. Echt goed startte ik niet.”
De Vlaams-Brabander is van plan om weg en piste te blijven combineren. “Het is een puzzel, maar wel een puzzel die kan worden gelegd”, beweert hij. “Recent was ik met de nationale ploeg aan de slag op de Europese pistekampioenschappen voor beloften in het Duitse Cottbus. Daar ging het niet slecht. In de Afvalling werd ik 4e. Met Noah Vandenbranden veroverde ik in de Ploegkoers een bronzen medaille. Dat was vooral de verdienste van Noah, want tijdens dat EK was hij bijzonder sterk. De voorbereiding en dat internationaal pistekampioenschap was voor goed het anaerobe. Nadien heb ik wat proberen finetunen.”
Nog geen contract
Bij de terugkeer uit Cottbus werkte Crabbe aan langere inspanningen. Met succes, want op het BK kon hij zich na bijna 180 km mengen in een massaspurt. “Die verliep heel hectisch”, benadrukt de jonge kerel. “Ik weet dat ik een degelijke eindspurt heb. Vorig jaar won ik bij de junioren in de sprint de interclub in Berg-Kampenhout. Daar dacht ik voor de start van dit BK nog aan, want die juniorenwedstrijd stond vandaag op de kalender. De herinnering aan de winst van vorig jaar gaf me wat extra motivatie.”
“Bij de junioren zette ik nog enkele massaspurten naar mijn hand, maar in UCI-wedstrijden was dat meestal niet voor de overwinning”, blikt Crabbe terug naar zijn periode bij Avia-Rudyco. “Onder meer in de 3-daagse Aubel-Thimister-Stavelot was ik 2 maal de snelste in een massaspurt.”
Die snelle benen kan hij misschien komende week opnieuw tonen. Met de opleiidngsploeg van Bingoal WB begint hij op woensdag 31 augustus 2024 aan de Ronde van Vlaams-Brabant. “Na die rittenkoers ga ik er even tussenuit”, besluit Crabbe. “Hoe mijn programma er na die korte break zal uitzien, weet ik nog niet. Neen, UCI-koersen met de procontinentale ploeg van Bingoal heb ik nog niet kunnen rijden. Misschien is dat iets voor 2025. Of ik bij het team blijf, moet ik nog beslissen.”