Gunther Van den Bossche zag zijn zoon Fabio deze week een bronzen medaille pakken in het Omnium op de Olympische Spelen in Parijs. Een prachtig moment voor zoon en vader. Al moest die laatste daags voor de medaillekoers nog de oversteek maken vanuit Noorwegen. “Ik was als verzorger aan de slag in de Arctic Race of Norway. Voor de slotrit op woensdag nam ik een snipperdag. Om dan via een korte tussenstop thuis naar Parijs te gaan. En er de mooiste dag uit de loopbaan van mijn zoon mee te maken. Een bekroning van een mooi traject”, lacht hij.
Geen Laarnse primeur
Dat Fabio Van den Bossche de weg naar de fiets gevonden heeft, is geen toeval. Papa Gunther en mama Peggy De Geest zijn ook renner en renster geweest. Opa Willy De Geest maakte van 1968 tot 1981 deel uit van het profpeloton. De familie De Geest is dan weer geboren en getogen in Laarne. Waar er met ene Etienne De Wilde een andere ex-pistier woont. “En de 1e Olympische medaillewinnaar in Laarne. Fabio heeft dus niet voor een primeur gezorgd”, vertelt Gunther. De Wilde blijkt ook nog eens een rol te spelen in het wielerleven van de families Van den Bossche en De Geest. “Toen mijn schoonvader Willy stopte met koersen, was Etienne pas prof geworden. Willy heeft hem toen met raad en daad bijgestaan.”
Dat heeft duidelijk indruk gemaakt op de blonde pijl uit Laarne. De Wilde onderhoudt fietsen en hij neemt zo nu en dan ook die van Fabio Van den Bossche onder handen. “Als ik dan vraag hoeveel ik moet betalen, hoor ik bij Etienne altijd hetzelfde. Niks. Want de manier waarop Willy De Geest zich over mij ontfermd heeft, is onbetaalbaar.”
Het is een mooi verhaal in de veilige omgeving waarin Fabio Van den Bossche renner geworden is. En vooral, een omgeving waarin er nooit druk geweest is om te presteren. “Dat principe heb ik altijd gehanteerd. Van bij de eerste stappen die Fabio in de koers gezet heeft. Maar ik ben ook altijd duidelijk geweest. Als ik dacht dat hij iets kon bereiken, dan heb ik hem dat ook gezegd.”
Voskenslaan
Ook in de aanloop naar de Spelen in Parijs had Gunther een duidelijke boodschap voor zijn zoon. “Een medaille pakken. Ik wist dat hij er klaar voor was. Dan moet het natuurlijk ook nog gebeuren, maar dat is een zaak van erin te geloven. Gelukkig heeft Fabio de wil om te presteren. Ja, een onverzettelijk koppeke. Dat heeft hij zonder twijfel van zijn grootvader Willy”, lacht Gunther. “Toen Fabio bij de nieuwelingen reed, had hij geen trainer. Ik ging vaak met hem fietsen en zei dan wat hij moest doen. Op een speelse manier. Dat was op dat moment de beste aanpak. Ik wilde geen druk. Dat is ook de reden waarom hij bij de nieuwelingen als individuele renner gereden heeft. Pas bij de junioren heeft hij met Davo Tongeren voor het eerst een club gehad.”
Toen Van den Bossche als jeugdrenner progressie maakte en zich vooral toonde op de piste, leek de stap naar de Gentse Topsportschool logisch. “Klopt, en hij is er uiteindelijk ook terecht gekomen. Maar wel pas in het 5e jaar. Ook weer omdat we niet wilden dat er te veel druk was. Op het moment dat hij wel naar de Voskenslaan gegaan is, was hij er ook echt klaar voor. Fabio is lang klein geweest en hij heeft zijn plaats in het peloton moeten zoeken. Positioneren bijvoorbeeld. Daar draagt hij nu nog de vruchten van. Net als van de manier waarop wij zijn jeugdkoersen uitgekozen hebben. We hadden geen lijstje met koersen waarin hij top 5 kon rijden. Zijn programma bestond uit wedstrijden waarin hij als renner sterker kon worden. De klimkoers in Harzé bijvoorbeeld. Zonder druk, louter voor het plezier.”
Pretpark
Als jong rennertje keek Fabio Van den Bossche op naar de pisterenners. Iljo Keisse was zijn grote voorbeeld. Vanuit Laarne is de Gentse wielerbaan op de Blaarmeersen vlakbij. “Om op de piste te mogen, moest je een bepaalde lengte hebben. Die werd gemeten met zo’n toestel dat je ook bij attracties in een pretpark vindt. Fabio heeft er zich heel vaak gemeten. En ik verdenk hem er nog van om op een bepaald moment een plankje onder zijn voeten gelegd te hebben. Om zeker groot genoeg te zijn. Zo is zijn pisteverhaal begonnen. Ook dankzij de kansen die hij gekregen heeft. Eerst bij Team Flanders-Baloise en de voorbije 3 seizoenen bij de gebroeders Roodhooft.”