Het Europees kampioenschap baanwielrennen voor junioren en beloften in het Italiaanse Montichiari werd een succes voor het Belgische wielertalent Lotte Kopecky (20) uit het Antwerpse Schelle. Kopecky, die voor Lotto Soudal Ladies rijdt, veroverde in het Belgische shirt 2 gouden medailles. Speciaal voor WielerVerhaal vat ze haar EK gevat samen.
Individuele achtervolging: net geen medaille
Lotte Kopecky: “Gestart met als doel een medaille, goed gestart en vlakke rondetijden kunnen rijden, wat leidde tot een tijd van 3’35” goed voor een 3e kwalificatietijd en een persoonlijke besttijd. Het verschil met de nummer 4 was slechts 69 honderdsten. Niets was dus ‘zeker’ voor die bronzen medaille. Ik moest dus sneller starten in de finale, wat me ook lukte. Ik reed een tijd van 3’33” een tijd waarmee ik het record van Jolien D’hoore verbeterde. Daar was ik uiteraard zeer gelukkig mee. Helaas reed mijn tegenstandster – de Wit-Russische Savenka – nog sneller. Daar ging mijn eerste kans op een medaille.”
Ploegenachervolging: net geen medaille
Lotte Kopecky: “We reden de week voor het EK in Polen voor het eerst samen, wat ook voor mij weer wennen was. We reden een tijd van 4’42. Later die dag moesten we nog eens rijden en klokten we al meteen 4 seconden sneller: 4’38. Dit had ik niet verwacht. We gingen naar het EK zonder echte verwachtingen, maar reden tot onze eigen verbazing een 4e kwalificatietijd: 4’34, een tiende onder het 3 jaar oude Belgisch record van Aquascalientes. Dus moesten we die avond nog eens rijden voor die bronzen medaille. Daar verpulverden we ons eigen record nog maar eens met 3 seconden: 3’31. Ik had niet eens durven denken aan die tijd. Wel weer 4e, maar zéér tevreden met deze prestatie. Dit geeft vertrouwen voor de toekomst!”
Puntenkoers: goud
Lotte Kopecky: “Na 2 keer 4e afgelopen dagen wou ik gewoon starten zonder druk en zonder plan. Gewoon kijken hoe de wedstrijd zich ontplooide en daar mijn koers op afstemmen. Ik probeerde wat punten te sprokkelen en voelde me echt sterk. Ik zocht het juiste moment om die ene goede aanval te plaatsen en dat lukte me ook. Ik reed in een 6-tal ronden rond en stond ruim aan kop met nog maar 40 ronden te gaan. Van dan af was het gewoon koers controleren en zien dat mijn tegenstandsters niet te dicht meer kwamen. Met succes: Europees kampioen puntenkoers! Wat een opluchting.”
Omnium: goud
Lotte Kopecky: “Hier was ik gestart met als doel het podium. Scratch vind ik het vervelendste nummer op de baan. Als je hier niet goed eindigt, is heel je omnium meestal om zeep en moet je al aan een inhaalrace beginnen. Ik eindigde hier 5e, wat een prima start is. Ik werd 2e in de achtervolging en 2e in de afvalling. Na dag 1 stond ik aan de leiding met 2 punten. Fantastisch! Dag 2 is altijd mijn zwakkere dag met de 500m en baanronde. Hier heb ik afgelopen jaren hard aan gewerkt en dat was nu al te zien. Ik werd 3e in de 500m en 4e in de baanronde, telkens met een persoonlijke besttijd. Aan het begin van de puntenkoers – het afsluitende nummer – stond ik 18 punten voor op 2 en 3. Hiermee kon ik controlerend aan die puntenkoers beginnen. Na afloop had ik 29 punten voor op de 2e, de wit- Russische Savenka.”
Conclusie
Lotte Kopecky: “4 persoonlijke besttijden, waarvan 2 Belgische records en 2 keer Europees kampioene, waarvan 1 keer in een Olympisch onderdeel. Daar kan ik alleen maar super tevreden mee zijn!”
Fotomateriaal: .