Wout Van Aert heeft de stal vroegtijdig verlaten, maar Telenet-Fidea beschikt in zijn beloftecategorie toch weer over een pak grote talenten. We vroegen hun ploegleider Kris Wouters om een analyse te maken van zijn zes belofterenners. Wouters was al hun begeleider bij de juniores, hij kent zijn poulains dus door en door. “De concurrentie is groot”, verzekert hij.
Eli Iserbyt – eerstejaars, woont in Bavikhove
Kris Wouters: “Eli heeft een grote toekomst voor zich. Hij studeert zijn eerste jaar Rechten in Kortrijk en rijgt daarnaast topprestaties aan elkaar in zijn eerste jaar bij de beloften. Hij is explosief en kan ondanks zijn kleine gestalte goed lopen. Hij kan ook heel erg toeleven naar een bepaald doel. Eén van de weinige nederlagen die Eli vorig jaar leed, was het WK. Maar toch heeft hij weer een enorme stap voorwaarts gezet, op elk vlak. Zijn focus is nog beter en hij wil in elke wedstrijd alles geven. Hij is niet te lui om te trainen, maar er is ruimte zat om verbetering te maken. Hij zit zeker nog niet op zijn top. Vrezen dat hij voor de weg zal kiezen, moeten we niet. Eli is een crosser pur sang. Hij rijdt enkel op de weg omdat hij er de noodzaak van inziet. In het moderne veldrijden kan je immers niet meer teren op louter crosstrainingen. Die intelligentie heeft hij wel. De concurrentie ligt vooral in eigen huis, maar ook Daan Hoeyberghs en Yorben Van Tichelt laten geregeld wat zien. Een deel van zijn concurrenten zal volgend jaar de stap naar de profs zetten, maar dat zal zijn ontwikkeling niet belemmeren. Eli zal wel zijn eigen koers blijven varen. Als hij gespaard blijft van ziekte en blessures loopt dat wel los. Je kan hem een beetje vergelijken met Lars van der Haar, ook kleiner van gestalte en met een uitstekende wedstrijdfocus. Eli heeft bovendien nog veel tijd om zich verder te ontwikkelen bij de beloften.”
Quinten Hermans – derdejaars, woont in Tessenderlo
Kris Wouters: “Quinten is heel gedreven, zijn enige minpunt is zijn zwakke rug. Door een zware val een paar jaar geleden kan hij niet die kracht ontwikkelen die anders mogelijk zou geweest zijn en dat is wel een hindernis. Hij wordt er wel voor behandeld door Wim Vandeven (de echtgenoot van Tia Hellebaut, red), maar het zal altijd een week punt blijven. Bovendien kan hij dat niet compenseren, al valt het gelukkig goed mee zolang valpartijen uitblijven. Hij voelt wel meteen de hete adem van Eli, die als eerstejaars aan de poten van zijn stoel komt zagen, om het zo uit te drukken. Mentaal is dat niet makkelijk voor hem. Maar hij werd wel al Europees kampioen en kon ook al een aantal andere wedstrijden naar zijn hand zetten. Ik denk dat hij goed bezig is. Zijn grote doel dit jaar was een trui halen. Die heeft hij al, dus alles wat er nu bijkomt, is extra. Hij kan gerust naar het BK en WK toeleven. Quinten is een beresterke loper en kan ook bijzonder goed uit de voeten op de weg. Zo pakte en behield hij de bergtrui in de Ronde van Brabant. Dat zegt iets over zijn talent.”
Daan Soete – derdejaars, woont in Grobbendonk
Kris Wouters: “Daan is laatstejaars. We hadden meer van hem verwacht, maar een vervelende knieblessure heeft hem maandenlang parten gespeeld. Zijn kwaliteiten komen meteen boven, want in zijn eerste 5 wedstrijden dit seizoen, speelde hij al meteen vooraan mee. Dan heb je natuurlijk talent. Daan is technisch heel goed, kan een sterk stukje sturen. Qua explosiviteit is er nog wel wat werk aan, maar ik zie hem volgend jaar in zijn eerste jaar als prof toch makkelijk die top 15 rijden. Het is eerst zaak dit seizoen fysiek goed door te komen en dan zullen we zien of er een operatie aan de knie nodig is of niet. Doordat een bot en pees tegen elkaar aan wrijven, ontwikkelt zijn lichaam steeds ontstekingen. We moeten op dat vlak de juiste keuze maken, maar ik vermoed wel dat hij nog een groeimarge heeft. Hij was in de jeugd de grote concurrent van Wout Van Aert en kan mits een stap vooruit doorgroeien naar vaste top 10 bij de profs. Dat ligt zeker binnen zijn mogelijkheden.”
Thijs Aerts – tweedejaars, woont in Rijkevorsel
Kris Wouters: “Thijs zit als tweedejaars in een overgangsseizoen. Hij wisselt goede en slechte ronden af. Gelukkig leert hij wel om niet meer in die slechte ronden te blijven hangen. Hij kan zich daar nu over zetten. In wedstrijden met lange hellingen, zoals Namen en Ronse, speelt zijn stevige lichaamsopbouw in zijn nadeel, maar voor de rest gaat het wel goed. Hij is heel explosief. Er is jarenlang gedacht dat hij te dik stond, maar uit de medische testen blijkt dat hij één van onze scherpste renners is. Hij heeft heel veel spiermassa en dat is bergop lastig. Maar met de jaren zal hij meer kracht ontwikkelen en dat zal dat compenseren. Ik geloof in hem, want als je met zo’n bezetting wereldkampioen kan worden bij de junioren, dan kan je wel iets. Ik verwacht veel van Thijs.”
Kobe Goossens – tweedejaars, woont in Baal
Kris Wouters: “Kobe is momenteel een beetje ons zorgenkindje. Hij heeft heel wat valpartijen gehad op de weg, zoals in de Ronde van Luik. Sukkelde daardoor lang met de rug. In de cross in Zonhoven viel hij bij de start, vertrok als laatste en reed drie ronden verderop al in de top 8. Maar dan ging hij weer tegen het canvas en kreeg hij last van een schouderblessure en nu blijkt ook de knie geraakt. Na zijn behandeling is hij begin december weer op de rollen beginnen fietsen, maar het is nog afwachten of dat zonder problemen zal blijven verlopen. Dat heeft natuurlijk een impact op zijn evolutie, maar vooral mentaal is het zwaar voor hem. Hij ziet zijn collega’s binnen de ploeg evolueren, en zelf kan hij niet goed uit de voeten. Mogelijk dringt een operatie zich nog op, waardoor hij dan nog dit jaar onder het mes zal moeten. Laat ons hopen dat alles in orde blijft. Dan kan hij weer tonen wat hij in zijn mars heeft, want Kobe is echt heel goed. Kan enorm goed bergop rijden en heeft bijzonder veel potentieel. Kobe is een laatbloeier, want hij is nog heel frêle. Als hij zich blijft ontwikkelen en echt ‘man’ wordt, zal hij nog een grote stap zetten.”
Nicolas Cleppe – derdejaars, woont in Ingelmunster
Kris Wouters: “Nicolas heeft wat meer tijd nodig om te groeien. Hij reed vorig jaar mooie uitslagen, maar er waren ook mindere wedstrijden bij. Door ziek te zijn gaat het ook dit seizoen met ups en downs. Geregeld rijdt hij wel een podium, dus ik hoop dat hij nu vertrokken is. Als hij goed is, is hij ook echt goed, zeker in lastige wedstrijden. Nicolas is een vechter; hij is bergop zeer sterk en kan behoorlijk goed sturen, maar hij legt zichzelf soms te veel druk op. Dat hebben we nu wat proberen bij te vijzen, waardoor zijn prestaties wel verbeteren. Die zullen nog beter worden als hij nog meer in zichzelf gaat geloven. De concurrentie in onze eigen stal is niet min, maar dat heeft ook voordelen, want die gasten kunnen zich aan elkaar optrekken en dan wordt iedereen daar beter van. Als hij prof wordt, zullen er nog wel wat tekortkomingen bovenkomen, maar daar kan dan weer aan gewerkt worden.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck.