Ik heb op de Sporza redactie 2 dagen lang zitten supporteren, en ik niet alleen hoor. De keren ‘komaan, Jolien’ waren niet te tellen. Het omnium is ook niet zomaar een koersje hé, neen, het is 6 keer een serieuze oplaadmodus aankweken. Tussen de nummers nauwelijks tijd om te recupereren, en alles moet kloppen, zowel qua snelheid als fond als techniek als inhoud als hoofd als benen! Is het omnium een beetje te vergelijken met de zevenkamp in de atletiek? Me dunkt! Is Laura Trott dan de queen van de piste? Absoluut. En dan is Jolien de 2e eredame.
Wat een ontlading moet dat niet zijn als je er inderdaad 4 jaar naar hebt toegeleefd. En op wat voor een dunne lijn leef je dan, dat alles in die 2 dagen moet kloppen? Je mag er toch niet aan denken, zoals bij Jasper, dat je net dan ziek wordt? Wat een hoop frustratie komt er dan niet naar buiten bij een jonge topsporter. Kijk ook maar naar zeilster Evi Van Acker. Dan loop je toch de muren op?
Gelukkig is het voor Jolien bingo geweest. De 1e dag kon moeilijk beter: op het puntje van mijn stoel sloeg ik de scratch gade en toen die Wit-Russin weg viel, was 2e worden in de spurt dé aanzet voor nog 5 knalprestaties. Want als je dan bijna 4 seconden van je besttijd afdoet op de 3 km individuele achtervolging, dan toon je echt dat je klaar bent om voor een medaille te gaan. Toen al speelde bij mij het idee: ‘En nu niet meer uit de eerste drie gaan!’ Gebeurt dat toch wel zeker in die schitterende afvalling! Gezien hoe ze daar permanent mee het tempo regelde, er 2 keer net niet uitging (af en toe moet een mens ook een beetje geluk hebben) en dan gewoon getoond dat ze alleen maar in Trott haar meerdere moest erkennen.
Ploegkoers!?
‘s Anderdaags was ik er al snel gerust in, want wat zei Jolien na de 500m tijdrit – niet haar favoriete nummer? “Mijn benen voelen even goed als gisteren!” Ok, dat komt goed. Gewoon een goeie baanronde op haar niveau en dan die verrekte, nerveuze, ambetante puntenkoers nog. Maar geen zweem van nervositeit; alleen geconsolideerd – maar wat is ze daar diep voor moeten gaan. Er was evenwel geen andere keuze: niemand krijgt een medaille op de Spelen zo maar in de schoot geworpen. Dat wordt straks ook de basis van het genieten van dat brons, dat ze er alles voor gedaan heeft om te bereiken wat ze 4 jaar geleden als plan had. Heel heel knap.
En nu? Tja, de weg roept – en wie kan haar dat ontnemen? Ze heeft op de weg body gekweekt die haar de voorbije 2 dagen van dienst kwam op de piste, en nu zal ze op de weg haar beensnelheid van de piste kunnen gebruiken, zeker weten. Geen omnium meer in Tokio 2020, dat is voor Lotte Kopecky, die ze zelf al als haar opvolgster heeft aangewezen. Maar: is het waar dat de ploegkoers misschien weer op het Olympisch programma wordt gezet? Dan moeten we gewoon voor D’hoore-Kopecky gaan in Japan. D’hoore, dan 30 en helemaal op haar top, in combinatie met het jonge geweld van Lotte.
Ga nu 3 jaar vol voor de weg, Jolien, en doe er dan nog eens alles voor – 1 jaartje – voor de piste op de volgende Spelen. Toch een mooie uitdaging, niet?
Fotomateriaal: Davy De Blieck.