De Nederlandse amateurwielrenner Remco Grasman, niet geheel onbekend omdat hij op zijn 49e nog steeds nationale tijdritkampioenschappen afwerkt bij de elites, heeft de diagnose bigorexia gekregen. Dat is een stoornis van de lichaamsbeleving, in het geval van Grasman een dwangmatige vorm van sportverslaving. In die mate dat hij onmiddellijk moet afkicken. “De laatste 2 jaar heb ik geen plezier meer gehad op de fiets”, bekent hij. Een prangende monoloog.
“Ik had zelf nog nooit gehoord van bigorexia, maar ik weet van mezelf wel dat ik al jaren dwangmatig aan sport doe. Dat deze verslaving ook een bestaande ziekte is, wist ik niet. Ik denk dat veel mensen dat niet weten, en daarom kom ik er ook mee naar buiten. Zo kan ik extreme sporters toch een beetje waarschuwen: zorg dat je niet in de situatie komt waarin ik zelf verzeild ben geraakt. Je kan er beter op tijd bij zijn. Ik heb nu zelf psychologische hulp nodig en sta voor een zware periode.”
“Ik ben mijn hele leven al sporter en er moet heel veel voor wijken. In mijn jeugd leed ik al aan anorexia als gevolg van die enorme drang om te sporten. Het moet een gevolg zijn van een laag zelfbeeld, wat ik ook toen al wilde compenseren met prestaties. Die gaven me dan toch het gevoel dat ik iemand ben en wel iets kon. Sport heeft me heel veel goeds gebracht in het leven, ik ben niet zomaar Nederlands kampioen tijdrijden geweest bij de elite en later bij de masters, waar ik zelfs de wereldtitel in de wacht sleepte. Ook in het triatlon en duatlon, mijn oorspronkelijke sporten, behaalde ik prachtige successen. Er waren heel veel mooie momenten, maar het is de laatste jaren ontspoord.”
Lichaam gesloopt
“Sinds 2018 is het echt verkeerd beginnen gaan. Ik heb toen mijn heup gebroken, waardoor ik een tijd volledig moest rusten. Daardoor geraakte ik mentaal in paniek, want het zou fysiek nooit meer goedkomen met mij, dacht ik. Toen het licht op groen ging om weer te gaan fietsen, ben ik ineens maniakaal beginnen trainen. Ik wilde meteen starten op het niveau dat ik voordien had en dat kon natuurlijk niet. Alles verliep heel geforceerd. Ik waggelde met krukken het startpodium van het Nederlands kampioenschap bij de elite op. De liefde voor het fietsen werd een dwangmatige obsessie. Toen begon ik mijn lichaam al te slopen.”
“Een jaar later, in 2019, kreeg ik een kunstheup en heb ik een aantal weken in het ziekenhuis gelegen. De revalidatie kon niet snel genoeg beginnen en ik deed van meet af ook weer veel meer dan mijn lichaam aankon. Ik ben zelf ook trainer en weet dat het zo niet werkt, maar bij mezelf zag ik dat helemaal niet. Het is nu helemaal op. Laatst nog op het NK in Emmen voelde ik me al bijzonder slecht en leverde ik een erbarmelijke prestatie. Als ik een dag niet sport, dan eet ik die dag ook nauwelijks, om maar niet te veel calorieën binnen te hebben en mijn schuldgevoel van niet te sporten toch wat draaglijk te maken. Al dat soort dingen maakten het niet prettig meer.”
Balans weg
“Op deze leeftijd afzien voor wat je hobby moet zijn, dat is het niet. De laatste 3 jaar stond plezier niet meer voorop en dat is nochtans de drijfveer van alles. Als je in de Tour de France niet met plezier koerst, komen er ook geen prestaties. Je hebt balans nodig om tot resultaten te komen, en net die balans is bij mij al een tijdje helemaal weg.”
“Ik kom nu op dit eigenste moment net uit de fitnesszaal waar ik zonder competitief element mijn lichaam wat heb laten afkicken op de roeimachine en de loopband. Zomaar stoppen met alles zou natuurlijk ook niet gezond zijn. Maar het is duidelijk dat er wat moet veranderen. Mijn familie weet niet meer wat ze aan me hebben, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Mijn vrouw heeft altijd veel verdragen, maar de voorbije jaren kwam ze op de 2e plaats en dat kan niet langer. Te meer omdat ik zelf al zeker 2 jaar geen plezier meer heb in het fietsen. Ik doe het omdat mijn geest en mijn lichaam zeggen dat het moet en ik anders een schuldgevoel heb dat ik niets gedaan heb.”
Knop omgedraaid
“De knop heb ik omgedraaid afgelopen zondag in Duitsland. Er was een tijdrit bestaande uit 2 ronden van 17 km. Tijdens het 1e rondje vroeg ik me af wat ik daar in godsnaam aan het doen was. Ik had helemaal geen zin en was compleet oververmoeid. Bij de passage van de finish ben ik gelijk afgeslagen naar de parking en heb ik m’n startnummer ingeleverd. Toen besefte ik voor het eerst dat ik niet goed bezig was, dat de roofbouw op mijn lichaam te ver was gegaan. En ook voor mijn omgeving moet het nu anders. Ik word volgend jaar 50, het houdt op.”