Ik ben al die valpartijen nu al beu. Dat ze coureur worden met vallen en opstaan, correct. Dat de man met de mooie naam Adriano Malori het zoveelste slachtoffer buiten westen is, niet zo correct. Dat renners van de weg gemaaid worden op training, nog minder correct. Het pijnpunt van de mooie sport die vrijheid uitstraalt, is de kwetsbaarheid. De zwakte van de weggebruiker op 2 gevoelige wielen.
De slachtoffers en verwondingen zijn eind januari talrijk. en vooral pijnlijk. Op een breuk meer of minder steekt het tegenwoordig niet. Het lot knijpt ook voor toppers geen oogjes dicht. Dat is trouwens nooit zo geweest. Degenkolb weet dat nu. Toekomstig goudhaantje Gaviria ook. Of beter gezegd: zijn spaakbeen is op de hoogte. Dat ene bot in zijn Colombiaanse lichaam dat de weg naar herstel opzoekt. Amper een maand als volwaardige prof op deze bol rondkoersend.
Zou zoiets snel herstellen? God! Zegt ja!
Fernando heeft me te nieuwsgierig gemaakt. Hij is dat type snelle jongen met meer dan puur explosief buskruit in de benen. Een talent dat zeldzaam de wielerwereld instapt. Vaak plots. En met een knal. Zoals Sagan dat deed, 6 jaar geleden. Een cijfer dat tot de verbeelding spreekt. Toen amper 20 jaar. Gaviria doet bijna net zo goed. Net niet helemaal. Hij trekt richting 22 dit jaar. Detail. De komeet die Sagan bleek te zijn, kan hij nog steeds worden. Maar of het moet? Sagan ontpopte zich vanaf minuut 1 tot de man die de meerderheid vreest. Wat tot dusver ook terecht blijkt te zijn. Maar die klassieker? Die is er nog steeds niet.
Meer weten we na het voorjaar. Laten ze de Colombiaan ook los in Parijs-Nice? En rolt hij de tegenstand daar net zo makkelijk op als de Slovaak? Dan stijgt niet alleen mijn nu al overtuigd aanwezige interesse, maar ook de vergelijking met de regerende wereldkampioen. Alleen. Die blauwe kijkers van Peter, daar zal hij altijd voor moeten onderdoen.
Daar waar wij vrouwen voor zwichten.
Het ontbreekt Fernando misschien aan die bolle wangetjes die Peter in den beginne zo schattig maakten. Zijn Colombiaans Engels zal ook wel een charme dragen, maar het Engels van Sagan overtreft niemand. Zijn zinsconstructies zijn te geweldig. Maar Fernando intrigeert me enorm als sporter. Iets dat hem nu wél al gelijke van Peter maakt. Dat anti-Colombiaans stukje van hem. Daarmee heeft hij me al voor zich gewonnen. Door niet de nieuwe Quintana te willen worden. Dat is trouwens toch onmogelijk. Noch de vervanger van Betancur, die voorlopig even verloren gelopen is, maar hopelijk snel weer doet wat hij ooit in Parijs-Nice toverde.
Hij sprint. Niet tegen een berg op, maar op de vlakke wegen waar het peloton als een bezetene naar de streep raast. Hij smijt zich in het gat waar Quintana schrik van lijkt te hebben, met zijn zo voorzichtige gelaatsuitdrukking. De zachtheid van Nairo staat tegenover de scherpte in het gezicht van Fernando. Nairo is het type dat je voorzichtig de hand schudt. Fernando geeft je de knipoog.
Denk ik. Ik moet hem nog nader observeren. Maar eerst moet Fernando weer rechtstaan. Daarna mag hij urenlang de anti-Colombiaan komen uithangen. Ik ben nu al fan.