Plannen mogen wijzigen, daar is niets mis mee. Marieke de Groot zag 2023 als haar laatste seizoen in het peloton. Omdat ze vorig jaar niet op het gewenste niveau presteerde, doet ze er minstens 1 jaartje bij. In het shirt van Proximus-Cyclis gaat ze voor marathonontsnappingen in klassiekers. Wat in de Omloop Het Nieuwsblad al lukte. Deze zomer hoopt ze een regionale koers te winnen.
Privéproblemen
In de zomer van 2022, nadat ze in de openingsrit van de Baloise Ladies Tour de rushestrui veroverde, liet Marieke de Groot zich ontvallen dat 2023 haar laatste jaar als renster zou worden. De inmiddels 38-jarige Nederlandse zou als manager-coach wel in de koers blijven. Het liep anders. Ze liet wielerteam DD Group-Isorex-NoAqua achter zich, solliciteerde bij Proximus-Cyclis en kon algemeen manager Eddy Van Bunder overtuigen haar een plaatsje in het team te geven.
“Op vele fronten is 2023 voor mij geen goed jaar geweest”, blikt Marieke de Groot terug. “Privé liep het niet goed. Wat zijn weerslag had op mijn sportieve prestaties. Ik vond vorig jaar mijn draai niet. Inderdaad, ik begon later aan het seizoen en brak het vroegtijdig af. Privé, zakelijk en in de koers liep het niet zoals het moet. Mentaal en fysiek moest ik terugvechten. Even dacht ik terug te keren naar Nederland. Maar dat idee liet ik snel varen.”
Marieke de Groot voelt zich thuis in Vlaanderen. Ze woont nu in het West-Vlaamse Tiegem en ziet klassiekers als Nokere Koerse (13/3), Dwars door Vlaanderen (27/3) en Ronde van Vlaanderen (31/3) als thuiswedstrijden. “Best grappig”, lacht ze. “De Vlaamse rensters van Proximus-Cyclis zien mij als een Nederlandse. We hebben enkele jonge Nederlandse meisjes in het team. Uit gesprekken op ploegstage bleek dat zij dachten dat ik een Vlaamse ben.”
Aanvaller
De Groot komt uit Spijkenisse, een gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland, niet ver van Rotterdam. Tot haar 29e speelde ze voetbal. Bij ADO Den Haag, een club op het hoogste Nederlandse niveau, stond ze onder de lat. Toen ze bijna 10 jaar geleden stopte met voetballen, ontdekte ze de koersfiets en stapte ze na verloop van tijd in competitie. Met succes, want ze zette de kermiskoersen in Maarkedal en Brasschaat (2021), Ooike en Dudzele (2022) en Affligem (2023) op haar naam.
“Zo’n regionale wedstrijd winnen zit er op dit moment nog niet in”, beweert de renster van Proximus-Cyclis. “In de winter ben ik naar Tiegem verhuisd, ik moest weer structuur vinden in mijn leven. In januari ben ik af en toe ziek geweest. Volledig herstellen was niet makkelijk. In het klassieke voorjaar zal ik weinig regionale koersen rijden. Want het programma van de ploeg zit goed vol. Misschien dat ik na het voorjaar een oefenkamp afwerk om beter te worden. Want op dit moment is mijn vorm nog niet wat het zijn moet.”
En toch slaagde Marieke de Groot erin om tijdens de Omloop Het Nieuwsblad, de openingswedstrijd van het seizoen, het shirt van haar nieuwe ploeg te laten zien. “Ongeveer 100 km reed ik in de aanval”, glundert ze. “Ik probeer altijd offensief te koersen. Aanvallen doe ik het liefst, dat soort dingen kan ik goed. Voor mijn ploeg was die onderneming interessant. Het was ook echt leuk, zeker de reacties achteraf.”
Genieten
De ploegleiding van het continentale vrouwenteam verwacht niet dat Marieke de Groot en ploeggenotes wedijveren met wereldkampioene Lotte Kopecky of met andere wereldtoppers. “In beeld rijden, dat is het opzet bij mijn nieuwe ploeg”, benadrukt De Groot. “Bij het team hebben we een paar hele jonge rensters. Hen ervaring laten opdoen, hoort ook tot de visie van de ploeg.”
In Nokere Koerse zal Marieke de Groot opnieuw proberen om een plaatsje te veroveren in een vroege vlucht. “In vergelijking met vroeger is het parcours een beetje aangepast”, weet ze. “Ik heb al eens verkend, maar ga dat nog eens doen. Nokere Koerse zie ik echt als een thuiswedstrijd. Ik hoop mij opnieuw te laten zien.”
Wordt haar 3e deelname aan Nokere Koerse de laatste? “Ik durf niet meer zeggen dat dit mijn laatste seizoen zal zijn”, lacht De Groot. “Ik hou er wel rekening mee dat het mijn laatste seizoen kan zijn. Bij Proximus-Cyclis heb ik het enorm naar mijn zin. Bij dit team kan ik zonder enige druk koersen. Het zijn fijne mensen die de ploeg runnen. Als dit mijn laatste jaar in het peloton is, ga ik proberen er zoveel mogelijk van te genieten. Want dat kon vorig seizoen niet.”