Dag Tom
De eerste 24 uur na die waanzinnige Roubaix zijn voorbij. De storm is ondertussen wat gaan liggen. De windstoten die daarbij kwamen kijken, hebben ons een breed spectrum aan emoties doen ervaren. Van de uren vooraf tot de uren nadien. Het is weer windstil. En plots daagt het. Mijn wielerpassie zit geworteld in jouw rondes, jouw kasseien, je tricolores, je groene trui en je regenboog. Maar. Jij zal niet voor altijd in het peloton rijden.
Onzekerheid. De emotie die het langst heeft kunnen overheersen. De vraagtekens. Waar je zelf geen antwoorden op had. Het zou allemaal moeten blijken. Dat de kilometers in de benen je uiteindelijk wel zouden redden. Dat de criticasters het uiteindelijk zouden bekopen. Dat, na toch wel een jaar vol rampspoed. Waar de grote meerderheid het geloof in de renner die je bent, verloren geraakte. Dat zoveelste jaar te veel. Dat zoveelste moment na 2012 waar het weer zou mislukken. Want vallen, dat was het enige dat je nog leek te kunnen.
Stress. De vraagtekens zouden in Roubaix een antwoord krijgen. En zouden dan ook nog eens onlosmakelijk verbonden zijn met de geschiedenis. Het zou zomaar kunnen dat jij die 5e kassei zou gaan pakken. Er waren believers. Die verder keken dan die onzekerheid. Die het risico niet schuwden. Terwijl jij zelf over vastberadenheid beschikte. Weg van het risico. Weg van de twijfel. Wel het hoofd klaar hebben om door muren te gaan als dat nodig zou zijn. Omdat Roubaix alles is waarvoor je fietsende hart nog klopt. Datgene waar jij het ultieme verschil zou kunnen maken.
Plezier. Je woorden in het startinterview waren amper koud, of je voegde de daad bij het woord. Roubaix zou je niet winnen door op 60 km van de streep aan te vallen. Inderdaad, denkt je criticaster, we hebben gezien dat je dat niet meer kan. Inderdaad, denkt je believer, je zal waarschijnlijk vroeger vertrekken. En zo geschiedde. Je deed het op z’n Boonens. Voor jou leiden alle wegen naar Roubaix. Het is daar dat je de ogen durft sluiten en zonder omkijken rechtdoor durft koersen. Omdat je passie er aan je kennis tegemoet komt. En die combinatie al 4 keer dodelijk bleek te zijn voor de tegenstand. Het is de plaats waar fietsen je speeltuin wordt. Waar afzien plots een adrenalineboost geeft. Waar je de Vlaming naar het scherm sleurt. En hem ervoor vast houdt. In een roes. In een bepaald geloof. Plots. Daar ben je. Mogelijk op weg naar datgene dat onbereikbaar lijkt.
Een 5e. Of niet?
Angst. Als Vanmarcke over de kasseien knalde, dan ging ons hart in overslag. Dan reed een Belg voorop. Die weg leek te stuiven. Snel. En toch werd die weer gegrepen. Dan was er plots opnieuw dat verhaal van de gouden kassei. De Vla(e)min(g)(c)(k) schommelde op en neer op een wip. Vanmarcke. Boonen. Vanmarcke. Boonen. Het gevaar was dat andere trio uit het oog te verliezen. Daarin ging de angst schuil. Verborgen.
Geloof. Die laatste uithaal. Nog 2,5 km te gaan. Laat ze een seconde langer twijfelen. Alstublieft. Ik ijsbeerde wat heen en weer. Schreeuwde tegen een scherm, in de hoop dat jouw oortje mijn stem zou vangen. Illusies. Niet lang genoeg. Ze komen. Snel. En gevaarlijk. De piste. Een sprint. Een kleine groep.
De deur. Dicht. De Australiër. Sneller. Eerst. Jij. Gestrand. Leeg. Zilver.
Teleurstelling. Een stilte overvalt ons. De opborrelende euforie wordt weggezogen. De traan is nabij. De vloek te snel uit onze mond. We hoeven ons niet te excuseren. Het is toegestaan. Voor die ene keer. Zo dicht. Verdorie zo dicht. We kunnen het niet plaatsen. We proberen het. Maar het gaat niet. Die 5e. Dat stukje geschiedenis. Het zit er nog. Maar het kwam er net niet uit. Net niet.
Woede. De criticaster wrijft in zijn handen. Het na zondag uitzonderlijk geworden clubje anti is blij met een Australische winnaar. Die het trouwens niet gestolen heeft. Laat dat het enige argument zijn waar ik het mee eens ben. Dat ze jou een profiteur noemen? Daar gaan de haren recht van staan. Daar gaat het bloed van kolken. Hebben zij net dezelfde 257 km zitten kijken? Kijk dan gerust nog een keer of 3 naar die onwaarschijnlijke Roubaix anno 2016. Het zal op een bepaald moment wel dagen.
Dat niemand in die kopgroep het niet verdiende. En dus gold dat ook voor jou,Tom.
Trots. Tom. Je hebt gekoerst. Verdomd hard gekoerst. Verdomd de hel in haar ogen gekeken. In het duistere vuur dat diep binnenin ook jou aanwakkert. We zouden het begrijpen als de teleurstelling groot zou zijn. Maar ook in verlies ben je een kampioen. Eentje der relativering. Je kan als geen ander het einde van gisteren een plaats geven. Voor de camera. Achter de schermen zal het misschien meer pijn gedaan hebben, of toch niet? Als dat zo is, dan mag dat. Wij zijn trots.
Hoop. En wij zijn blij dat je na die vreselijke val in Abu Dhabi toch weer op de fiets stapte. We zijn opgelucht dat je nog zo graag over de stenen van de hel dokkert. Misschien nog een keer. Misschien ook niet. Die beslissing is volledig aan jou, Tom. Ook jij weet dat het nog kan. Ook jij weet ondertussen ongetwijfeld dat wij het met z’n allen verdomd graag nog een keer zouden proberen: jij trapt, wij schreeuwen.
Wat ik vooral hoop is dat je deze brief toch ook zelf gelezen hebt. Met je grootste twee supporters op de schoot. Want hij is meer voor jou bestemd dan voor het internet. Alleen is dit de enige weg om hem te bezorgen. Al zou ik het graag in hoogsteigen persoon doen. Je de hand schudden en uit die stevigheid laten voelen dat ook een tweede plaats pure magie kan zijn. Dat bij verlies soms ook iets te winnen valt.
Respect in dit geval.
Bedankt Tom.
Annelore