Vorige week zette een Italiaan een petitie online om van veldrijden nu eindelijk een Olympische discipline te maken. Kunnen we ons volledig in vinden, want er zijn meer dan voldoende objectieve redenen om een Olympische veldrit te verdedigen. Wout Van Aert gaf alvast het goede voorbeeld.
1. Interpretatie mag wat ruimer
Het klassieke tegenargument is dat Olympische wintersporten enkel op sneeuw of ijs mogen betwist worden. Dat klinkt op zich logisch, maar hier speelt de klassieke discussie tussen de ‘letter’ en de ‘geest’ van de wet. Als het woord ‘Winterspelen’ wordt geïnterpreteerd als ‘wintersportspelen’, blijft de enggeestige denkwijze bestaan en komen hoofdzakelijk schaatsen, skiën en alle varianten daarvan aan bod. Maar het kan ook anders… Als men uitgaat van de interpretatie ‘winterseizoenspelen’ – m.a.w. alle sporten die specifiek of hoofdzakelijk in het winterseizoen beoefend worden – dan komt naast veldrijden ook plots veldlopen in aanmerking. Waarom niet eigenlijk? Wie heeft ooit die definitie van ‘wintersporten’ vastgelegd? Wie claimt de correcte invulling van dat woord? En wie heeft ooit gezegd dat daar niet aan getornd mag worden? Niemand toch?!
2. Voldoende internationale interesse
Is veldrijden niet internationaal genoeg om Olympisch te mogen zijn? Ook dat argument gaat steeds minder op. Akkoord, België en Nederland spannen de kroon en domineren de kluit. Maar binnen Europa hebben ook landen als Frankrijk, Polen, Spanje, Italië, Duitsland, Tsjechië, Denemarken, Engeland,… affiniteit met veldrijden, zij het op een amateuristische of meer professionele manier. Met de juiste vlam in de pan kan de sport daar opnieuw boomen. Buiten Europa bestaat er in Amerika al jarenlang een crosskolonne die populair en lucratief mag genoemd worden. Andere continenten hebben het wat moeilijker. Nochtans mag dat geen argument zijn om veldrijden te weren als Olympische sport. Als de internationale weerklank van een sport de olympische maatstaf is, dan zouden taekwondo, tafeltennis, schaatsen, kogelstoten, gewichtheffen en consoorten ook niet op de lijst mogen prijken.
3. Geen modderploeteren of strontlopen
Het mountainbiken en het BMX’en staan al enkele olympiades op de zomerkalender. Als dat kan, waarom mag de Olympische winter dan niet opgefleurd worden met een medaillerace in het veld? De disciplines zijn schatplichtig aan elkaar en ‘lenen’ op jonge of oudere leeftijd toppers aan elkaar uit. Veldrijden is niet zomaar modderploeteren en strontlopen zoals wel eens beweerd wordt. Het is topsport, met een inspanningsintensiteit en inspanningsduur die ver boven een hele reeks olympische sporten uitsteekt. De beslissing om mountainbike en BMX wel te honoreren en veldrijden te weren lijkt eerder op arbitraire dan wel beredeneerde gronden genomen. ‘Waarom is veldrijden geen Olympische sport’ – ‘Daarom niet!’ Zoiets.
4. Man tegen man, en meestal wint de beste
Wat zijn de Olympische sporten bij uitstek? Niet moeilijk: atletiek en zwemmen, dat werd afgelopen zomer opnieuw duidelijk. En waarom? Omdat het individuele gevecht primeert, los van ploegtactiek. Je bent louter op jezelf aangewezen in je strijd om een medaille. Dat is – naast het credo ‘deelnemen is belangrijker dan winnen’ – in principe de essentie van Olympische spelen: jij tegen de rest en de sterkste wint, punt! Bij ploegsporten en zelfs wielrennen wint geregeld niet de beste, maar bij veldrijden meestal wel! Er zijn landenploegen, maar in sé is veldrijden geen ploegsport. Er zijn tactieken, maar de realiteit toont aan dat de renners vaker voor eigen rekening rijden. Veldrijden, dat is ‘man tegen man’, ‘mens tegen zowat alle natuurelementen’, met open vizier tot het snot en de modder uit je neus komt.
Dat is wat de sport zo populair maakt. Dat is waarom veldrijden topsport is. En dat is ook waarom veldrijden wel degelijk het predicaat ‘Olympische sport’ verdient.
Wij tekenen die petitie, zeker weten! U ook?
Fotocollage: Enrico Castro Montes.