Ik heb het al vaker gemerkt in het hoorcentrum. De mensen komen binnen en we schudden elkaar de hand. De een is onzeker, heeft schrik van wat er gaat komen, voelt zich ongemakkelijk en drukt heel voorzichtig. De ander knijpt opgewekt, is klaar voor wat er op hem of haar afkomt en toont een dosis zelfvertrouwen die bewonderenswaardig is. Handdrukken zeggen veel. Heel veel.
Ergens verwacht ik dat die van Thomas voorzichtig en licht is. Op een bepaalde ‘tout à l’aise’ manier. De Gendt, een man die zijn momenten wel weet uit te kiezen. Die ’s morgens niet aan aanvallen denkt, maar die de drang in de benen niet weet te bedwingen. Iemand die zo bijzonder ‘gewoon’ overkomt. Iemand die fabelachtige overwinningen aan een gewone mens koppelt. Een bewonderenswaardige persoonlijkheid die niet houdt van alle bling in de spotlight.
Topkeuze!
Als Thomas iets doet, doet hij het vaak goed. Hij kijkt niet om en rijdt gewoon keihard door. Een koerswijze die zijn vruchten afwerpt, maar die ook aanzien schept. Wie De Gendt ziet meeschuiven in een vlucht, voelt aan alles dat hij best bij hem in de buurt kan blijven. Voorlopig is alleen Greg Van Avermaet erin geslaagd hem slimmer af te zijn. Of gewoon de betere te zijn. Dat Pauwels in zijn wiel strandt, doet tegelijkertijd pijn. Want net als Thomas is ook Serge een minzaam mens.
Ergens hoop ik dat Thomas toch goed doorknijpt in die handdruk. Omdat hij het vertrouwen mag hebben, als winnaar op de Stelvio en nu de Ventoux. Hoe vaker je het zegt, leest of schrijft, hoe groter de wauw-factor van zijn prestaties. Thomas weet bijzonder goed waar hij mee bezig is. Hij maakt de bewuste keuze om een klassement te laten varen. Topkeuze! Zo blijkt toch. Winnen op de Ventoux, hoe hij het zelf draait of keert, dat heeft zelfs Armstrong nooit gedaan. En ondanks alles wil dat nog steeds iets zeggen.
De rode kleur….
Die rit naar de Stelvio was onwaarschijnlijk. De tocht naar de Ventoux magisch, maar overschaduwd door een massa supporters waar niemand nog een goed woord over te zeggen heeft. De Tour is te groot. En dat is wat de Tour pijn doet. Dat is waarom ik nog altijd iets meer van de Giro hou. Mag ik dat zeggen? Mag dat? Ja, dat mag. En dat is wat velen gisteren dachten. Dat de Tour buiten zijn voegen getreden is en de gevolgen daarvan momenteel onhandelbaar zijn. Toch op een mythische plek als de Ventoux. Waar Thomas De Gendt zijn marktwaarde alweer een stevige duw in de rug gaf.
Ik hoop dat Thomas geniet van die overwinning. Heel waarschijnlijk achteraan in het peloton. Niet wringend tussen de mannen die wél voor die 15e plek strijden. Laat ze maar doen, Thomas, de mooiste heb jij toch al gewonnen. Die waar al de anderen je nu al voor verafgoden. Omdat jij het hebt gedaan. Als niet-Fransman op Quatorze Juillet. Een sprookje was het gisteravond nog. Een banaliteit helaas vandaag. De voorpagina’s zouden wit met rode bollen moeten kleuren. Maar die rode kleur is plots overgoten met paniek, angst en dood.
Dan toch maar Parijs!
Ik stond vanmorgen net iets vroeger op om mijn Thalysticket van Parijs naar Luik te boeken. Op 25 juli. Ik zou een verlengd weekend aan het Italiaanse Gardameer afsluiten met een dagje Tour op de meest beroemde avenue van de wereld. Om er de hand te schudden met Thomas en te zien hoe stevig die handdruk nu aanvoelt na drie weken helse strijd. En plots is een koerspassie weer de grootste banaliteit van het leven. What the hell is er fout met deze wereld?
We mogen niet toegeven aan de angst en dus moet ik naar Parijs. Om mijn leven te leiden dat ik zelf wil leiden. Niet meer en niet minder. Thomas, zien we elkaar daar?
Fotomateriaal: Davy De Blieck.