Bij de juniores ging alles vanzelf, maar ook de overstap naar de elite dames verteert Nathalie Bex behoorlijk goed. Ondanks een moeilijk seizoensbegin door een vervelende en aanslepende knieblessure heeft ze al een paar keer haar fenomenale talent getoond in de WorldTour, en dat op haar 19e. De Truiense kon afgelopen winter al een wereldteam uitkiezen, maar opteerde voor de gestage groei en fietst de komende jaren bij Sport Vlaanderen-GuillD’or. Ploegleider Davy Wijnant legt uit waarom Bex zo fel gegeerd is in het internationale peloton. “We moeten voorzichtig blijven met grote uitspraken, maar ze heeft alles om een internationale topper te worden”, klinkt het.
De transfer
Davy Wijnant: “Zelfs op internationaal vlak vonden wij Nathalie er de voorbije 2 jaar bij de juniores als wegrenster bovenuit steken. De manier waarop ze vorig jaar in Gent-Wevelgem uitpakte, dat was straf. Het is een understatement om te stellen dat ze een enorme aanwinst is voor Sport Vlaanderen-GuillD’or. Er waren mogelijkheden voor haar om al de stap te zetten naar een topteam op wereldvlak. Onder meer Sunweb wilde haar al binnenlijven, maar Nathalie koos voor de geleidelijke weg naar boven. Wij hebben natuurlijk onze troeven uitgespeeld: bij ons kan ze geleidelijk aan groeien en blijft ze in een Belgische ploeg waar ze zonder druk kan blijven werken aan zichzelf. Ze heeft nu vooral nood aan verdere opleiding en daar staan wij garant voor.”
De stap
Davy Wijnant: “Nathalie heeft nog tijd nodig, want de stap van juniores naar dames is bijzonder groot. Het is niet zoals bij de mannen dat ze zich bij de beloften kunnen voorbereiden om op het hoogste niveau te gaan meedraaien. Maar desondanks heeft ze die overgang bijzonder knap verteerd. Niet evident, want bij de juniores ging alles vanzelf voor haar. Winnen is nu andere koek. Als ze top 25 rijdt in een grote koers, dan heeft ze het goed gedaan. Ze moet jaar na jaar het niveau van haar wedstrijden verhogen, en dan komt ze er wel. Je moet nu niet verwachten dat ze volgend jaar pakweg Dwars door Vlaanderen of de Amstel gaat winnen.”
De klasse
Davy Wijnant: “Je moet natuurlijk afwachten hoe ze zich doorzet, want er zijn veel factoren die een definitieve doorbraak in de kiem kunnen smoren. Maar als er niet te veel tegen zit, dan wordt Nathalie de komende 10 jaar 1 van de beste Belgische rensters. Eigenlijk zou ik beter mijn mond houden, maar ik geloof dat ze ook op internationaal vlak de absolute top kan halen. Ze heeft een kop op haar lijf, als ze en doel stelt, kan er haar maar weinig tegenhouden. Dan gaat ze er echt keihard voor. Dat betekent dat ze enorm veel talent heeft. Ze heeft ook een enorme motor, zeer uitzonderlijk voor iemand van 19 jaar. Rensters zijn pas op hun best op hun 28e, ze moet dus haar tijd nemen om ervaring op te doen. De koers leren aanvoelen, eens meegaan in een ontsnapping, enzovoort. Eerst investeren en daarna oogsten, is de boodschap.”
Het type
Davy Wijnant: “Nathalie heeft op de piste gereden en is dus behoorlijk snel. Gent-Wevelgem is iets voor haar, dat heeft ze al bewezen. Dwars door Vlaanderen ook.
De knie
Davy Wijnant: “Nathalie is vorig jaar zwaar uitgevallen met een operatie aan de knie (lees hier en hier). Haar comeback liet lang op zich wachten, waardoor ze de voorbije winter nauwelijks op niveau heeft kunnen trainen. Het spreekt voor zich dat dat een serieuze impact heeft gehad op haar ontwikkeling als renster. Ze zat echt in het sukkelstraatje en zo’n blessure op zo’n jonge leeftijd valt niet te onderschatten. Haar gezondheid is de komende jaren haar voornaamste prioriteit. Zo zal ze het plezier blijven vinden en dat zal haar prestaties zeker bevorderen.”
De TT-fiets
Davy Wijnant: “Ze is Belgische top bij de beloften. Lotte Kopecky kan ze misschien nog niet aan, maar zonder veel voorbereiding ging ze wel resoluut voor een podiumplaats op het BK voor beloften en daarin slaagde ze ook met brio, ze werd 2e. Dat is haar plaats. Met haar motor heeft ze er talent voor, maar voorspellingen doen is gevaarlijk op internationaal niveau. Moet ze er nog meer voor doen? Sowieso zijn er weinigen die elke week 1 of 2 keer zonder uitzondering op hun TT-fiets kruipen. Dat op zich is al chapeau. Ze is goed bezig.”
Fotomateriaal: Paul Hinninck en Franky Schoonvliet.