Om als wielrenster wat naamsbekendheid te krijgen bij het grote publiek moet je al behoorlijk wat prestaties op je kerfstok hebben. Maar iedereen begint onderaan de ladder. Met een eerste kennismaking, een eerste wedstrijdje en de wil om door te groeien. We lieten daarom 4 gretige tieners (1tje is er net 20) aan het woord.
Sara Verhaest (20) – woont in Zandvoorde (B) en rijdt voor Maaslandster Nicheliving
“Judo en jiujitsu waren de sporten die ik als jong competitief en ook op redelijk niveau beoefende. Zo ben ik nog vice-Belgisch kampioene jiujitsu geweest. Maar op een bepaald moment kreeg ik knieproblemen. Na een rustperiode herviel ik meteen. De dokter zei dat ik moest stoppen en raadde me aan om te gaan fietsen. In het begin deed ik dit met mijn ouders, maar dat vond ik niet zo leuk. Eenmaal ik in een ploeg zat en ik wedstrijden begon te rijden bij de dames kreeg ik de smaak te pakken. Zo erg dat ik nu niet meer zonder kan. (lacht) Mijn eerste wedstrijden reed ik tussen de jongens. Natuurlijk kon ik hier niet veel uitrichten. Als 1e jaars nieuweling bij de dames jeugd reed ik ook amper koersen uit. Toch vroeg de jeugdploeg van Lotto me om hun team te vervoegen. Ze legden me uit dat als ik verschillende ronden constant op dezelfde afstand achter het peloton bleef aanrijden, ik dat ook voor het peloton moest kunnen. En effectief, het jaar nadien overwon ik de schrik om in een peloton te rijden. Ik kon 3 overwinningen op mijn naam schrijven en behaalde geregeld een top 10. Na heel veel pech ben ik hopelijk vertrokken. Ik voel me weer fit, dus dat moet in orde komen! Ik ben er altijd in blijven geloven en bleef energie vinden in de mensen rondom mij, die me ook altijd hebben gesteund. Daarom vind ik wielrennen ook zo boeiend. Het gaat niet enkel om de fiets. Er komt zo veel meer bij kijken en die wereld eromheen is enorm groot. Je kan alle kanten op. Het blijft me boeien.”
Nathalie Bex (18) – woont in Sint-Truiden (B) en rijdt voor Forza Fortuna
“Nadat ik rood licht kreeg om aan atletiek te doen, ben ik op 15 jaar begonnen met wielrennen. Fietsen en zwemmen waren de enige sporten die ik pijnloos zou kunnen doen en dan heb ik maar voor wielrennen gekozen. Mijn papa fietst ook wel eens en we maakten vroeger al eens een klein toertje. Mijn eerste wedstrijd bij de dames jeugd was het Vlaams kampioenschap. Ik werd er bij de nieuwelingen al direct 8e. Ik deed mijn sport graag en zette elke keer nog wat stappen voorwaarts. Als 2e jaars nieuweling had ik voor het eerst een trainer en dan zijn ook mijn eerste twee Belgische titels gekomen. Mijn trainer van toen heeft altijd gezegd dat ik een wereldtopper zou worden, maar daar blijf ik nog steeds rustig bij. Ik merk wel dat ik met mijn nieuwe trainer – waar ik vorig jaar in augustus mee van start ging – nog hele grote stappen heb gezet. Terwijl ik vorig jaar misschien in een wedstrijd als de Energiewacht Tour of Gent-Wevelgem zou meedoen om gewoon een mooie plaats te rijden of top 20, doe ik nu mee om te winnen. En daar ben ik buiten verwachtingen al mooi in geslaagd om zo’n grote wedstrijden te winnen. Dat motiveert me dan ook extra voor de volgende wedstrijden. Ik ben dagelijks met mijn sport bezig en in tegenstelling tot de andere dames werk ik zelf ook graag aan mijn fiets. Ik draag daardoor ook wel echt zorg voor m’n materiaal. Wat ik echt leuk vind aan wielrennen is de grinta die je nodig hebt. Veel doorzettingsvermogen is dus vereist; het is best wel een harde sport. Mooi of slecht weer, het gaat altijd door en je moet er ook heel wat voor opofferen.”
Bryony van Velzen (19) – woont in Sittard (NL) en rijdt voor De Jonge Renner
“Tot mijn 15e heb ik op hoog niveau geturnd. Helaas heb ik toen met pijn in het hart de beslissing moeten nemen om te stoppen door een polsblessure waar ik al voor de 2e keer aan geopereerd moest worden. Daarna ben ik op zoek gegaan naar een haalbare sport, want stil zitten is niks voor mij. Een vriendin van de middelbare school heeft mij toen overgehaald om eens te komen kijken bij het wielrennen. Tot dat moment heb ik altijd gezegd dat ik nooit zou koersen, want ik haatte het al om naar school te fietsen. Maar gelukkig is wielrennen heel anders dan gewoon naar school fietsen en kreeg ik al snel plezier in het wielrennen. Niet veel later kreeg ik een eigen racefiets en werd het allemaal nog leuker. Mijn allereerste wedstrijd kan ik me nog als de dag van gisteren herinneren: de waaierklassieker Strijen voor junioren. Inklikken ging nog niet zo soepeltjes en rijden in een peloton was een geheel nieuwe ervaring voor me. Na 100 meter volgde de eerste bocht, kwam de wind vol van voren en zag ik het peloton al voor me wegrijden. Gelost na 100 meter, een domper was het wel. Aan de andere kant gaf het me wel meer motivatie om harder te trainen. Daarna ging het gelukkig snel steeds beter. In m’n 2e jaar als junior behaalde ik zelfs al een paar mooie resultaten, zoals een overwinning met het team in de ploegentijdrit van de Energiewacht Tour. Profrenster ben ik nog niet, maar die ambitie heb ik wel. Met goed trainen en doorzettingsvermogen heb ik het geschopt tot waar ik nu ben. Als ik ergens aan begin wil ik er ook 100 procent voor gaan. Mooie resultaten behaal je alleen als je er ook je best voor doet.”
“Er zijn meerdere aspecten die mij boeien aan het wielrennen. Allereerst is het gewoon super om buiten in de natuur te zijn en op mooie plekken te komen zoals onder andere mijn trainingsomgeving hier in Limburg, dan krijg ik vooral in de zomer soms het gevoel alsof ik op vakantie ben. Daarnaast vind ik het erg mooi om heel hard af te zien en helemaal kapot te zijn, maar wel te zien dat je weer vooruitgang hebt geboekt en blijft boeken. De liefde voor de fiets gaat erg ver. Niet alleen bij mijzelf maar ook binnen het gezin en zelfs familieleden daarbuiten. Als er iets binnen de familie wordt georganiseerd wordt vaak eerst gevraagd wanneer Bryony tijd heeft, want ze leven allemaal mee en gunnen me stuk voor stuk het beste en doen er dan ook alles aan om mij dat te laten behalen. Waar die liefde nou precies vandaan komt weet ik niet helemaal. Het begon als iets kleins wat leuk was om te doen en groeide uit tot een passie en een levensstijl.
Quinty van de Guchte (16) – woont in Driewegen (NL) en rijdt voor Isorex Ladies Cycling Team
“Ik ben eerstejaars juniore bij het Isorex Ladies Cycling Team in Gavere. Toen ik 13 was, reed ik mijn eerste koers en nu rijd ik toch al zo’n 40 wedstrijden per jaar. Ik probeer wekelijks een wedstrijd te rijden, en het liefst twee in een weekend. Vorig jaar, toen ik 2e jaars nieuweling was, heb ik 25 wedstrijden in België gereden en 15 in Nederland. Mijn hoogtepunt van dat seizoen was mijn overwinning in Kontich-Waarloos, waar ik 30 kilometer solo reed. Het liefst koers ik in België. Daar zijn de omlopen langer en spannender. Vooral de zwaardere wedstrijden liggen mij, zoals natuurlijk de klimkoersen. Ik ben ook niet bang van een beetje wind of regen en kasseien mogen er ook best in. Toen ik begon met fietsen, ging ik weleens trainen in de Vlaamse Ardennen en dat doe ik nu nog steeds heel graag. Het is fantastisch om daar de vele heuvels te beklimmen of de kasseistroken te overwinnen. Het lijkt mij dus ook geweldig om daar ooit aan de start te staan van de Ronde van Vlaanderen of de Omloop van het Nieuwsblad! Onlangs heb ik de EPZ Omloop van Borsele gereden, waar het parcours vlak langs mijn thuis komt. Een thuiskoers dus. Als klein meisje ging ik vroeger kijken hoe die grote madammen over de smalle dijkjes bij ons voorbijreden en onlangs was het dan ook eindelijk mijn beurt om er te mogen starten. Met op vrijdag een tijdrit en zaterdag en zondag twee omlopen van 72 km. Naast wielrennen zit ik natuurlijk ook op school. Ik zit in 4 havo en probeer alles zo goed mogelijk te plannen en een balans te vinden tussen school en wielrennen. Daardoor is het goed te combineren. Volgend jaar doe ik eindexamen. Daarna heb ik een paar maanden de tijd om alles op het wielrennen te richten en dan ga waarschijnlijk beginnen aan een vervolgopleiding. Ik hoop in de toekomst alles op het wielrennen te kunnen zetten in combinatie met een studie. Mijn doelen voor dit jaar zijn zoveel mogelijk mooie klasseringen te halen en natuurlijk een mooie overwinning”
Fotomateriaal: Michael Hommersom – social media.