Als je van een grote transfer kan spreken, dan hoort Jens Vanoverberghe thuis in dat lijstje. Van de juniores van Wielerteam Waasland werd hij deze winter opgepikt door het internationale sterrenensemble van Development Team Sunweb, de beloftenafdeling van de ploeg van Giro-winnaar Tom Dumoulin. Daar kan je in Moen al eens mee uitpakken.
“Alles gaat goed”, lacht Jens Vanoverberghe. De West-Vlaming stond gisteren aan de start van zijn 1e BK tijdrijden bij de beloften. “Het was ook mijn 1e tijdrit bij de beloften tout court en het was ook al een tijd geleden dat ik nog tegen de klok gekoerst had”, zegt de afgelopen winter naar Development Team Sunweb overgestapte renner. “Ik trok dus zonder hoge verwachtingen naar Vresse-sur-Semois, ook al omdat ik bij de jeugd niet echt een winnaar was in het tijdrijden. Het ging nooit slecht, maar het was ook nooit goed genoeg om te winnen. Maar ik keek er wel naar uit om te zien hoe ver ik sta. In de toekomst wil ik me er trouwens wel wat meer op gaan toeleggen, want uiteindelijk doe ik het wel graag.” De klimtijdrit in Vresse-sur-Semois werd uiteindelijk geen voltreffer voor Vanoverberghe, die zijn start miste en dus geen goeie eindtijd kon neerzetten.
Niets tekort
Toch moet Vanoverberghe, die in september nog 19 moet worden, niet te veel twijfelen aan zijn kwaliteiten. Als een superprofessionele WorldTour-ploeg je komt halen, dan moet je vooral de opportuniteiten durven grijpen. En dat doet hij ook. “Ik amuseer me rot binnen de ploeg”, zegt hij. “Het is natuurlijk wel een andere wereld met Wielerteam Waasland, waar ik vorig jaar als junior voor reed. Je kan het in niets vergelijken. Ik kom hier niets tekort en ik denk ook niet dat die situatie zich ooit zal voordoen”, lacht hij.
Belgen
“Het grootste verschil is het budget, en dat merk je hoofdzakelijk aan het materiaal en de kledij die we krijgen”, zegt Vanoverberghe. “De omkadering is hyperprofessioneel en dat kan je natuurlijk nooit vergelijken met een juniorenploeg op nationaal niveau. We hebben bij de opleidingsploeg ook contact met de profs, maar ik hoor vooral de Belgen (Louis Vervaeke en Edward Theuns, red). We zien elkaar geregeld op de bijeenkomsten van de ploeg en dan wordt er al eens gepraat en plezier gemaakt. Het interessante voor mij is dat ik hier in ene omgeving zit met allemaal renners die absoluut de ambitie hebben om van de koers hun job te maken, terwijl bij mijn juniorenploeg sommigen gewoon voor het plezier koersten.”
Bert De Backer, die tot vorig jaar bij Sunweb reed, liet onlangs vallen dat hij niet goed aardde binnen de ploeg omdat hij geen vrijheid kreeg om zijn ding te doen. Zoals bijvoorbeeld het verschuiven van zijn zadel met een millimeter; not done bij de Sunweb-ploeg. Vanoverberghe laat optekenen dat dat allemaal goed meevalt, maar bevestigt langs de andere kant wel het verhaal van De Backer. “De ploeg doet dat omdat het in dat geval om een trainingsfiets gaat en die altijd thuis blijft, voor gelijk welke koers. Als je dan naar een wedstrijd vertrekt, zijn de trainers en mecaniciens niet op de hoogte van die aanpassing en de fietsen bijgevolg niet aangepast. Dat kan lijden tot blessures en dat is natuurlijk nefast voor iedereen.”
Speerpunten
Als 1e jaars is Vanoverbergh in een groep terechtgekomen met internationale allure. “Jarno Mobach, Max Kanter en Nils Eekhoff zijn de speerpunten binnen onze ploeg”, zegt hij. “Als je ziet dat iemand als Mobach lang aan de leiding stond in een hoog aangeschreven koers als de Ronde van Bretagne deze week, dan weet je dat hier kwaliteit zit. Als neobelofte wil ik vooral veel leren en sterker worden door zware koersen te rijden. Alles wat daarbij komt, is mooi meegenomen.”
Fotomateriaal: Bram van Lent.