De lunch was net voorbij. Enkele jongens waren aan tafel blijven napraten. Plots haalden ze hun smartphone boven en bestelden ze een koffie. De Tour des Alps galmde door het restaurant. De internetverbinding zorgde voor een kleine echo van het commentaar. Op streaming zit altijd wat speling. Fuglsang, Devreese en Valgren Andersen hadden geluk. Hun live coverage liep een kleine tien seconden voor op die van de rest.
Nog 3 kilometer. Plots begint Fuglsang te schreeuwen. ‘Vai Michele! Vai! Michele va vincere!’ Hij lacht naar de mannen aan de andere tafel. Een grapje uiteraard. De finish is nog niet te zien. De kilometers minderen. Ze kruipen stilaan naar het puntje van hun stoel. Astana heeft nog niets kunnen winnen dit jaar. Mei nadert. De druk op winst wordt met de dag groter.
2 minuten later geen grapje meer. Michele Scarponi bezorgt zijn ploeg de 1e overwinning van het seizoen. De euforie neemt toe. Klappen in de handen. Lachende gezichten. Gejuich overstemt de muziek die door de zaal galmt. Hun geluk is niet te stuiten. De ene klopt de ander op de schouder. Ze huppelen wat op en af door de zaal. Ze hebben er lang op moeten wachten, maar de verlossende overwinning is er. Eindelijk.
‘s Avonds worden de bubbels boven gehaald. Er wordt geklonken op de overwinning van hun kopman in de Giro. Goede tekenen. Eindelijk. Die blessure van Aru was een klap in het gezicht van een ploeg die het dit jaar nog niet zo makkelijk had. Dat een euforisch gevoel wegebt, dat weten we allemaal. Maar niemand had ook maar durven vermoeden dat de sfeer in slechts enkele dagen tijd zo zou omslaan.
Zaterdagochtend. Mijn shiften bij hotel Malpertuus van de voorbije dagen beginnen door te wegen. Na het werk nog een uur of 4 rondhuppelen met een bord pasta begint in de kleren te kruipen. Ik slaap uit. Een uur of 10. Mijn wekker was een 1e keer af gegaan, maar ik had vol overtuiging op de snoozeknop gedrukt. Tot plots. Papa. Slecht nieuws, zegt hij.
‘Michele?’, vraag ik hem. ‘Ja’, bevestigt hij. Ik kan het haast niet geloven. Binnen 2 uur moet ik weer paraat zijn in hotel Malpertuus. Wat moet ik zeggen als ik de mannen straks zie? Na een week leer je de mensen beter kennen en gaat er al eens een grapje heen en weer. Maar vandaag, wat vandaag?
Ik stap het hotel binnen en voel de vreemde sfeer die er heerst. Verdriet. Verslagenheid. Een mix van alle gevoelens die een mens stil laten zijn. Het bijklussen in de horeca is vandaag alles behalve leuk. De zaterdag voor Luik is er meestal veel leven in de brouwerij. Dan nadert een zoveelste hoogtepunt in het wielervoorjaar. Vandaag loopt iedereen er wat verloren bij. Het leven heeft keihard uitgehaald.
Vandaag was de lunch net voorbij. Enkele jongens bleven aan tafel napraten. Plots haalden ze hun smartphone boven en keken ze naar foto’s en twitterberichten over hun vriend. Michele Scarponi.
En toen was het stil.