Ingmar Uytdewilligen uit Zandvliet wilde afgelopen zaterdag zijn crossseizoen op gang trekken in Steenhuffel, maar in de laatste verkenningsronde sloeg zijn voet tussen de spaken van zijn voorwiel. Geen cross dus en bovendien wacht opnieuw een mentaal vervelende revalidatieperiode voor de crosser van Tarteletto-Isorex. Een monoloog.
Ingmar Uytdewilligen: “Ik was net voor de start nog aan het losrijden op de weg toen bij het optrekken mijn versnelling doorsloeg. Door de klap schoot ik uit mijn klikpedaal en met mijn rechtervoet in mijn voorwiel. Enkele spaken braken, maar ik viel niet. Ik voelde meteen dat het niet goed zat, maar toch heb ik van wiel gewisseld en ben zo nog gestart. Met de start vielen ze weer en lag er ik weer bij. Ik kon niet recht staan en bij de balken was het echt manken. Na anderhalve ronde hebben ze me van de fiets moeten halen. Toen ik bij het Rode Kruis mijn schoen moest uitdoen, wist ik dat het niet goed was. Op de spoeddienst is er aan de buitenkant van mijn voet een breuk vastgesteld. Het achterste stukje van het bot is er helemaal af, waardoor het afwachten is of het geopereerd moet worden. Hopelijk wordt het het enkel gips.”
“Hoe lang ik nu out ben, kan ik niet met 100% zekerheid zeggen. Binnen een week moet ik weer op controle om na te kijken hoe goed het geneest en kan het zijn dat ik een loopgips krijg. Hopelijk heb ik dan een beter zicht op de duur. Ik denk dat ik een 6-tal weken moet rekenen, maar ik hoop er natuurlijk sneller weer te staan. Dit is natuurlijk wel een domper. Ik heb er deze zomer alles voor gedaan. De wegwedstrijden verliepen dit jaar uitstekend, het is echt erg dat dit nu de 1e cross van het seizoen moet gebeuren. 2 jaar geleden brak ik mijn rug in de 1e maand van het crossseizoen, dus ik weet hoe moeilijk dit mentaal weer zal zijn en hoe zwaar het zal zijn om terug op niveau te komen.”
Geen PK, wel BK
Ingmar Uytdewilligen: “Zoals gezegd was de voorbereiding deze zomer heel goed, alles liep perfect. Ik heb een 12-tal koersen gereden, waarbij de Ronde van Luik. Daarna zijn we 2 weken naar Frankrijk vertrokken op vakantie, maar ook om extra te trainen. De week nadien zijn we met onze ploeg Tarteletto-Isorex een week op stage geweest naar de Ardennen, waar we echt de laatste percentages aan de conditie konden bijschaven. Nadien reed ik nog 2 criteriums waar ik telkens 5e finishte. Naar mijn gevoel was ik klaar voor het seizoen.”
“Mijn doelen zal ik nu moeten bijstellen. Vorig jaar won ik 14 crossen, werd ik provinciaal kampioen en pakte ik brons op het BK. Het zou sowieso niet makkelijk worden om dit te evenaren. Maar mijn 1e doel was volgende week het provinciaal kampioenschap, waar ik mijn trui wilde verdedigen. Pijnlijk dat dit nu in het water valt. In de B-wedstrijden had ik graag weer iedere week meegedaan voor het podium en ik had enkele A-crossen aangestipt om een goede uitslag te rijden tussen de profs. En dan als laatste is er het BK in Antwerpen, waar ik een parcours tref dat me moet liggen. Als alles mee zit en ik kan in november terug competitie rijden, kan ik hopelijk nog veel goedmaken en dan kan ik hopelijk in goede conditie naar het BK.”
Geen prof
Ingmar Uytdewilligen: “Naast het veldrijden werk ik voltijds bij BASF als elektro-mecanicien in dagdienst van 8 uur tot kwart voor 5. Het is combineerbaar met mijn sport, maar makkelijk is het zeker niet. Ik heb zelf 2 kindjes, dus dat maakt trainen extra lastig in te plannen. Mijn vriendin staat echter altijd klaar voor mij en de kindjes, enkel daardoor kan ik dit op dit niveau volhouden. Elke avond na het werk moet ik een aantal uur trainen, waardoor ik soms thuiskom en ik onze kindjes maar 5 minuten zie om ze daarna in bed te leggen. Dat maakt het extra moeilijk, maar als zij mij dan tijdens de wedstrijden aanmoedigen, geeft dat extra kracht.”
“Ik wil als crosser op mijn 28e nog graag een stap zetten, maar dat wordt niet evident. Naar mijn mening heb ik vorig jaar nog een stap gezet, dus misschien kan het toch. Het hangt soms van kleine dingen af. Ik probeer er zoveel mogelijk voor te doen, dus ik hoop toch elk jaar nog net iets beter te worden. Als je fietst en wedstrijden rijdt, droom je natuurlijk om prof te worden, maar als belofte ben ik nooit echt goed geweest. Pas vanaf de elite zonder contract is het elk jaar beter en beter blijven gaan. Ik vind de situatie goed zoals die nu is. Ik fiets op een redelijk niveau, vind ik, kan af en toe een cross winnen in het B-circuit en een top 15- 20 bij de profs. Ik kan het combineren met mijn job dankzij mijn vriendin en de ploeg. Als ik dit nog enkele jaren kan doen op dit niveau ben ik een tevreden man.”