Stonden ze daar toch maar mooi te glunderen, 2 rasechte Vlaamse krijgers tussen hun teammakkers van Etixx-QuickStep. Locatie: hoogste schavotje van het podium na de ploegentijdrit op het wereldkampioenschap in Qatar. Rond de nek: een gouden medaille. Hun blauw-zwarte shirts doordrenkt van het zweet, boksten ze 40 km aan een gemiddelde van 56,426 km/u in een loden hitte met enorm hoge luchtvochtigheid. Niet de omstandigheden waar een sporter van droomt, maar Yves Lampaert en Julien Vermote speelden het toch maar klaar.
Heren, er was veel te doen over de klimaatomstandigheden in Qatar? Hoe hebben jullie zich voorbereid?
Vermote: “Voor onze afreis hebben we met de ploeg in afzondering in Ursel getraind op alle mogelijke technische en tactische details, met de klemtoon op de onderlinge automatismen. De wind hebben we wel wat proberen simuleren. Maar op die hitte kan je je toch niet volledig voorbereiden, vind ik. In de dagen voor de TTT die we ginder spendeerden, konden we ons goed aanpassen aan de lokale omstandigheden.”
Lampaert: “Tijdens onze stage in Ursel zijn we met de ploeg ook een paar keer in de sauna geweest. 2 keer kort maar krachtig, telkens na een doorgedreven training. Dat was 20 minuten in 95 graden, behoorlijk warm. (lacht) Wat Julien zegt, klopt. Je lichaam heeft toch een aantal dagen nodig om te acclimatiseren. Dat kun je niet voorbereiden. De ploegentijdrit was op zondag; wij kwamen aan op dinsdag en trainden voor het eerst op woensdag. Perfect.”
Hoe hebben jullie het aangepakt om toch volledig gehydrateerd aan de start te komen?
Vermote: “Het was zaak om vooraf veel te drinken, niet alleen water maar vooral isotone sportdrank. De tijdrit was om 4 uur in de namiddag, dus ik heb vanaf ‘s morgens de hele dag zoveel mogelijk proberen drinken. Voor een tijdrit is dat extra belangrijk, omdat je tijdens de koers zelf weinig tijd hebt om bij te tanken. Je hartslag is ook een stuk hoger dan in normale omstandigheden. Als je dan niet volledig gehydrateerd bent, vraag je om problemen. Een isotone drank bevat wel wat zout, maar dat was in de gegeven omstandigheden ruim onvoldoende. Om die reden gebruikte ik ook een ORS, die veel hoger gedoseerd is in zout.”
Lampaert: “Ik heb het zelf bij water en sportdrank gehouden, een bidon of 3 à 4.”
Vermote: “Mijn dranken heb ik overigens aangevuld met magnesiumtabletten. Ik heb vooral ORS in poedervorm en Sport Hydro Tabs (een calorie-arm in water oplosbare tablet, red) gebruikt bovenop mijn gewone isotone sportdrank. ORS zorgt er voor dat het vocht langer in je lichaam blijft en houdt je vochtbalans in evenwicht. Dat is natuurlijk handig, want tijdens zo’n intensieve tijdrit verlies je heel veel zout, waardoor je lichaam enorm veel krachten verbruikt. Dat voel je gewoon. Die ORS geeft geen extra koolhydraten, dus nam ik ook bars en gels.”
Hoe en hoeveel energie hebben jullie bijgetankt tijdens de TTT?
Lampaert: “We hebben met een camel back gereden, maar ik heb eigenlijk weinig gedronken. 300 milliliter, geloof ik. En gels heb ik al helemaal niet gebruikt. Het was pure focus en de afstand was niet té groot. We wonnen met 7 seconden voorsprong; dan weet je dat elke fractie van een seconde telt en kan elke verkeerde beweging dodelijk zijn.”
Vermote: “Zelf heb ik wel een aantal energiegels gebruikt. Mijn camel back met isotone sportdrank heb ik niet volledig leeggedronken, ik kwam net als Yves maar aan 250 tot 300 milliliter, denk ik. Na 33 km was ik overigens de 1e man die overboord ging.”
Hoe heb je nadien de vochtbalans weer op pijl kunnen brengen?
Vermote: “Zoveel mogelijk water drinken eens ik binnen was, 2 tot 3 liter voor mij persoonlijk. Voor de tijdrit hadden we ijsvesten aangetrokken om zoveel mogelijk af te koelen, maar nadien hoefde dat niet meer. Dan wilde ik alleen nog maar op het podium geraken.” (lacht)
Yves, jij hebt ook de individuele tijdrit gereden. Was er een verschil?
Lampaert: “De temperatuur. Het was 42 graden, een stuk meer dan de 36 graden in de ploegentijdrit. Iets meer gedronken heb ik wel gedaan – over dezelfde afstand, pakweg 350 milliliter. Niet extreem veel dus.”
Wat onthouden jullie vooral van dit Qatarese avontuur?
Lampaert: “Zoals je ziet heb ik eigenlijk weinig extra gedaan. Coureurs zijn wel wat gewend, hé. In Australië en Spanje is het ook vaak heet om te koersen. In Qatar vond ik het net doenbaar. Het was mijn 1e koers ginder en ik heb ervan genoten. Ik denk wel dat de mannen voor de wegrit geluk hebben gehad dat het zondag iets koeler was, want 6 uur fietsen in zo’n hitte is natuurlijk nog een ander paar mouwen.”
Vermote: “Dat je lichaam tijd nodig heeft om te wennen aan die omstandigheden. De voorbereiding is het belangrijkste, dat neem ik zeker mee. Maar het meest van al ben ik erg trots dat ik wereldkampioen ben geworden. Dat ben je voor je hele leven. Dan is de extra last makkelijk te verteren.”
Fotomateriaal: Alle foto’s © Tim De Waele (TDW).