Victor ‘Vic’ Van Schil werd op 21 december 1939 in het Antwerpse Nijlen geboren. Hij reed eerst voor Pulidor en maakte nadien naam als meesterknecht van Eddy Merckx. Zo bouwde hij een mooie carrière uit, bekroond met 13 individuele triomfen. Maar familiale problemen noopten hem op zijn 69e tot een wanhoopsdaad. Van Schil verhing zich in de garage van zijn woning in Nijlen.
Victor Van Schil werd geboren op 21 december 1939 in Nijlen. Hij was diamantslijper van beroep, maar debuteerde in 1962 wél in het profpeloton bij de ploeg Mercier van de legendarische Fransman Raymond Poulidor. Van Schil werd door voormalig Tourwinnaar en ploegleider Antonin Magne zelf naar Mercier gehaald. Daar reed hij zich het zweet uit het lijf voor de Franse chouchou. Na een paar jaar dacht Van Schil dat zijn loopbaan als prof stilaan teneinde zou lopen, maar niets bleek minder waar.
De voorgaande jaren had het jonge talent Eddy Merckx, in dienst bij Faema, gezien wat een beulenwerk die Nijlenaar kon verrichten en dus lonkte er voor Van Schil een 2e carrière. Door de goede verzorging en professionele trainingen bij de ploeg van Merckx bleek hij er toch nog heel wat jaren tegen te kunnen. Van Schil groeide uit tot 1 van de vaste luitenanten van De Kannibaal, die tot en met 1976 aan zijn zijde zou rijden. Dat gebeurde eerst bij Faema en later bij Molteni. Meteen na zijn aankomst bij Faema hielp hij Merckx aan diens 1e overwinning in een grote ronde, de Giro van ’68, en hij zou er ook in elk van de 5 Tourzeges bij zijn.
LBL ’69
Door zijn rol als geboren knecht kwam Van Schil zelf niet veel aan winnen toe. Toch staan er 13 zeges op zijn palmares. De belangrijksten zijn 2 ritten in de Vuelta (1964 en 1968), de Ronde van Wallonië (1967) en de Brabantse Pijl (1968). Van Schil was een beetje de Leif Hoste van Luik-Bastenaken-Luik, in die zin dat hij er een ton mooie ereplaatsen reed maar nooit won. Zijn beste klassering was 2 keer een 2e plaats in 1966 en 1969. Vooral de editie van 1969 maakt hem onsterfelijk in de wielergeschiedenis.
2 dagen na de de Waalse Pijl zou die Luik-Batenaken-Luik verreden worden met een woeste Merckx aan de start. In de Flèche had Roger De Vlaeminck een hele dag in zijn wiel gehangen en dat was Merckx in het verkeerde keelgat geschoten. En dus zouden de Faema’s eens koers maken. Van Schil was mee met de vroege vlucht. Toen Merckx vanuit het peloton demarreerde en de kopgroep aan flarden reed, was Van Schil de enige die kon aanpikken. In de slotkilometers kreeg Van Schil het moeilijk maar Merckx wou hem niet losrijden. Het duo had er een ware koppeltijdrit van gemaakt en de rest op 8 minuten gereden. Van Schil mocht winnen van Merckx, daar de knecht wilde het cadeau van zijn kopman niet aannemen. De woorden ‘Eddy toch, wat een stomme vraag. Zelfs al mocht ge nu vallen, dan dráág ik u over de meet!’ zijn legendarisch.
Familiale problemen
In 1977 zette Van Schil een punt achter zijn wielercarrière. “Mijn eigen overwinningen en ereplaatsen zijn vergeten, maar dat stoort me niet in het minst”, zei hij ooit in een interview. “De band met Eddy is gebleven. Dat is wat telt voor mij.” Hij opende een goed boerende tenniszaak. Met Merckx en zijn andere ploegmakkers van weleer ging Van Schil nog wekelijks fietsen en vervolgens pinten pakken. De laatste maanden voor zijn dood was hij bijzonder depressief door familiale problemen. Enkel voor de begrafenis van moeder Merckx kwam hij nog eens buiten. Vic Van Schil verhing zich op 30 september 2009, op 69-jarige leeftijd, in de garage van zijn woning aan de Bevelsesteenweg in Nijlen, waar zijn vrouw zijn levenloze lichaam aantrof.
Wie meer wil te weten komen over het werkpaard Victor ‘Vic’ Van Schil, kan zeker zijn gading vinden in de biografie van Eddy Merck, die werd neergeschreven door Johny Vansevenant. Dit boek is helaas uitgeput en niet meer officieel verkrijgbaar.
Schrijf je in op onze gloednieuwe nieuwsbrief en maak kans op een WielerVerhaal cross-T-shirt!
De winnaars worden bekendgemaakt op 31 december 2020!