Hallo, ‘Meneer Tijd’? Ben je daar? Ik heb je nodig… Dringend!
Eli Iserbyt, hoe speel je het in godsnaam klaar om studies Rechten te combineren met topsport? Een topsportstatuut zullen velen zeggen, tja… Je moet het wel nog altijd doen, hé! Ook ik ben in het bezit van een topsportstatuut. Maar eerlijk? In mijn richting Journalistiek ben ik daar zoveel mee als veldrijders in de winter met mooi weer. Ik moet mijn prioriteiten zelf bepalen, kreeg ik zelfs van een begeleider op school te horen toen ik hem vroeg om advies. Hij leek mijn sport maar nutteloos te vinden. Mijn sport waar ik me met hart en ziel voor inzet, was waardeloos tegenover de opleiding Journalistiek. Met minder woorden werd het gezegd, maar ik leidde het er makkelijk genoeg van af.
Maar goed. Meneer Tijd, ik had het tegen jou. Want ik heb je zo onwaarschijnlijk hard nodig, mijn dagen zijn gewoon te kort. De examenweken zijn de hel voor me. Geen engeltje en duiveltje op mijn schouders, nee. Wel een mannetje dat roept: ‘studeer!’ En een ander mannetje dat schreeuwt: ‘ga trainen!’. Die twee mannetjes vechten het duel soms zo hard uit dat mijn hoofd het opgeeft, protesteert en geen van beide nog functioneert. Te graag het allerbeste willen voor beide is niet goed voor het kopke. Dat vreet aan je. Een perfectionist zijn is niet altijd feest en glorie. Het kan je vanbinnen slopen.
Moet ik dan in deze examenperiode wel mijn prioriteiten bepalen en eerst even denken aan mijn studies? Ja, natuurlijk is dat diploma belangrijk. Natuurlijk ga ik er alles aan doen om dat op zak te steken. Maar telkens als ik dat net een aantal keer heb herhaald in mijn hoofd zie ik op sociale media tal van berichten van andere rensters. ‘Net 5 uur gebold op mijn fiets’ of ‘Kerstmis, Nieuwjaar? Ik train!’. Fiets, trainen, fiets,… En de moraal daalt terug naar waar hij net zo vastberaden gestegen was. Het is andere rensters hun volste recht en ik verwijt hen niets. Ik wou dat ik ook zoveel kon trainen. Laten we daar dus een doel van maken en absoluut geen verwijt. Maar nu voel ik me als een soldaat die met een bot mes een peloton wordt ingestuurd vol soldaten met de allernieuwste wapensnufjes.
Het is gewoon niet leuk om het seizoen al te starten met kilometers achterstand. Maar goed, Meneer Tijd. Vorig jaar heb je me doorheen het seizoen ook de tijd gegund te groeien. Tegen het einde stonden we met gelijke wapens aan de start, geen botte messen meer te bespeuren. En zo zal het ook zijn met mijn diploma. Ik zal later blij zijn dat ik dat stukje papier in mijn handen heb en naast mijn sport nog zekerheid heb op de werkvloer. Meneer Tijd, je zal nog een zware bondgenoot worden, maar we zullen deze moeilijke jaren later alleen maar dankbaar zijn. Want wat je niet doodt, maakt je alleen maar sterker.