Afgelopen seizoen keerde de 32-jarige Else Belmans terug uit de droomwereld van profwielrenster. Haar contract bij het UCI-team Topsport Vlaanderen liep af en werd niet verlengd, waardoor ze de overstap maakte het Autoglas Wetteren Cyclingteam. Niet langer een profcontract dus voor Belmans. Ze moest opnieuw aan de bak.
De wielercarrière van Else Belmans begon destijds met een grap. “In het atletiek presteerde ik op nationaal topniveau, maar ik wilde meer”, vertelt ze. “Om te lachen zei ik tegen mijn atletiektrainer dat ik het eens op de piste wou proberen, een wielerpiste weliswaar. Meer zelfs, ik wou meedoen aan de Olympische Spelen.” Na een test in het Gentse Kuipje was het voor Belmans, toen toch al 27, wel duidelijk: het was liefde op het eerste gezicht.
Ze belandde bij het UCI-team Topsport Vlaanderen en na enige tijd werd ze er een vaste waarde. Ze reisde de wereld rond om wereldbekers op de piste te rijden. Vier jaar lang kon ze genieten van het leven als prof, wat ze erg waardeerde. “In het vrouwenwielrennen mag je al van geluk spreken dat je iets terugkrijgt. Dus ik voelde me wel bevoorrecht om deze kansen te kunnen pakken.” Maar nu ze geen prof meer is, moet ze weer gaan werken. Sinds een jaar is ze aan de slag als GON-begeleidster voor kinderen en jongeren met autisme en gedragsproblematieken.
Lichtjes op de fiets
“De strijk is ook weer voor mij”, beseft ze. “En de was, de plas en het koken,…” Het was dan ook niet simpel om opnieuw gewend te raken aan haar oude leventje. “Ik begon net weer te werken in januari. Om te trainen was dat niet zo ideaal. Ik had nog nooit in het donker en in de kou moeten fietsen. Normaal zat ik heel de winter op stages in Spanje, en anders zat ik lekker binnen op de piste. Nu moest ik plots na het werk nog lichtjes op mijn fiets installeren, me goed warm aankleden en vertrekken. Terwijl ik na het werk eerder zin heb om in mijn zetel te ploffen.”
Toch is Else Belmans tevreden met de nieuwe wending in haar leven. Over haar nieuwe ploeg Autoglas Wetteren heeft ze dan ook niets dan lof. “Ik stond versteld van het professionalisme binnen de ploeg. Met weinig middelen doen ze net hetzelfde als in een UCI-team. Er is bevoorrading, aan de aankomst krijg je een recuperatieshake, de fietsen zijn in orde voor de start, de kledij is dik ok, enzovoort.”
Maar het grootste verschil zit hem in de sfeer. “Hier heerst een familiale sfeer. Er is veel minder jaloezie binnen het team en iedereen krijgt zijn kans. We werken goed samen, rijden niet achter elkaar aan. In dit team tonen de meiden meer respect voor elkaar en dat komt net doordat iedereen zijn kans krijgt.” Dat respect kwam afgelopen seizoen ook tot uiting na elke behaalde overwinning. “Mijn teamgenoten en mijn ploeg zijn superblij als er een koers gewonnen wordt. Vroeger was dat anders, dan werd iemand een overwinning niet altijd gegund of was er altijd wel iets dat je verkeerd gedaan had. Nu is gewoon iedereen blij. De sfeer is ontspannen en dat zorgt automatisch voor mooie resultaten.” Ook Belmans behaalde een mooie zege en enkele podiumplaatsen voor Autoglas Wetteren. “En dat voelde supergoed. Zeker om te laten zien dat ik nu werk en dat ik nog altijd sterk kan zijn. Winnen tegen profs is dubbel zo leuk.”
Luisteren naar je lichaam
Vroeger liet ze soms de gezellige afspraken met vriendinnen vallen om te gaan trainen. “Dat is nu verleden tijd. Ook ben ik drie kilo bijgekomen. De sportdokter zegt dat dit komt door mijn ander levensritme en ook wel dat ik op het werk meer stress heb. Als topsportster lette ik heel goed op mijn voeding. Ik zat continu tegen de grens te trainen en dreef mijn lichaam tot het uiterste, waardoor ik gevoeliger werd. Frietjes at ik slechts om de drie à vier maanden. Telkens na een wereldbeker, als beloning. Soms had ik ook wel dagen van extreme vermoeidheid, dan kon het wel eens gebeuren dat ik een pak zoute chips ging halen om me toch wat beter te voelen.”
Voor Belmans primeerde de sport altijd, maar nu ze alles heeft meegemaakt in het wielrennen relativeert ze gemakkelijker. “Als ik nu te moe ben om te trainen of ik voel me niet goed, zal ik sneller luisteren naar mijn lichaam en thuisblijven. Vroeger was dat anders: ik moest en zou de trainingen afwerken, hoe moe ik ook was. Ik heb het voorbije jaar aangevoeld dat het niet veel zin heeft dat je niet naar je lichaam luistert als je werkt. Als je tegen uitgeruste wielrensters moet koersen, voel je dat snel en leidt dat enkel tot teleurstelling.”
Nu probeert ze nog enkele doelstellingen te vinden zoals tijdrijden of een duatlon. Fietsen zal ze dan ook altijd graag blijven doen. Ook geeft Belmans haar ervaring door aan andere meisjes. Zo begeleidt ze de jonge meisjes van het Forza Fortuna Cycling Team. “Ik weet veel over training, maar ook veel over reizen, op stages gaan en het toewerken naar een doel en alles wat daarbij komt kijken. Sporten blijft mijn passie, gepassioneerde mensen heb je nodig in de sport. Zeker in het vrouwenwielrennen. In die ploegen is minder geld aanwezig, waardoor er ook minder begeleiding is.”