Met een 2e plaats in de Chrono des Nations voor beloftenrenners heeft Brank Huys een streep onder zijn seizoen in het shirt van Acrog-Tormans gezet. Een resultaat waar de voormalige klimmer niet blij van wordt. “Ik ging vol voor de zege”, bekent hij. Na zijn Duits avontuur in 2020 rijdt hij in 2022 andermaal voor een andere U23-ploeg. “Mijn trainingsarbeid zal alleen maar specifieker worden.”
Die 2e plaats in de Chrono des Nations voor U23-renners lijkt Brank Huys écht geen voldoening te geven. “Eerlijk? Ik wilde alleen maar winnen”, stelt hij ontgoocheld. “Ik had me er ook specifiek op voorbereid en dan moet je er ook voor gaan. Heel wat koersen in aanloop naar die Chrono des Nations heb ik gereden met veel trainingsvermoeidheid in de benen, in die mate dat ik vooraf wist dat het daar niks ging worden. Ik koerste bepaalde wedstrijden gewoon om te trainen. Overdreven veel op mijn tijdritfiets zat ik echter niet. Ik train er een heel jaar door op, dus gewoon eens die TT-fiets van stal halen, dat is voor mij niet het geval. In piekperiodes zit ik de helft van de week op de TT-fiets, tot 10 uur per week. Meestal blokken, maar ook voor duurtrainingen gebruik ik die.”
2 jaar terug gaf Huys aan zich meer te willen ontwikkelen om zwaardere koersen aan te kunnen. “Ik heb wel wat stappen gezet en heb dat ook in koers getoond, maar met mijn overgang naar Lotto Soudal U23 wil ik daar nog progressie in tonen”, geeft hij aan. “In het laatste jaar bij de junioren en het 1e bij de beloften heb ik door privépoblemen wat moeilijkheden gehad met mijn tijdrijden. Als je die vrijheid in je hoofd mist, dan doe je gewoon niet mee. Maar dat is dan weer beter beginnen gaan. Als ik daar op internationaal niveau in wil uitblinken, zal ik nog meer specialist moeten worden. En dat is ook wat ik wil. Dus ja, het tijdrijden is belangrijk, dat zie je ook aan mijn uitslagen, die in stijgende lijn gaan. Mijn trainingsarbeid zal dus alleen maar specifieker worden.”
Weg bij Dauner
Bij de jeugd was Huys ook een getalenteerd klimmer; “Maar ik ben nu veel minder klimmer dan vroeger”, beseft hij. “Bij de nieuwelingen en junioren moet je wat van alles kunnen en dat klimmen lukte gewoon aardig. Maar bij de beloften doe ik niet meer mee, dat is ook een beetje logisch met mijn 1m92 en mijn gewicht. Ik kan nog wel een berg op, maar niet meer met bijvoorbeeld een Lennert Van Eetvelt. Dat soort mannen van mijn lichting zijn wereldtoppers in het klimmen, daar moet ik voor passen en dat is ook niet erg. Bij de beloften merk ik toch dat er weinig renners zijn die én goed kunnen klimmen én goed kunnen tijdrijden.”
De intrede bij de beloften maakte Huys begin 2020 bij de Duitse opleidingsformatie Dauner-Akkon van voormalig prof Gerald Ciolek. “Door corona heb ik Gerald eigenlijk weinig gezien, maar hij heeft mij wel de mentaliteit van het prof zijn bijgebracht. Focussen en altijd bezig zijn met je job, maar ook tijdig de riem eraf en even je gedachten losmaken van de koers om fris in het hoofd te blijven. Maar uiteindelijk zat ik bij Dauner wel om de verkeerde reden, waarover ik me expliciet niet wil uitspreken. Het liep dan ook verkeerd af.”
Grootse dingen
En toen kwam Acrog-Tormans al snel op de proppen. “Toen ik met sportdirecteurs Tom Cleeren en Roger Loysch ging spreken, reed ik met een heel positief gevoel naar huis. De sfeer bleek goed, de aanpak beviel me en er waren een aantal beloftevolle renners aangetrokken. Er was altijd ruimte voor humor, we gingen altijd met een hechte groep vrienden naar de wedstrijden. Het waren fantastische dagen, zowel op als naast de fiets. Sportief onthoud ik vooral dat ik mijn tijdrit opnieuw naar een competitief en winnend niveau heb kunnen krengen.”
“Bij Lotto Soudal U23 wil ik volgend jaar fysiek nog sterker worden door zwaardere koersen te rijden. Daarnaast wil ik ook met het team resultaten sprokkelen, want ik denk dat we een heel sterke ploeg zullen hebben. Ik geloof ook echt dat we in 2022 samen grootste dingen gaan doen. En voor mezelf dat ik als renner andermaal een stap zal zetten.”