Waarom maakt nog niet iedereen gebruik van tubeless als het toch zoveel beter is? Auto’s rijden al tientallen jaren op tubeless banden. Ze maken alleen geen gebruik van latex. De afsluitring bij autobanden heeft een groter contactvlak en de velg staat op een veel grotere spanning en sluit daardoor veel beter luchtdicht af. Maar voor fietsen is tubeless hét van hét!
Er is een belangrijk verschil tussen MTB-banden en wegbanden. “Het is niet zomaar dat er in het mountainbiken al jaren tubeless wordt gereden”, weet Piet van der Velde van ERE Research, die een fervente fan is van tubeless. “Met MTB-banden wordt op een veel lagere werkdruk gereden dan bij wegbanden. Tevens is de ‘ontsnappingsdruk’ van de lucht veel lager, en kan er dus veel makkelijker lucht vastgehouden worden door het tubeless systeem. Voor wie al op tubeless wegbanden rijdt, komt dit vast bekend voor. Als je wegbanden moeten bijpompen tot werkdruk voor de rit, dan staat de band vaak nog op een systeemdruk tussen de 2 en 3 bar. Dat is de werkdruk van een MTB-band…..”
Werkdruk
Dus de uitdaging is om tubeless te rijden op de hogedrukbanden van een racefiets. “We zien gelukkig de trend van de maatvoering van de racebanden oplopen van 23mm tot 26, 28 of zelfs 30 mm”, weet Van der Velde. “Dat heeft vele voordelen, onder meer voor het rijderscomfort, de grip, de rolweerstand, de impactgevoeligheid en de karkasstress. Allemaal voordelen die je krijgt als je op een iets grotere band gaat rijden. Vooral voor tubeless banden gaat de nominale werkdruk omlaag bij een 28 mm raceband ten opzichte van een 23 mm raceband. Dat scheelt vaak 2,5 bar. Waar je normaal 7,5 bar op een 23 mm band zou zetten, zet je nu 5 bar op een 28 mm band. Zo komen we in de buurt van een betere werkdruk voor een tubeless systeem.”
Geen platte tubes meer
Vaak wordt er gedacht dat het overstappen naar tubeless te omslachtig is, en dat het duur is. Maar dat is relatief, vindt Van der Velde. “Het is maar net hoe je ernaar kijkt. Natuurlijk zullen mensen die een wat oudere race- of gravelfiets hebben niet kunnen overstappen naar een tubeless systeem zonder ook nieuwe velgen of wielen aan te schaffen, maar de meeste racefietsen die de laatste 3 tot 4 jaar gemaakt werden, hebben tubeless ready wielen, dus check dat voordat je over wilt stappen. En qua kosten is het natuurlijk positief als we de binnenband – met al zijn lekke vriendjes – niet meer hoeven aan te schaffen….”
Aan de slag!
Over het installeren van tubeless banden bestaan veel theorieën. “Alvorens te zeggen welke de beste is, leg ik liever uit met welke manier wij bij Ere Research de beste ervaring hebben”, duidt van der Velde. Volg even de leidraad van Piet mee!
- Zorg dat je velgen tubeless ready zijn en dicht spaakgaten af met de juiste breedte tubeless velglint die bij de maat van de velg hoort. Ik krijg wel eens wielen onder ogen van consumenten die ons om hulp vragen, en dan zien we dat er tape uit de plaatselijke bouwmarkt gebruikt is. Dat lijkt bij installatie afdoende, maar eenmaal onderweg drukt de luchtdruk de elektriciteitstape door de spaakgaten en ontstaat er lekkage. Houd je aan de aanbevolen tubeless tape, want die is ervoor gemaakt, kan hoge luchtdruk weerstaan en kan de eventuele chemische reacties van latex weerstaan.
- Begin tegenover het ventiel en leg de tape er een beetje onder spanning op. Houd de tape dus strak zodat hij goed kan aansluiten op de vorm van de velg (foto 1), en laat de tape ongeveer 15 cm overlappen.
- Prik nu met een puntig rond voorwerp (foto 2) een gaatje om het tubeless ventiel te monteren. Gebruik hiervoor geen mesje, want een mesje maakt een snee en dat kan op den duur onder stress doorscheuren en lekkage veroorzaken. Draai het ventiel en de ventielmoertjes strak aan met de hand, gebruik hiervoor geen gereedschap.
- Nu is het wiel klaar voor de banden. Mocht je banden hebben gekocht, dan zitten ze vaak opgevouwen of opgerold in een verpakking. Mijn advies is om ze uit te pakken en uit te vouwen in hun natuurlijke ronde vorm en dan 2 of 3 uurtjes te laten liggen, dan komt de band even tot rust en neemt zijn natuurlijke vorm aan en verdwijnen de meeste vouwen. Dat zal de installatie van de banden vergemakkelijken.
- Dan leggen we de band om de velg zoals je ook een draadband zou omleggen. We gebruiken tot nu toe géén latex, we leggen de band ‘droog’ om de velg en als de band er om ligt, dan lopen we de band even na rond de velg om te kijken of hij recht ligt en zoniet corrigeren we dat met de hand en leggen we de band recht. Soms kunnen banden er moeilijk omgaan door een strakke passing. Voor een video met wat tips & tricks kijk je maar eens op het YouTube kanaal van Ere Research.
- Nu gaan we met de vloerpomp de band op spanning brengen – boosterpomp of compressor mag ook. De band moet nu langzaam zijn positie zoeken op de velg. Dat kan je horen aan de band, hij zal een knappend geluid maken als hij in positie springt. Bij 7-8 bar zou dit klaar moeten zijn (foto 3). We checken dit door het wiel even rond te draaien en te kijken of de band er recht en zonder oneffenheden op de velg ligt.
- Als dit het geval is, gaan we de band bijna maar niet helemaal leeg laten lopen. We gaan tot aan 0,5 bar zodat de tubeless sluitrand van de band in positie op het velgbed blijft zitten, want we willen deze ‘droge’ installatie behouden voor de optimale seal van de bandvelg en de latex.
- Bij Ere Research gebruiken we het ‘Milkit’ latex vulsysteem. Dat gaat met een speciaal ventiel en vulspuit met een drukkraantje om de tegendruk te controleren, dus we kunnen nu onder druk de latex toebrengen.
- Nu de latex in de band zit, brengen we de band weer op de gewenste werkdruk en gaan we een half uurtje fietsen. Dit zal het systeem voldoende kans geven om zichzelf te sealen. Het is normaal dat na 30 minuten bij thuiskomst de druk gedaald kan zijn, dat hoort bij het sealproces. Breng nu de band weer op spanning en ga aansluitend nogmaals 30 minuten rijden, het systeem zou nu helemaal rijklaar moeten zijn.
- Let op: net zoals bij een binnenbandsysteem zal voor iedere rit de band op werkspanning gebracht moeten worden.
- Latex is een vloeistof en ze zal op den duur opdrogen. Voeg daarom elke 30 dagen 10 ml latex per wiel aan uw systeem toe.
Vergeet niet….
Goed geïnstalleerd zijn is een belangrijke voorwaarde, maar nog niet alles is in kannen en kruiken. Je moet ook een paar waarnemingen in acht nemen bij het rijden met een tubeless systeem. “Met tubeless banden zal je het doorgaans niet merken dat je lek rijdt omdat de latex ervoor zorgt dat kleine lekjes meteen gedicht worden”, duidt Van der Velde. “Dat wil niet zeggen dat er niets in de band zit, dus blijf na elke rit je banden controleren op beschadigingen en of er scherpe steentjes/glas uit je band verwijderd moeten worden (foto 4). Let op: als je iets uit je band haalt, kan je een gaatje openen en kan er latex uitspuiten door de druk van de band, dus gebruik een veiligheidsbril en handschoenen als je een latex allergie hebt.”
Ga nooit rijden met een werkdruk lager dan aangegeven door de fabrikant, want dat kan leiden tot het aflopen van de band met alle gevolgen van dien. “Met een tubeless systeem kan je op een lagere spanning rijden dan je gewend bent met draadbanden, omdat je minder gevoelig bent voor stootlekken”, weet van der Velde. “Probeer dit uit binnen de druklimieten van de fabrikant, je zult merken dat racebanden veel meer comfort en grip kunnen bieden dan je gewend bent. Ervaring leert dat je met tubeless banden in het algemeen tussen 0.5 en 1.2 bar minder spanning rijdt met dezelfde maat draadband.”
Aparte kijk
Voormalig renner Piet van der Velde is nu productontwerper en -ontwikkelaar en kijkt daarom op een aparte manier naar tubeless voor de racefiets. Zijn ervaringen zeggen veel, zoniet alles. “Ik heb veel minder last van lekke banden dan voorheen, kom dicht bij het rijgedrag van een tube, ben groen want ik verslijt geen onnodige binnenbanden én ik ben mij meer bewust van de mogelijkheden van mijn racebanden”, klinkt het tot slot.
Dus tubeless, go for it!