Op 6, 7 en 8 mei worden de proloog en de eerste 2 etappes van de Giro d’Italia verreden in de provincie Gelderland. Dat betekent dat de beroemdste Italiaanse koers zich 3 dagen lang in mijn trainingsgebied zal afspelen. Een verkenning lag dus voor de hand!
6 mei – Proloog Apeldoorn – 9,8 km
De start van de 1e renner is om 13.45 uur bij Omnisport en vervolgens gaat elke minuut iemand van start. De renners leggen een parcours af door Apeldoorn, waarna zij aankomen bij de finish op de Loolaan.
Nadat ik op mijn fiets Apeldoorn heb bereikt, besluit ik eerst maar eens bij het Omnisport te beginnen, evenals de renners. Ze hebben daar duidelijk al wat energie gestoken in de aankleding van de omgeving. Er hangen roze fietsen in de lantaarnpalen en voor het Omnisport werd de enorme fiets van vijf meter hoog, die in mijn herinnering oranje was, nu geheel roze geverfd. Vanaf het Omnisport heb ik geprobeerd een deel van de route van de renners te rijden, maar het is niet mogelijk om het officiële traject af te leggen, aangezien er deels gebruik wordt gemaakt van wegen waarop in het normale verkeer geen fietsers zijn toegestaan. Ik krijg wel een goede indruk van het parcours: veel brede rechte wegen met een enkele keer een flauwe en een paar keer een haakse bocht. Als publiek is het leuk om de idolen 1 voor 1 voorbij te zien komen, maar gezien het parcours zal dit wel met een behoorlijke snelheid gebeuren. Er wordt gefinisht op de Loolaan, waar voor de gelegenheid de bomen al in roze plastic zijn ingepakt.
7 mei – 1e etappe: van Arnhem naar Nijmegen – 188,1 km
Er wordt om 11.00 uur gestart bij de Eusebiuskerk in Arnhem, waarna de renners via de Veluwe en de Betuwe naar Nijmegen rijden. Hoewel de renners door glooiend gebied koersen, komt het peloton geen beklimmingen van betekenis tegen. Onderweg telt alleen de Van Randwijckweg mee voor het bergklassement, een klim van één kilometer lengte met een gemiddelde van tegen de 7 procent. In de stad Nijmegen worden hierna nog twee ronden gereden, waarna er wordt gefinisht op de Oranjesingel.
Na het verlaten van Arnhem via een lus langs het Gelredome, rijden de renners eerst naar Oosterbeek. Vanaf daar koersen zij via vliegveld Deelen, en de plaatsen Hoenderloo en Otterlo over de Veluwe. Hoewel dit een licht geaccidenteerd terrein is, zullen deze brede wegen voor de renners over het algemeen niet erg discriminerend zijn. Uit ervaring weet ik dat het vals plat bij het vliegveld met een noordelijke wind op de kop voor een eenzame wielertoerist best een taai stuk kan zijn, maar het peloton zal hier denk ik met behoorlijk gemak overheen razen.
Via Ede en Wageningen rijden de renners een paar kilometer door de provincie Utrecht, wanneer via de Grebbeberg de plaats Rhenen zal worden aangedaan. Die Grebbeberg is met een lengte van 600 meter, een gemiddelde stijging van zo’n 7 procent en een maximum van tegen de 12 procent niet pittig genoeg bevonden om er punten voor het bergklassement te kunnen verdienen, maar misschien heeft een van de renners deze stuwwal toch op zijn stuurpen genoteerd als een mogelijkheid om weg te poefen. In het hierop volgende deel via Tiel door de Betuwe kan een eventuele vluchter echter wellicht gemakkelijk weer teruggehaald worden, aangezien er tot Wijchen een compleet vlak parcours is. Er wordt in dat deel echter niet steeds over brede doorgaande wegen gekoerst, dus misschien is een vluchter terughalen toch niet zo gemakkelijk als het lijkt.
Via Malden naar Groesbeek is het niet vlak en dat kan ook niet gezegd worden van de Zevenheuvelenweg richting Berg en Dal. Bij plaatselijke wielertoeristen staan de hellinkjes wel degelijk te boek als beklimmingen, maar volgens de routekaart van de Giro leveren ze geen punten op voor het bergklassement. Die punten zijn wel te verdienen op de Van Randwijckweg, die beklommen wordt vanuit Beek naar Berg en Dal. Door mijn trainingsrondjes daar ken ik de vrij drukke, brede weg als een niet al te steile klim, die echter met een lengte van een kilometer dusdanig lang aanhoudt, dat het moeilijk is om hem voluit op te sprinten. Misschien dat hier een renner een gat weet te slaan, ook omdat er enkele bochten in zitten die een vluchter snel aan het zicht van het peloton kan doen onttrekken. Toch is het dan – inclusief de nog te rijden plaatselijke omlopen in Nijmegen, waarbij de Waal een aantal keren wordt overgestoken – nog 35 kilometer naar de streep, waardoor de kans op een massasprint op de Oranjesingel groot blijft.
8 mei – 2e etappe: van Nijmegen naar Arnhem – 188,9 km
Na de start om 11.00 uur op de Grote Markt en een rondje door de stad Nijmegen, rijden de renners oostwaarts richting de Achterhoek. Via de gemeente Berkelland en Zutphen draait het peloton uiteindelijk richting de Posbank. Deze klim heeft een lengte van iets meer dan 2 kilometer en stijgt gemiddeld met slechts enkele procenten. Het steilste gedeelte echter gaat tegen de 10 procent. Na de afdaling naar Velp volgen nog enkele lokale rondes door Arnhem, waarna er gefinisht wordt op de Velperbuitensingel.
Na de start in Nijmegen volgen de renners de Waal stroomopwaarts via Haalderen en Doornenburg, waarna het langs de Nederrijn richting Huissen gaat. Arnhem wordt al even aangetikt, maar dan gaat men verder via Westervoort in oostelijke richting langs de IJssel. Bij Doesburg duiken de renners de Achterhoek in, waar het werkelijk prachtig fietsen is, maar waar door de brede provinciale wegen en de afwezigheid van noemenswaardige hoogtemeters de koers waarschijnlijk geheel door de renners zal moeten worden gemaakt. Na een lusje door het centrum van Borculo raast het peloton via Lochem naar Zutphen, waar de IJssel wordt overgestoken.
Na Dieren bereiken de renners bij Rheden de Posbank en deze bekende beklimming van de Veluwezoom is terug te vinden in het koersboek van de Giro. Van oudsher stond deze klim hier in de omgeving echter bekend als de Potjesberg. In de loop der jaren werd de naam voor het daar geplaatste bankje – genoemd naar de heer G.A. Pos, destijds voorzitter van de ANWB – voor de gehele helling gebruikt. De renners beklimmen de helling via de Schietbergseweg. Na een kort beginstukje, waar het even 5 procent is, vlakt de klim af en na zo’n 400 meter daalt de weg zelfs licht. Daarna begint het serieuze werk, waarbij de helling een tikkeltje onregelmatig naar het einde toe steeds steiler wordt, waarbij vlak voor de top even de 10 procent wordt aangetikt. Uit ervaring weet ik dat het erg lastig is om op dat laatste deel vol te kunnen blijven knallen.
Er volgt een prachtige afdaling naar Velp, waarna de etappe na enkele plaatselijke lussen in Arnhem waarschijnlijk in een massasprint zal eindigen, waarmee ook het 3-daagse verblijf van de Girokaravaan in Gelderland tot een einde zal komen. Op maandag 9 mei vliegen de renners naar Italië om in de 3 volgende weken de overige etappes van deze koers te rijden. De uiteindelijke finish van de Giro d’Italia is op zondag 29 mei in Turijn.
Fotomateriaal: Ingefietst.